De link tussen koper en kledingstuk terugbrengen

Dat de goedkope kleding bij ketens als Zara en Primark in fabrieken onder slechte arbeidsomstandigheden zijn geproduceerd, is geen geheim. Toch verbetert de situatie in deze fabrieken niet. Wat houdt ons tegen om verandering te bereiken?
Leestijd 2 minuten — Ma 30 september 2019

Afgelopen zondag brak er een brand uit in een fabriek in China. 19 mensen kwamen te overlijden. In de fabriek werden consumptiemiddelen geproduceerd voor de westerse markt. Zulke rampen komen vaker voor, met als absoluut dieptepunt de kledingfabriek Rana Plaza in Bangladesh die in 2013 instortte. Meer dan 1100 mensen kwamen om. Je zou denken dat de arbeidsomstandigheden rondom de productie van kleding sindsdien verbeterd zijn. Maar uit een nieuw rapport van de Clean Clothes Campain blijkt dit niet het geval te zijn.

Arbeidsomstandigheden

In dit recente rapport blijkt dat er nog steeds sprake is van erbarmelijke omstandigheden bij veel fabrieken in Azië, die worden verborgen onder nietszeggende keurmerken en verstrengelde belangen. Zo zijn de lonen van werkers in Bangladesh na de ramp tussen 2013 en 2018 in plaats van verhoogd, gedaald met 13%. Tegelijkertijd werd de veiligheid nog steeds niet goed gecheckt en zijn de werkdagen nog steeds te lang. In de fabrieken uit het rapport wordt kleding geproduceerd voor o.a. Primark en Mango: kleding die wij in Nederland kopen. Zo houden we deze manier van produceren in stand. De kennis over deze schending van mensenrechten wordt groter, maar aan de vraag verandert weinig.

Waarom voelen we ons niet verantwoordelijk?

Actieonderzoeker en directeur SOMO Ronald Gijsbertsen verklaart het gebrek aan verandering met het sociologische begrip diffusion of responsibility. Hij legt in de lezing “Goed spul: materiaal met morele eigenschappen” uit dat we de link met het productieproces van onze spullen kwijt zijn geraakt. Mensen voelen zich minder verantwoordelijk voor onrecht als zij niet de enige zijn die dit zien. We gaan ervanuit dat er wel iemand anders zal komen die het oplost, of dat er wel meer mensen zullen reageren als het echt zo ernstig is. Dit kan verklaren waarom we ons niet verantwoordelijk voelen voor de omstandigheden waarin onze kleding wordt geproduceerd. Wanneer we geconfronteerd worden met het schenden van mensenrechten in fabrieken, maken we de connectie niet dat wij hier deels verantwoordelijk voor zijn. Volgens Gijsbertsen moet de diffusion of responsibility opgelost worden als we moreel verantwoord willen consumeren. 

Duurzame alternatieven steunen

Kennis van slechte arbeidsomstandigheden zorgt dus niet voor verandering. Een manier waarop je als individuele consument wel voor verandering kunt zorgen, is door duurzame modemerken te steunen. Onderzoeker Martje Theuws (SOMO) noemt in haar lezing ‘Modebewust en goed gekleed' een aantal sites zoals Rank a brand die laten zien welke merken duurzaam en eerlijk produceren. Maar de effectiefste oplossing is volgens haar om helemaal niet bij te dragen aan de vraag naar nieuwe kleren, en tweedehands te shoppen.

Meer weten over de moraliteit van consumentengedrag of over fast fashion? Kijk dan de lezingen ‘Goed spul: materiaal met morele eigenschappen’ en ‘Modebewust en goed gekleed' terug. Wil je meer weten over verspillen en duurzaam consumeren? Kom dan aanstaande woensdag naar de lezing Moderne zonden: verspilling! Hier kijkt industrieel ontwerper prof. dr. ir. Ruth Mugge (TU Delft) naar duurzaam consumentengedrag en hoe je de consument kunt motiveren om minder te verspillen en meer duurzame producten te kopen.