17 miljoen mensen
Onaardig gedrag komt steeds meer voor, stelt SIRE (Stichting Ideële Reclame). Denk aan het bespugen van OV-personeel, schelden op sociale media en het negeren van kassamedewerkers. Dit gaat niet onopgemerkt door de samenleving. Volgens 49% van de ondervraagden gaat het met Nederland de verkeerde kant op: de samenleving polariseert en verhardt, mensen hebben geen respect voor elkaar en denken alleen aan zichzelf. De meeste onaardige acties worden gepleegd op plekken waar we dagelijks komen: in het verkeer, op sociale media, in het openbare vervoer en in de supermarkt. De impact is groot. Volgens hoogleraar psychologie Paul van Lange van de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam is overlast veroorzaakt door anderen één van de grootste irritaties in Nederland.
We doen het niet expres
Zijn we ons er eigenlijk van bewust als we onaardig zijn? Als we kijken naar de cijfers van SIRE is het antwoord nee. 76% vindt zichzelf aardig voor anderen. Tegelijkertijd vindt slechts 15% dat we in Nederland aardig zijn tegen elkaar. We hebben vaak een moreel superioriteitsgevoel over onszelf, concludeert Van Lange. Vaak hebben we niet eens in de gaten dat we onaardig doen. Ook onderschatten we volgens Van Lange het effect van onaardig gedrag op anderen. Piekeren en chronische stress kunnen het gevolg zijn van kwetsende opmerkingen op sociale media.
Aardig zijn is een keuze
De tegenstelling is opvallend: we vinden onszelf aardig, maar anderen ónaardig. Ergens wringt er dus iets. Hoe dichten we deze kloof? De oplossing is empathie. Het vermogen om te voelen wat de ander voelt, vergroot sociaal gedrag. Neurowetenschapper prof. dr. Christian Keysers legt in zijn lezing “Empathy in the brain” uit dat empathie in het brein voorgeprogrammeerd is. Het vermogen tot empathie hebben we allemaal. Maar: empathie is ook een keuze. De mate waarin mensen handelen naar hun empathische gevoelens varieert. Je kan de gevoelens ook negeren of zelfs misbruiken. Het goede nieuws? Empathie kan getraind worden en dan is #doeslief ook makkelijker.