De suikerhysterie, met een korreltje zout

Suiker zou giftig, verslavend en een dikmaker zijn. Maar klopt dit wel? Drie wetenschappers gaan in gesprek over de zoete verleiding.
Leestijd 4 minuten — Di 20 november 2018
Science Café Utrecht

Meer dan 30.000 mensen doen deze week mee aan de “Nationale Suiker Challenge”, waarbij ze een week lang proberen niets te eten of te drinken met toegevoegde suikers. Met koppen in het nieuws als “Suiker net zo giftig als drugs” en “Suiker; killer van je energie en gezondheid” lijkt het ook niet zo gek dat mensen willen minderen met het consumeren van het zoete goedje. Maar klopt dit negatieve beeld wel? En als we minder suiker willen eten, wie is hier dan verantwoordelijk voor? De consument zelf, of toch de overheid of industrie? Voedingswetenschappers prof. dr. Jaap Seidell, dr. ir. Trudy Voortman en neurobioloog dr. Susanne la Fleur gingen tijdens het Science Café in gesprek over suiker.

Je hebt suiker nodig

Aan het begin van de avond werd aan het publiek gevraagd wie denkt dat hij of zij te veel suiker eet. De meerderheid van de mensen in de zaal stak zijn hand op. Ook werd gevraagd wie er denkt dat je dik wordt van suiker. Weer ging het grootste deel van de handen de lucht in. We vinden suiker gevaarlijk, zo blijkt. Volgens voedingswetenschapper Voortman is er geen reden voor paniek: “Suiker is een heel belangrijke voedingsstof. Je lichaam heeft het nodig.” Wel plaatst Voortman direct een kanttekening: te veel suiker heeft zeker negatieve gevolgen. “Dat suiker slecht is voor je tanden, wisten we al langer,” legt ze uit. “Maar we zijn er ons pas relatief kort van bewust dat te veel suiker de kans op overgewicht vergroot, wat weer kan leiden tot verschillende ziekten.” De grote boeman was vroeger vet, een imago dat we sinds een aantal jaren dus vooral met suiker associëren.

De killercombinatie

“Het is vooral de combinatie van suiker en vet die gevaarlijk is,” stelt neurobioloog La Fleur. Ze doet onderzoek naar de manier waarop voedingsstoffen de hersenen beïnvloeden, en hoe veranderingen in het brein overeten mediëren. Uit haar onderzoek blijkt dat wanneer ratten en muizen een bepaalde combinatie van suiker en vet voorgeschoteld krijgen, ze 25% meer gaan eten dan normaal. Bij een dieet met alleen suiker of vet gebeurt dit niet. “De combinatie activeert dezelfde hersenstructuren als sommige drugs doen, zoals cocaïne,” stelt La Fleur. “Bij het consumeren schiet het dopamine-level omhoog, een stof die je het gevoel van beloning geeft.” Toch kun je volgens La Fleur niet spreken van een suiker- en vetverslaving; drugs hebben een beduidend sterker effect op de hersenen. Maar doordat de combinatie van suiker en vet je hersenen een prettig gevoel geeft, wil je er wel steeds meer van eten. En dit kan natuurlijk leiden tot overgewicht, met alle klachten die daarbij horen. “Het brein is echter lastig te behandelen,” stelt ze. “Het is nu namelijk nog niet goed mogelijk om de hersenen te manipuleren.” In de toekomst ziet La Fleur wel mogelijkheden in het beïnvloeden van de gebieden in de hersenen die om suiker en vet schreeuwen.

Eigen schuld?

Ons brein maakt dus eigenlijk de keuze voor ons wat we willen eten. “Dat er overal een groot aanbod is aan ongezonde producten, helpt dan niet mee,” stelt voedingswetenschapper Seidell. Op het station, in scholen en sportclubs; overal word je geprikkeld om ongezonde snacks te eten. Maar ook in de supermarkt word je constant verleid: “70% van wat je in de supermarkt aangeboden krijgt past niet in de schijf van vijf.” Alles lijkt te zijn ingericht op overconsumptie. Kunnen we de consument dan nog verantwoordelijk stellen voor zijn eetgedrag?

Volgens Seidell is het lastig om de verantwoordelijkheid bij de voedingsindustrie te leggen. “Je vraagt ze dan eigenlijk hun producten minder lekker en gewild te maken,” stelt hij. “Zeker als concurrenten niet dezelfde stap maken, kun je dit niet verwachten van bedrijven.” Volgens Seidell hoor je soms vanuit de industrie de wens dat de overheid meer zou reguleren. In sommige landen wordt dit al gedaan, en het lijkt goed te werken. Zo is in Groot-Brittannië een belasting ingevoerd op suikerhoudende dranken, ook wel de suikertaks genoemd. En met succes. Als gevolg hiervan verlaagden producenten de hoeveelheid suiker in hun producten. Waarom voert de Nederlandse overheid dan geen suikertaks in? Volgens Seidell is het simpel: “Het gaat de overheid om economische welvaart - ze wil de industrie niet tegen het hoofd stoten.” Ook zou de overheid de bevolking niet willen 'betuttelen'. Toch ziet Seidell de suikertaks ook niet als hét wondermiddel om suikerconsumptie en overgewicht tegen te gaan: er moet meer gebeuren. “Het belangrijkste is dat we kinderen beschermen door ze minder suiker en vet aan te bieden,” stelt hij. “Een kinderbrein kan minder goed verantwoordelijke keuzes maken dan een volwassene dat kan.”

De wetenschappers zijn het erover eens dat te veel suiker slecht is, maar geven verder een genuanceerd beeld. Belangrijk voor een constructieve discussie is dat we ophouden met het focussen op één bepaalde voedingsstof als grote vijand. Het gaat over eetgedrag in het algemeen en alle factoren die daarbij van invloed zijn. De volgende keer dat je weer eens leest dat suiker gif is, kun je dat dus beste met een korreltje zout (of suiker) nemen.