Hoe spannend is de Champions League nog?

Dat een ‘kleine’ club als Ajax de halve finale van de Champions League speelt is zowel sportief als statistisch uitzonderlijk. Critici van de competitie claimen dan ook vaak dat de Champions League niet meer spannend is. Is dat echt zo?
Leestijd 4 minuten — Wo 23 mei 2018

“Super League zou een betere naam zijn dan Champions League,” schreef de Volkskrant vorig jaar. De landskampioenen uit kleinere voetballanden maken al jaren geen amper kans meer tegen de rijkere clubs uit andere landen, is de bewering. Daarmee zou het toernooi ook steeds minder spannend worden. Wat zeggen de statistieken hierover? Klopt het dat een steeds kleiner wordende elite van rijke clubs jaarlijks om de prijzen strijdt?

WAT IS SPANNING?

Om een spannende competitie te hebben, mogen de krachtsverschillen tussen de clubs niet te groot zijn. Anders kun je van tevoren wel voorspellen wie er gaat winnen. Weinig mensen zullen echter de voorkeur geven aan een competitie waarin alle teams precies even sterk zijn. Dat er verschillen zijn is dus op zich niet erg, zo lang ze maar niet zo groot worden dat de uitkomst voorspelbaar wordt. En een verrassing die maar met heel kleine kans gebeurt, zoals Ajax’ prestaties in de Champions League van dit seizoen, of drie jaar geleden de stunt van Leicester City in de Engelse Premier League, is natuurlijk des te spectaculairder.

Als je na afloop van een seizoen de ranglijst erbij pakt, kun je uitrekenen hoe "ongelijk" de punten verdeeld zijn. Dat kan met een zogeheten Gini-coëfficiënt, die ook gebruikt wordt om inkomensongelijkheid te kwantificeren. Dan blijkt bijvoorbeeld dat de krachtsverschillen in Spanje veel groter zijn dan in Duitsland. Toch vind ik zelf de Spaanse competitie interessanter om te volgen dan de Duitse. In Duitsland is er één team (Bayern München) veel sterker dan de rest, terwijl je in Spanje nog de strijd tussen Barça en Real hebt. Het is dus maar hoe je het bekijkt.

ER HALEN (IETS) MINDER CLUBS DE LAATSTE 8

Terug naar de Champions League. Omdat dat een knock-out-toernooi is en geen volledige competitie, is er geen puntenverdeling om naar te kijken. Je hebt data van meerdere opeenvolgende jaren nodig om iets over voorspelbaarheid te zeggen. Ik gebruikte een dataset met de resultaten van de afgelopen 50 jaar. Om de "voorspelbaarheid" te meten, kijk ik welke teams doordringen tot de laatste fase van het toernooi. Zijn dat steeds dezelfde of zitten er ook regelmatig verrassingen tussen?

Ik tel hier telkens voor een periode van vijf jaar hoeveel verschillende teams in de kwartfinale staan. Dat zijn er minimaal 8 (als het steeds dezelfde teams zijn) en maximaal 40 (als het elk jaar andere zijn). In de afgelopen halve eeuw is dit aantal afgenomen van zo'n 30 naar minder dan 20. Er doen dus wat minder teams serieus mee, maar concluderen dat de eerste fase van het toernooi helemaal niet meer spannend is, gaat te ver. Het is nog lang niet zo dat elk jaar dezelfde clubs in de kwartfinale staan.

WELKE TEAMS MAKEN DE DIENST UIT?

In de historie van de Champions League is het speelschema meerdere keren omgegooid: er waren zelfs edities met een dubbele groepsfase. Dat maakt het lastiger om verschillende seizoenen met elkaar te vergelijken. Gelukkig is de opzet sinds 2004 niet meer gewijzigd. Wat zijn sinds toen de dominante teams? De volgende grafiek laat de prestaties van de 15 beste teams zien tussen 2006 en 2017. (De teams zijn zo gegroepeerd dat vergelijkbare patronen naast elkaar staan.)

Er zijn drie clubs die consistent beter presteren dan de rest: Barcelona, Bayern München en Real Madrid. Daarachter heeft een wisseling van de wacht plaatsgevonden. Engelse clubs domineerden de Champions League 10 jaar geleden, maar zijn grotendeels van het toneel verdwenen. Hetzelfde geldt voor Italië. Liverpool vormt met een finaleplaats dit vorig jaar een positieve uitzondering, al maken zij samen met Tottenham dit jaar nog kans om deze positie te herhalen. De clubs van de oliedollars (Paris Saint-Germain en Manchester City) zijn recent dominanter geworden, maar dat geldt nog meer voor Juventus en Atlético Madrid. Geld is niet allesbepalend: Manchester United is qua omzet de grootste club ter wereld maar heeft al vijf jaar de kwartfinale niet gehaald. Atlético Madrid is een stuk succesvoller maar komt niet in de top-10 van rijkste clubs voor.

CONCLUSIE

Is de Champions League echt niet meer spannend? De data laten een genuanceerder beeld zien. Voor het idee dat telkens dezelfde teams doordringen tot de laatste fase van het toernooi is in de cijfers onderbouwing te vinden, maar de verschillen met 25 jaar geleden zijn niet wereldschokkend. Ja, het toernooi wordt gedomineerd door een kort lijstje topteams en verrassingen zijn zeldzaam (en daarmee juist spectaculair, als ze gebeuren). Maar echt voorspelbaar is het toernooi nog niet, en Ajax is hier momenteel het beste voorbeeld van.

DATA IN BEELD

Dit blog is onderdeel van de serie "Data in beeld" waarin stagiair Merlijn Staps gebruik maakt van data om populaire ideeën tegen het licht te houden. Wat kunnen we leren van statistieken? En bevestigen de cijfers onze intuïtie of juist niet? In de volgende aflevering: hoe extreem zijn de groeicijfers van Schiphol?

Update: dit artikel is op 24 april 2019 geactualiseerd naar aanleiding van het behalen van de Champions League-halve finale door Ajax.