Herman Philipse in gesprek met…
Na jaren van stilstand, lijkt Europa weer iets van haar élan terug te hebben gevonden. De eurocrisis lijkt (voorlopig) bezworen, economisch gaat het beter, en met de verkiezingsuitslagen in Nederland en Frankrijk werd de gevreesde patriottische lente afgewend. Er mag weer openlijk gedroomd worden van een verder geïntegreerd Europa.
Toch zijn de problemen niet voorbij. Er is nog geen oplossing voor het toenemende aantal migranten en de Eurogroep kraakt onder het verschil aan economisch tempo in de landen onderling. Minstens zo belangrijk: burgers lopen niet warm voor Europa. Caroline de Gruyter, Europa-correspondent voor NRC-Handelsblad, wijt een deel van die electorale weerzin aan een gebrek aan kennis. “Er zijn niet zo heel veel mensen in Nederland die iets van Europa weten.” Met universiteitshoogleraar prof. Herman Philipse ging zij in gesprek over de uitdagingen waar Europa vandaag voor staat.
Eigenaar van Europa
Europese Unie, Eurogroep, Europese Commissie, Europese Raad, EFTA. De manier waarop Europa is georganiseerd is complex en gelaagd. Voor veel burgers zijn het ivoren torens waar beslissingen worden genomen door niet gekozen bureaucraten. Volgens De Gruyter is het een groot probleem dat de politici van de lidstaten die gedachte zelf voeden. “Waar ik ook kom, van Nederland tot Oostenrijk, iedereen kankert op Brussel. Het is vergelijkbaar met de Verenigde Staten, waar ook iedereen op de fat catsin Washington scheldt. Maar het verschil met Europa is dat politici daar het bestaansrecht van de Verenigde Staten niet in twijfel trekken. Europese politici weigeren zich als eigenaar van Europa te presenteren. Ze distantiëren zich in eigen land van beslissingen waar ze zelf in Brussel bij betrokken zijn.”
Geen back-up
Dat betekent niet dat kritiek op Europa onterecht is. Belangrijke beslissingen in het verleden zijn halfslachtig genomen en daar plukken we nu de zure vruchten van. Neem de twee grootste problemen waar Europa momenteel mee kampt: de houdbaarheid van de euro en het migratievraagstuk. Die komen voort uit het besluit om schotten op te heffen: tussen landen (grenzen, Schengen) en tussen munten. (De Gruyter laat in het midden of het hier om “dolgedraaid Verlichtingsdenken” of “gewoon sukkeligheid” ging.) Voor beide geldt dat men niet heeft nagedacht over een adequate back-up. Een ruim Noodfonds in het geval van de euro, de organisatie van een gezamenlijke bewaking van de buitengrenzen in het geval van migratie.
“Nu roept iedereen: waar is Frontex? Maar destijds waren alle landen behalve België en Luxemburg tegen een gezamenlijke grenswacht. Nederland, nu één van de felste criticasters van het Brusselse falen om grensbewaking voor elkaar te krijgen, was zelfs faliekant tegen.”
Brexit
Met de Brexit op komst, zullen de verhoudingen binnen de EU weer gaan verschuiven. De Gruyter merkte al vóór de bankencrisis en het referendum dat de Britten langzaam aan het 'uitchecken' waren. “Ze deden altijd maar op een beperkt aantal terreinen mee, maar wat ze deden, deden ze heel goed: ze stuurden de beste mensen, het meeste kennis, en ze waren zo goed voorbereid dat ze meestal hun zin kregen.” Dat veranderde toen ze zich ingekapseld begonnen te voelen in het Europese regelsysteem. Volgens De Gruyter is de Brexit daar geen oplossing voor: “Als ze vrije handel met de Europese Unie willen blijven drijven, zullen ze zich wel aan de regels moeten houden, maar niks te zeggen hebben.”
“Als de Brexit ergens pijn doet, dan is het wel in Nederland,” merkt De Gruyter op. Nederland heeft zich in Europa altijd opgetrokken aan de eurosceptische Britten. Nu de vaak doorslaggevende Britse stemmen wegvallen, moet Nederland zich weer meer gaan richten op de continentale politiek om besluiten te kunnen pushen of blokkeren. En dus zie je Haagse ambtenaren ineens naar Madrid, Bratislava en Lissabon gaan om coalities te smeden die ze eerder nooit nodig hadden. De Gruyter: “Nederland is lui geworden van de Britse steun.”
Om die nieuwe coalities mogelijkheid te maken, zal de Nederlandse regering bepaalde onderwerpen met rust moeten laten, waar ze zich liever nationaal op profileert. Het zal ook lastiger worden voor Nederland om zich eurosceptisch uit te laten, nu de Britten vertrekken. Nederland kan het zich simpelweg niet permitteren om vermalen te worden in de Frans-Duitse as waar Europa om draait.
Het beeld dat De Gruyter schetst van de Europese politiek is er één die verdacht veel lijkt op de nationale politiek. Het is een kwestie van geven en nemen, soms tegen wil een dank. Een spel waarbij coalities cruciaal zijn. You win some, you lose some. Maar Brussel, benadrukt ze, dat zijn wij.