We maken ons verstaanbaar, voeren discussies en uiten emoties met taal. Taal maakt ons ook machtig en invloedrijk. Iemand met een goede taalbeheersing kan met woorden onze blik op de werkelijkheid bepalen. Ook je toonhoogte bepaalt of mensen je horen en je boodschap serieus nemen. Maar volstaat taal om je politieke boodschap over te brengen? Met de verkiezingen om de hoek kreeg dit Culturele Zondag College met het thema 'Uitgesproken Utrecht' een politiek tintje. Politicoloog dr. Harmen Binnema, taalwetenschapper dr. Aoju Chen en literatuurwetenschapper dr. Bas van Bommel gaven verschillende antwoorden op de vraag: hoe zorgen mensen dat hun stem wordt gehoord?
Je politieke stem
Hoe kan je met je stem het beste politieke invloed uitoefenen? Een vraag die om een antwoord roept met het oog op de aanstormende Tweede Kamerverkiezingen. Binnema onderzoekt andere manieren om je stem te laten horen dan alleen tijdens de verkiezingen. Een voorbeeld is een burgertop, of G1000 bijeenkomst. Het onderwerp van de politieke agenda wordt door burgers gezamenlijk bepaald, daarom hoor je bij een G1000 andere geluiden dan in politiek Den Haag. De G1000 bevordert volgens Binnema in theorie de kwaliteit van de politieke discussie door verbinding als uitgangspunt te nemen. Deelnemers krijgen de ruimte om hun eigen standpunt naar voren te brengen en ervaren dat die standpunten vervolgens ook gehoord worden. Deelnemers worden geselecteerd op basis van een willekeurige loting. Idealiter kan bij een G1000 een dwarsdoorsnede van de samenleving meepraten. Maar in de praktijk blijkt dat van de gelote mensen ongeveer de helft gehoor geeft aan de oproep. Dat zijn overwegend mannen, met een hoge opleiding en zonder migratieachtergrond. Als een van de redenen ziet Binnema de taligheid van de bijeenkomsten. Dit kan mensen afschrikken. Er moet volgens hem meer aandacht komen voor niet-talige manieren om je stem te kunnen laten horen. Denk hierbij aan het maken van een maquette of organiseren van initiatieven om direct de handen uit de mouwen te steken, in plaats van er eerst over te praten.
Hoe klinkt een leider?
Hoe overtuigend je bent, heeft te maken met wat je zegt, maar ook met hoe je klinkt. Of mensen je serieus nemen bijvoorbeeld, heeft te maken met de toonhoogte van je stem en je intonatie. Dit laat Chen zien én horen. Zelfs als iemand spreekt in een voor ons onbekende taal, trekken we uit de intonatie conclusies over de intentie van een uitspraak. Dit lijkt universeel te zijn. Sterker nog, niet alleen in de mensenwereld, maar ook in de dierenwereld verraadt toon de intentie en zegt het iets over hoe serieus we iets of iemand moeten nemen. Biologisch gezien hebben grote, imposante dieren dikkere stembanden en een groter strottenhoofd, waardoor ze lager kunnen brullen. Kleinere dieren moeten het doen met een kleiner strottenhoofd en dunnere stembanden, waardoor hun stemgeluid hoog klinkt. Wanneer dieren hun macht willen benadrukken klinken ze laag en hard, maar wanneer ze zich nederig opstellen maken ze zachte en hogere geluiden. Mensen doen dat ook. Zowel in de mensen- als in de dierenwereld staat laag en hard gelijk aan groot en machtig, en hoog en zacht aan klein en onderdanig. “Het gaat er niet alleen om wat je zegt, maar zeker ook hoe je het zegt,” aldus Chen.
De kracht van suggestie
In de kunst van het overtuigen, de retorica, gaat het ook niet per se om wat je zegt maar hoe je het zegt. Van Bommel geeft voorbeelden van framing, een krachtig retorisch wapen. Met één suggestief woord kun je mensen aan jouw zijde krijgen. Politieke partijen maken dan ook dankbaar gebruik van dit instrument. Maar of het ze vervolgens lukt om het in hun voordeel te gebruiken, is een tweede. Kampioen suggestieve re-framing lijkt de PVV te zijn met haar alternatieven voor het woord 'vluchteling.' Noem je iemand een 'vluchteling' of is het een 'gelukszoeker', 'asieleiser', 'profiteur' of 'testosteronbom'? Zulke expliciete, negatieve frames schrijven voor wat je moet denken. Ze zijn daarom niet erg effectief. Door hier gebruik van te maken, duw je mensen richting de tegenpartij. Want, waar het woord 'vluchteling' warme gevoelens oproept –iemand waar je voor moet zorgen-, laat het woord 'testosteronbom' wel heel weinig aan de verbeelding over en is het te suggestief om een goed frame te kunnen zijn volgens Van Bommel.
Met framingkun je ook meer neutraliteit creëren. Politieke partij DENK is bijvoorbeeld behoorlijk succesvol in de re-framing van het begrip 'allochtoon', door het begrip 'iemand met een migratieachtergrond' te introduceren. Of iets positief, negatief of neutraal wordt geframedheeft dus invloed op hoe je de wereld waarneemt. Frames zijn overal. De beste manier om je ertegen te wapenen, is je ervan bewust te zijn.