Baarmoeder gezocht

Je bent man, homo en je wil met je partner een kind. Wat nu?
Leestijd 5 minuten — Wo 20 juli 2016

Dit programma valt onder het Dossier: Van wens tot wieg.

De opties voor een homostel zijn beperkt. Adoptieprocedures zijn lang en de weg naar een genetisch eigen kind is nog langer. Maar het kan. Het is lastig, maar niet onmogelijk. Alleen sperma is niet genoeg, je zult toch echt een eicel nodig hebben en daarbovenop een baarmoeder. Hoe werkt dat? Welke biomedische technieken komen eraan te pas? En welke afwegingen moet je maken? Van wens tot wieg: het blijkt een lange weg te zijn.

Vragen om te dragen

Voor 1970 hoefde je als homostel überhaupt nog niet aan kinderen te denken. Gelukkig opende de ontwikkeling van IVF in de zeventiger jaren vele deuren. Onderzoekers konden een eicel in het lab bevruchten en deze daarna in de baarmoeder terugplaatsen. Al snel werd duidelijk dat dit ook kon met een eicel die niet van de vrouw zelf was, maar van een ander. Zo ontstond langzamerhand het idee dat spermacellen en eicellen kunnen worden afgestaan om onvruchtbare stellen te helpen. Met de mogelijkheid om eicellen en spermacellen in te vriezen en dus te kunnen bewaren en transporteren is er vervolgens een mondiale reproductiemarkt ontstaan. Maar in Nederland zijn eicellen niet te koop en moet je zelf een eiceldonor vinden. En zelfs dan ben je er nog niet.

Als man kun je namelijk een kindje zelf niet dragen. Biomedisch technologen zijn al langere tijd bezig met het ontwikkelen van kunstmatige baarmoeders, maar het is nog niet zo ver. Als homostel heb je dus nog steeds een vrouw nodig die het kindje voor je wil dragen. In Nederland is het wettelijk bepaald dat de draagmoeder het draagmoederschap vrijwillig moet aangaan en geen tegenprestatie mag ontvangen in de vorm van geld. En er zit nog een addertje onder het gras. Het is in Nederland namelijk ook vastgelegd dat de vrouw die het kind baart automatisch ouderschapsrechten krijgt over het kind. De overdracht van die rechten naar de wensouders blijkt een ingewikkelde procedure waarin de draagmoeder het recht houdt om zich te bedenken. Dat is een risico. Als je het een fijn idee vindt om een intieme band met de draagmoeder te behouden, ook voor het kind, zijn deze adders overkomelijk. Maar wat als je niemand kent in je omgeving die je kind wil dragen en baren? Binnen Nederland houdt het dan al snel op.

Google baby

De wetgeving rond draagmoederschap verschilt per land. Zo is—anders dan in Nederland—commercieel draagmoederschap in sommige staten van de VS wél toegestaan. Maar de prijzen zijn hoog: zo’n 150.000 dollar. Daarom kijk je met je partner naar bureaus in armere landen, zoals Mexico, India, of Oekraïne. Alles inbegrepen kom je dan uit rond de 50.000 dollar. Na lang sparen heb je het geld bijeen. Maar het voelt niet goed. Is het draagmoederschap voor deze vrouw echt een vrijwillige keuze?

"I will let her be a surrogate again."

Bij verdieping in het onderwerp stuit je op minder rooskleurige verhalen. De documentaire Google Baby geeft een kijkje achter de schermen in een draagmoederkliniek in India. Beelden van huilende draagmoeders als na de zwangerschap de baby wordt afgedragen aan de wensouders zijn hartverscheurend. In landen waar de positie van de vrouw niet gelijk is aan die van de man, lijkt commercieel draagmoederschap ook gevoelig voor familiale uitbuiting. Een Indiase man vertelt zonder blikken of blozen, terwijl zijn vrouw naast hem zit: “We have a house now, but I will let her be a surrogate again to pay for the education of my son.” Zijn vrouw blijft stil. Wie is er eigenaar van het lichaam? De vrouw zelf? De echtgenoot? Of de hoogste bieder?

De draagmoeders in de documentaire blijven het er stellig over eens: draagmoederschap is werk. Er zijn talloze andere zware banen en die leveren in de verste verte niet zo veel op. Het is een kans om in één keer genoeg geld te verdienen om hun eigen kinderen een betere toekomst te bieden. In de vorm van een universitaire opleiding of een veilig huis. Sommigen geven ook aan het gevoel te hebben dat ze iets bijzonders doen, iets moois. Voor de wensouders is een kindje zó gewild en zíj hebben zelf al kinderen—dat is één van de voorwaarden om aangenomen te mogen worden als draagmoeder.

En nu? Waar sta je nu als homostel met een kinderwens? Misschien weet je het niet meer. Het geldbedrag dat de vrouw zou ontvangen zou haar niet alleen helpen om te overleven, het zou haar leven veranderen. En zij dat van jullie. Je neigt de stap te zetten, maar dan halen de actualiteiten je in. Een schandaal in Thailand zet in augustus 2014 het debat over draagmoederschap op scherp. Een Japanse man blijkt in twee jaar tijd zestien baby's te hebben verwekt. India, Nepal, Thailand, Mexico: één voor één sluiten ze hun deuren voor commercieel draagmoederschap. De VS en de homofobe landen Georgië, Oekraïne en Rusland blijven over. Zonder een fikse bankrekening of een draagmoeder in Nederland zal de kinderwens voor homostellen nog wel even een wens blijven.

Wetgeving

Het is een hard gelag. De techniek is er, maar toch is de oplossing nog niet daar. Wetten houden jou aan de ene kant tegen, uitbuiting aan de andere kant. Technologie is niet het antwoord. En deze tegenslag is niet de enige, want ook het ouderschap staat voor homo's onder druk. In Nederland is het op het moment verplicht dat er een moeder wordt vermeld op de geboorteakte van een kind. Met een anonieme eiceldonor wordt dat lastig. En met draagmoederschap is het onduidelijk wie het is. De wensouder? De draagmoeder? Of de eiceldonor? Zou het wellicht een idee zijn om ze allemáál op de geboorteakte te vermelden? In 2014 richtte de ministerraad de 'Staatscommissie Herijking Ouderschap' op om over deze en andere vragen rond nieuwe vormen van ouderschap na te denken. Dat deze vragen niet eenvoudig te beantwoorden zijn blijkt: De commissie zou vóór 1 mei 2016 rapport uitbrengen, maar dat is nog steeds niet gebeurd.

Ook voor een lesbisch stel zijn er barrières op de weg naar een baby. Aan baarmoeders is er met twee vrouwen geen gebrek, maar zonder spermacel houdt het op. De biomedische techniek ontwikkelt zich snel. Zou het in de toekomst mogelijk zijn om spermacellen in het lab te maken? Lees volgende week blog 3 'Spermacel gezocht'.

Blog gemist?

Lees het eerste blog terug:
'Technologische moraal gezocht'