Gescheiden, maar innig verbonden

Een documentaire met een verhaal waar Hollywood jaloers op is
Leestijd 3 minuten — Di 3 februari 2015

De ontroerende documentaire Twin Sisters geeft stof tot nadenken: hoe vorm je een identiteit en in hoeverre heeft je omgeving en je DNA hier invloed op? Het was het startschot van het drieluik 'Movies: Science & Society', filmavonden in 't Hoogt waarbij wetenschappers met het publiek in gesprek gaan over identiteit. Dr. Marco Boks, psychiater in het UMC Utrecht, legt uit hoe tweelingen wetenschappelijk input geven voor het nature-nurture debat.

Gescheiden tweelingen

Twin Sisters vertelt het verhaal van de Chinese tweelingzusjes Alexandra en Mia, die in 2003 gevonden zijn in een kartonnen doos. Een kindertehuis biedt hun aan ter adoptie, maar wel apart. Door een samenloop van omstandigheden komen de ouderparen die hen adopteren elkaar tegen tijdens het ophalen van hun dochtertjes in China. Ze besluiten contact te houden. Alexandra groeit op in een dorpje in de middle of nowhere in Noorwegen, terwijl Mia een druk bezet leven leidt in Sacramento, Californië. Als ze acht jaar oud zijn, komt de Amerikaanse Mia met haar ouders naar Noorwegen. Als kijker observeer je de interactie tussen twee meisjes met de wonderschone fjorden en groene heuvels als decor. Ook al kennen Mia en Alexandra elkaar eigenlijk niet, ze hebben direct een onmiskenbare band. Daarbij lijken ze als twee druppels water op elkaar. De Amerikaanse ouders merken op dat ze dachten dat Mia haar maniertjes op school had meegekregen, maar het blijkt dat Alexandra precies hetzelfde doet.

Hoe erfelijk is intelligentie?

Wetenschappers zijn dol op dit soort verhalen. Doordat de tweelingen in een andere omgeving zijn opgegroeid, kan men veel leren over de invloed van genen op de ontwikkeling van een individu. Hoe erfelijk is intelligentie, sportiviteit of agressiviteit? Het verhaal van Mia en Alexandra is geen uniek verhaal en gebeurt vaker dan je misschien denkt. In Amerika hebben ze er een studie aan gewijd. De Minnesota Study of Twins Reared Apart oftewel MISTRA. Deze studie begon in 1979, waarin T.J. Bouchard tweelingen bestudeerde die gescheiden werden bij de geboorte en opgroeiden in verschillende families. Er waren soms opvallende overeenkomsten. Zo noemden de tweelingbroers Jim en Jim beiden hun zoon James en trouwden ze met een vrouw genaamd Betty, wat bij allebei uitliep op een scheiding. Of de Zuid-Koreaanse tweeling Anaïs en Samantha, die elkaar bij toeval vonden via social media en allebei precies hetzelfde kapsel hadden op hetzelfde moment en dezelfde dingen vies vonden.

De tweelingbroers Jim en Jim noemden beiden hun zoon James en trouwden allebei met een vrouw genaamd Betty, wat bij beiden uitliep op een scheiding

Dr. Marco Boks, psychiater en gespecialiseerd in de epigenetica, vertelt dat kenmerken zoals roken en echtscheiding in hoge mate erfelijke eigenschappen zijn. Tweelingonderzoek heeft dat aangetoond. Hetzelfde geldt voor intelligentie. De waardering van humor wordt veel meer bepaald door de omgeving. Je leert lachen om bepaalde grappen in je familie aan de keukentafel. Maar zelfs dingen die in principe nature zijn, kunnen worden beïnvloed door de omgeving. “Bij het programmeren van je genen, zet je bepaalde genfuncties aan en uit”, aldus Boks. Dit heet de epigenetica. In de epigenetica wordt de invloed bestudeerd van omkeerbare erfelijke veranderingen die optreden zonder wijzigingen in de volgorde van de basenparen van het DNA. Voeding en stress zijn factoren die epigenetische effecten kunnen hebben. Zo kan voeding en omgeving verklaren waarom de Noorse Alexandra een stuk langer was dan de Amerikaanse Mia. Misschien leefde ze wel gezonder: meer vis, beweging en buitenlucht bijvoorbeeld.

Ethische dilemma's

Door tweelingonderzoeken en verdere ontwikkeling van de (epi)genetica kunnen de erfelijkheid van bepaalde ziektes zoals depressie en schizofrenie, maar ook karaktereigenschappen beter worden ingeschat. Het in kaart brengen van het mensenlijk genoom speelt hier een belangrijke rol. Maar wat willen we met deze informatie? Stel dat in je genen vaststaat hoe intelligent je bent of dat je grote kans hebt om depressief te raken, wie mag dan over deze informatie beschikken? Kunnen universiteiten straks vragen naar je genetische profiel, voordat ze je toelaten? “Dit soort vragen moeten ook gesteld worden als je onderzoek gaat doen naar deze onderwerpen”, stelt Boks. De antwoorden daarop kan hij echter niet geven.dat is niet alleen zaak voor de wetenschap, maar voor de maatschappij in zijn volle breedte.