Morele houvast in 10 geboden

Klik hier voor morele houvast in 10 geboden
Leestijd 4 minuten — Di 5 augustus 2014
10 geboden revisited

De bijbel deed lange tijd dienst als gids en de tien geboden functioneerden als concreet moreel handvat. Prof. dr. Hans Achterhuis en prof. dr. Maarten van Buuren behandelden in de serie 10 geboden revisited om beurten een gebod aan de hand van het werk van filosofen en denkers. Hebben we nu nog iets aan de tien geboden? Zeker. Maar alleen zolang we onthouden dat tijden veranderen, en dat we daarom moeten blijven nadenken over de invulling en betekenis van de geboden.

#1
Mozes ontving twee stenen tafelen, zo'n 1200 jaar voor Christus, met daarop de tien geboden. “Ik ben de eeuwige uw God die u uit het land Egypte geleid heeft.” Zo luidt het eerste gebod. Maar volgens de Nederlandse filosoof Spinoza was de God van de tien geboden een 'onware God'. De 'ware' God staat niet boven en buiten de natuur, die zit ín ons en ín de natuur. Dit is een revolutionaire gedachte, zeker in de 17e eeuw, aldus Maarten van Buuren. Spinoza's definitie van God doet ons realiseren dat we onderdeel zijn van een groter geheel, en zelf verantwoordelijk zijn voor ons handelen.

#2
Toch stelt Hans Achterhuis dat kennis van de geboden nog steeds nuttig is. Het gevaar van Nietzsches ' dood van God' is dat de mens kan vervallen in het kritiekloos opvolgen van ideeën van anderen. Een moderne interpretatie van het tweede gebod waarschuwt de mens daarvoor. “Gij zult geen andere goden hebben” moet de mens behoeden voor het kritiekloos aanvaarden en blind naleven van andermans denkbeelden.

#3
Ook het gebod 'Gij zult geen afgodsbeelden maken' kan betekenisvol zijn buiten een religieuze context. Het moet verhinderen dat we de verkeerde dingen als zaligmakend gaan zien. Maar helemaal zonder beelden leven is onmogelijk volgens Van Buuren. Als oudste van vijf kinderen werd Maarten van Buuren gepresenteerd als dé stamhouder van de Van Buurens. Als eerstgeborene voelde hij zich verantwoordelijk om de beste en sterkste te zijn en hij ging zich daarnaar gedragen. Het beeld van stamhouder vormde hem. Beelden verschaffen ons identiteit en een plaats in de wereld.

#4
Het vierde gebod is het sabbatsgebod. De sabbat was van oorsprong een dag voor rust en bezinning. Tegenwoordig gebruiken we de zondag om te sporten, winkelen of om gezellig naar de dierentuin te gaan. Een gedeelde vrije dag is volgens Achterhuis nog steeds essentieel voor onze samenleving. Zo kunnen we een maatschappelijk ritme in stand houden.

#5
Volgens bioloog Frans de Waal heeft onze moraal een evolutionaire oorsprong. Maar als dat zo is, waar komt deze vijfde morele stelregel, “Eert uw moeder en vader”, dan vandaan? Evolutionair gezien zijn ouderen namelijk maar nutteloos: ze doen niet meer mee in de voortplanting, zijn traag en hebben een zwak fysiek gestel. Het vijfde gebod moet volgens Achterhuis gezien worden als een sociologische reparatie van een biologisch defect. De zorg voor ouderen is eerder een morele plicht dan een natuurlijk ingegeven instinct.

#6
Het zesde gebod “U zult niet doden” vormt het fundament voor onze veiligheid en beschaving en is wellicht ook het meest voor de hand liggende gebod. Toch is de dood soms ook wenselijk, stelt Van Buuren. Het is de voorwaarde voor een nieuw begin. Jezus wordt gedood om zo de mens van zijn zonden te verlossen. Pas na de winter, kan de lente doorbreken. We doen vaak ons best om geweld en doodslag te beperken, maar toch heeft het gevaar een aantrekkingskracht, stelt Van Buuren. Het geeft een kick de dood recht in de ogen te kijken.

#7
Gevaar geeft spanning en is dus verleidelijk. Dit geldt misschien ook voor echtbreken en vreemdgaan. Volgens Van Buuren is vreemdgaan niet per se slecht, zolang er duidelijke en vooral, gelijkwaardige afspraken over gemaakt worden. Tijden zijn veranderd. Was vroeger sociale orde en het verbinden van families de belangrijkste motivatie voor het huwelijk, tegenwoordig is liefde in negentig procent van de gevallen de belangrijkste drijfveer.

#8
Het achtste gebod 'Gij zult niet stelen' leidt vooral tot nadenken over de definitie van bezit. Eigendom was in het oude Israël niet absoluut: de vrucht van de aarde was voor iedereen gezamenlijk geschapen. De rijke persoon die al zijn bezit voor zichzelf hield, díe was schuldig aan diefstal. Maar door de eeuwen heen veranderde de notie van eigendom. Wie iets bezit, heeft daarvoor gewerkt en hoeft dat met niemand te delen. Het gebod roept ons op om na te denken over wat een rechtvaardige en duurzame verdeling daarvan is. Achterhuis pleit voor een vorm waarbij mensen eigen bezit behouden, maar ook gemeenschappelijk werken aan bepaalde projecten.

#9
Lange tijd is het gebod 'Gij zult geen valse getuigenis afleggen' rechtlijnig geïnterpreteerd. Liegen was minstens net zo slecht als tegen het geloof in God ingaan, vertelt Van Buuren. In de 17de eeuw veranderde het perspectief op dit gebod. De waarheid is niet per se goed en liegen is niet altijd fout. Het hangt af van het effect dat de waarheid of de leugen teweeg brengt. Een leugentje om bestwil mag, het wordt pas immoreel als je er mensen mee schaadt, aldus Van Buuren.

#10
“Gij zult niets begeren dat van uw naaste is” stelt het tiende gebod. Toch kiezen we verlangens vaak niet zelf uit, volgens Achterhuis: we spiegelen ze aan die van anderen. Onze economie is afhankelijk van een consumptiemaatschappij waarvan begeerte de fundamentele drijfveer is. Massaproductie heeft er weliswaar voor gezorgd dat je de mooie auto van je buurman ook kan bemachtigen als je hard genoeg werkt, maar het gebod helpt om niet altijd meer te willen, en ook tevreden te zijn met wat je hebt.