In deze aflevering van de blogserie 'bezit': Prof. dr. Bas van Bavel. Hij is hoogleraar sociale en economische geschiedenis van de middeleeuwen aan de Universiteit Utrecht.
Probleem
In Nederland is ongelijkheid geen groot thema in het publieke en politieke debat. Excessieve bonussen halen weleens de voorpagina, maar de Nederlandse inkomensongelijkheid is nog altijd minder dan gemiddeld vergeleken met andere welvarende westerse landen. Daarmee is de discussie over ongelijkheid gesloten. Naast ongelijke inkomensverdeling is er echter nog een andere vorm van economische ongelijkheid: die van bezit. Vooral de allerrijksten hebben de afgelopen decennia hun vermogens enorm vergroot en deze ook relatief ongeschonden door de recente crisis geloodst. Tegelijkertijd zagen de overige Nederlanders hun vermogen afnemen en heeft meer dan de helft van de huishoudens geen vermogen of zelfs schulden. De belasting op vermogen is zeer gering en wordt, zonder noemenswaardig politiek debat, steeds verder teruggebracht. De weinige cijfers die over de toenemende vermogensongelijkheid bekend zijn laten zien dat deze in Nederland erg hoog ligt; even hoog als in de VS. Slechts in notoir ongelijke samenlevingen, zoals laatmiddeleeuws Italië, werd dit niveau bereikt. Terwijl in de geschiedenis vermogensongelijkheid in het brandpunt van de aandacht stond – in bijvoorbeeld de VS en Frankrijk- en ook nu, elders in de wereld, ontbreekt in Nederland elke vorm van een publiek debat hierover.
Effecten
Bezit geeft beschikkingsmacht en een ongelijke verdeling ervan leidt tot een concentratie van economische macht. Wanneer het private belang van de vermogenden, namelijk het verkrijgen van korte termijnrendementen, voorrang krijgt op het publieke belang, kan dit op lange termijn de samenleving ontwrichten. Dit is, zoals ook eerder aangehaald door Klaas van Egmond, het scherpst terug te zien in de speculatie op financiële markten en het werk van hedgefunds. Zij zetten grote private vermogens in en vermeerderen deze, terwijl zij daarmee overheden en bedrijven onder druk zetten en samenlevingen en voedselmarkten ontwrichten. Voor veel bedrijven bieden belastingparadijzen een uitweg uit de democratische beperkingen, plichten en lasten die de rest van ons, werkenden en werklozen, wél hebben. Ook zo kan een concentratie van vermogen bij een kleine groep mensen ontstaan. Her en der zien we hoe miljardairs hun greep op de media versterken of deze zelfs domineren - zoals Bertelsmann-Mohn in Duitsland, Berlusconi in Italië, De Mol in Nederland, en Murdoch in het Verenigd Koninkrijk. Economisch bezit wordt op die manier omgezet in publieke invloed. Via financiering door vermogenden, zoals John de Mol die Trots op Nederland sponsorde, kan politieke invloed uitgeoefend worden. De wet op de partijfinanciering in Nederland verdient daardoor onze aandacht, stelde Remco Nehmelman (hoofddocent staats- en bestuursrecht, UU) eerder al. Ook indirect zijn er ruime mogelijkheden voor vermogenden om politieke invloed uit te oefenen, bijvoorbeeld via lobbyen, zeker waar er een sterk middenveld als tegenwicht afwezig is zoals in de EU.
Historie
In laatmiddeleeuws Italië verwierven stedelijke elites een enorme rijkdom door transacties op goederen- en grondmarkten, en door financiële speculatie, en zij maakten zich vervolgens meester van de politieke macht. Machiavelli waarschuwde in zijn boek Discorsi sopra la prima deca di Tito Livi (1519) voor de invloed van vermogen op politiek en rechtspraak en de ondermijning van de gemeenschapszin en het maatschappelijke, publieke belang die kunnen ontstaan. Het inzicht dat economische en politieke macht nauw verwant zijn bracht ook latere generaties ertoe te streven naar een gelijkmatige verdeling van bezit. Dit gold voor de founding fathers van de Verenigde Staten en het gold even zeer voor degenen die zich rond 1900 in Noordwest-Europa verzetten tegen de scherpe bezitsongelijkheid. Deze ongelijkheid werd tegen gegaan door de vorming van organisaties buiten de markt. Binnen coöperaties en associaties kunnen menselijk kapitaal, economische kracht en politieke invloed door gewone mensen worden opgebouwd. Ook door markten die accumulatie mogelijk maken, zoals de markten voor grond, arbeid en vooral kapitaal, in te perken, kan tegenwicht tegen de invloed van vermogenden geboden worden. Verder door verdeling of toewijzing van bezit, zoals door de Homestead Act in de VS, en door de invoering van vermogensbelasting. Met name de erfbelasting, tot 2010 bekend als het successierecht, is ingevoerd om een voortdurende en toenemende ongelijkheid van bezit te voorkomen.
Vermogensongelijkheid op de agenda
Coöperaties en associaties zijn afgebroken, gemarginaliseerd of omgevormd tot marktpartijen. Factormarkten worden niet meer ingeperkt, maar juist vrijgemaakt en versterkt, bijvoorbeeld door de EU, via de dienstenrichtlijn, door het IMF en de Wereldbank. Geavanceerde financiële instrumenten en wereldwijde kapitaalmarkten bieden ruime mogelijkheden tot speculatie en bezitsvermeerdering. Bezitstoewijzing vindt niet meer plaats en de vermogensbelasting – inclusief het successierecht - wordt afgebouwd. Omdat elk van deze veranderingen de bezitsongelijkheid versterken zou een publiek en politiek debat over de negatieve gevolgen daarvan op zijn plaats zijn. Lees het artikel van Bas van Bavel over vermogensongelijkheid terug.
De vraag die u doorgeeft
Van Bavel: "mijn vraag aan mijn opvolger prof. dr. Lucien van Liere is wat Westerse samenlevingen kunnen leren van de rol van vermogen in de Islam?". In het volgende blog over 'bezit' zal theoloog dr. Lucien van Liere (Universitair docent en onderzoeker theologie aan de Universiteit Utrecht) nadenken over de rol van bezit in de Islam.
De voorgaande blogs over bezit: