Een beetje minder diversiteit kan ook geen kwaad

Aan het einde van 2011 haalde filosoof prof. dr. Bas Haring zich een lading kritiek en zelfs de woede van biologen op de hals. Waarom?
Leestijd 3 minuten — Vr 13 juli 2012

Prof. dr. Bas Haring publiceerde het boek 'Plastic panda's', waarin hij stelt dat het verdwijnen van dier- en plantensoorten helemaal niet zo erg is. Biodiversiteit is niet het hoogste goed. Dat concludeerde hij na zijn zoektocht naar de waarde van natuur en haar verscheidenheid. Wat is hier van waar en hoe denken andere wetenschappers hier over?

De biologen stonden op hun achterste poten, want wat dacht Haring wel niet? Hij is een filosoof en heeft dus te weinig verstand van zaken zo schreef bijvoorbeeld gelegenheidsrecensent Stephan van Duin, die zelf bioloog is. En experts, zoals ecologen, voelden zich gekrenkt en vonden dat hun wetenschap werd gediskwalificeerd. Volgens hen schetst Haring een wereld waarin geen plaats meer is voor 'overbodig verklaarde soorten'. Iets wat ook de natuurbescherming tegen de borst stuit. In het boek staat het voorbeeld van de voetbalvelden tropisch regenwoud die elke dag verdwijnen, dat zien wij als een ramp, maar is dat eigenlijk wel terecht? De focus op behoud van soorten is misschien wel overtrokken.

De filosoof als bioloog
Al is Bas Haring een filosoof, hij heeft zich wel degelijk in de materie verdiept. In 2010, het Jaar van de Biodiversiteit, deed hij onderzoek naar de wereldwijde stand van de natuur. Hij sprak met deskundigen, las rapporten, bezocht de regenwouden in Zuid-Amerika en zag de gevolgen van de kap. En zoals hij zelf zegt: “Dit boek is tot stand gekomen dankzij een speciaal georganiseerde collegereeks voor en door biologiestudenten, en gesprekken met tientallen biologen”. Bekende en deskundige natuurwetenschappers zoals Louise Fresco en Joop Schaminée lazen het manuscript om eventuele missers te elimineren. Van gebrekkig vooronderzoek is dus eigenlijk geen sprake. Toch zorgde het boek voor veel ophef, al kwamen volgens Haring de academici vooral met emotionele en persoonlijke argumenten. Een inhoudelijke discussie voerde hij met ecoloog Rob Renders aan de vooravond van de Westhofflezing van Haring op 30 mei. Renders beaamt dat veel kritiek niet op de ratio is gebaseerd, maar dat wetenschap ook emotie is en dat je er mee om moet leren gaan. Verder is hij bang dat door 'Plastic panda's' de teloorgang van flora en fauna acceptabel wordt. Haring wijst erop dat juist onderzoekers die begaan zijn met hun vak extra op argumentatie moeten letten.

De onzekerheid van wetenschap
Sommigen wetenschappers vragen zich af of er misschien een kern van waarheid in Haring's verhaal zit, maar de meesten vinden van niet. Publicaties in de wetenschappelijk tijdschriften bevestigen dat elke diersoort die verloren gaat er één te veel is en men spreekt over een grensoverschrijding qua soortenverlies. Het is echter lastig te meten wat de consequenties van het verdwijnen van een soort is en dus is het belang moeilijk vast te stellen. De natuur is complex en aan veel invloeden onderhevig, de samenstelling van een ecosysteem is sowieso verschillend. Volgens prof. dr. Bert Theunissen, die een lezing gaf bij Studium Generale over de beelden van mens en natuur, is er geen blauwdruk voor de natuur. Het 'paradijselijke', stabiele ecosysteem bestaat niet. Uit het feit dat een bepaald landschap gedurende een of twee generaties bestaat, volgt niet dat dit ecosysteem ideaal is en voortkomt uit een 'natuurlijk evenwicht'. Veel van de beelden die we hebben van de natuur verraden ons waardepatroon. Theunissen, die zelf bioloog en wetenschapshistoricus is, zegt dat wij het zijn die 'systemen' zien en van 'ecosystemen' spreken. Haring vindt het idee van soortenbehoud een 'geloof': “Dat geloof in soorten is een concept geworden, een bedenksel waarin we zijn gaan geloven, en dat steeds belangrijker wordt”. Welke plek hebben waarden in de discussie over biodiversiteit en natuurbehoud? Op dat punt lijken de meningen het meest verdeeld.

Red de ijsbeer of de krokodil?
De redetwist lijkt nog niet ten einde en zelfs de op het oog zo standvastige Haring twijfelt over het klimaat, de bio-industrie en de totale omvang van de natuur. De wereld zal veranderen, wij zijn met 15 miljard mensen, het worden er snel meer en iedereen wil eten en in steden wonen. We moeten dingen opgeven, maar wie maakt het lijstje van wat mag blijven bestaan en wat niet, als het ware een kosten-batenanalyse? Wanneer je beseft welke prachtige dieren met uitsterven bedreigd worden, kun jij dan kiezen?

Deze discussie is en blijft relevant. Biodiversiteit was één van de thema's van Rio 20+ waar de beleidsplannen op dit gebied deels gemaakt en besproken worden.