Onmisbaar voor begrip van 250 jaar opvoedgeschiedenis: Rousseau

Interview met prof. dr. Willem Koops, Universiteitshoogleraar en scheidend decaan van de faculteit Sociale Wetenschappen.
Leestijd 4 minuten — Ma 21 mei 2012
Van nature goed

In het kader van de lezingenreeks Van nature goed over Jean-Jacques Rousseau. Kijk ook het korte filmpje met drie vragen.

Rousseau is een van grootste filosofen geweest die de geschiedenis gekend heeft. 'Als driehonderd jaar na dato mensen met jouw werk in de hand elkaar staan te bevechten over wat je precies bedoelt, dan ben je een belangrijke.' Dat zegt prof. dr. Willem Koops in zijn werkkamer, tegen een achtergrond van een bibliotheek vol pedagogische werken en grote zwart-witfoto's van jazzlegendes. Het is de dubbelzinnigheid van zijn werk en leven die de nog altijd voortdurende discussie veroorzaakt. Jean-Jacques Rousseau is een verlichtingsfilosoof bij uitstek, maar stond al met één been in de Romantiek. Niet alleen de rede maar ook de gevoelswereld wilde hij een plaats geven. 'Zijn werk zit barstensvol tegenstellingen', zegt Koops.

Wat maakt Rousseaus filosofie met betrekking tot opvoeding zo actueel?
De moderne tijd begint in zekere zin bij Rousseau. De vragen die hij stelt zijn modern: hoe richt ik een samenleving zo in dat individuen vrij zijn maar wel de wet accepteren? Koops vindt Rousseaus filosofie, vooral zijn opvoedkundige werk Émile ou de l'éducation, niet zozeer actueel maar eerder essentieel voor een goed begrip van 250 jaar pedagogische geschiedenis. In vijf delen verhaalt Émile ou de l'éducation over de verschillende fasen in de opvoeding en ontwikkeling van het jongetje Émile. 'De eerste delen zijn invloedrijk en in zekere zin nog actueel. Alleen deel 5 is niet zo modern. Daarin komt Rousseau er bijvoorbeeld achter dat er ook nog vrouwen zijn en legt hij uit hoe meisjes moeten worden opgevoed zodat ze Émile kunnen bijstaan.'

'De uitspraken van Rousseau in het eerste deel van Émile blijken volledig overeen te stemmen met de eerste, sensomotorische fase van de theorie van Jean Piaget, in de twintigste eeuw de grondlegger van de ontwikkelingspsychologie. Jonge kinderen moeten zoveel mogelijk zintuiglijk opgevoed worden, volgens Rousseau, zoals ook Piaget de nadruk legt op het gebruik van zintuigen en bijvoorbeeld rondkruipen. 'Rousseau heeft fasen van de ontwikkeling verzonnen, hij wist niets van kinderen en heeft zijn eigen kinderen te vondeling gelegd. Maar zijn boek is en blijft invloedrijk: tweehonderd jaar later claimt Piaget dat hij via wereldwijd empirisch onderzoek heeft vastgesteld dat er vier fasen in de ontwikkeling van een kind zijn, die er nota bene uitzien als de fasen zoals beschreven door Rousseau.' Zijn filosofie heeft dus als een soort selffulfilling prophecy gewerkt.

Émile heeft een opvoedingsideaal geschapen dat radicaal brak met de traditie en tot ver in de negentiende eeuw invloedrijk is geweest. Voor Koops is de Franse filosoof belangrijk omdat hij in feite de fundamenten heeft gelegd voor de moderne ontwikkelingspsychologie. 'Het is alleen een beetje teleurstellend om te zien dat die fundamenten bestaan uit een beeld van het kind dat geschapen is door een effectieve filosofische literator, niet een onderzoeker.'

Rousseaus werk was gek genoeg niet opvoedkundig bedoeld. Het was meer een radicale kritiek op de toenmalige Franse samenleving: laat het kind niet ten prooi vallen aan de morele teloorgang van de Franse cultuur. Ver van het Franse hof moet het kind worden opgevoed. In de negentiende eeuw ontstaat in de rest van Europa volksonderwijs dat ingericht wordt naar de door Rousseau beschreven fasen. Met zijn werk bracht de filosoof een verschuiving van paradigma's teweeg. Zijn gedachtegoed is alleen niet meer actueel. Herschepping zou Koops ook niet willen, dat zou niet werken. 'Jean-Jacques Rousseau wilde kinderen ver van het domein der volwassenen vormen, maar in onze moderne beeldcultuur hebben kinderen toegang tot alles. De actualiteit van de filosoof is 'm gelegen in het feit dat je nu kunt begrijpen hoe opvoedingsproblemen ontstaan'.

Onderwijs en opvoeding in Nederland zijn volgens u niet utopisch genoeg, wat bedoelt u daarmee?
'Met utopisch bedoel ik dat opvoeden eigenlijk onmogelijk is als je niet een opvoedingsdoel definieert, als je niet hebt bepaald welk type volwassene je ideaal vindt voor onze samenleving. Dat is geen populaire gedachte meer. Misschien kunnen rolmodellen daarbij helpen.'

'Het werk van Rousseau is tamelijk rommelig vanwege de eindeloze tegenstellingen die er in voorkomen.' Maar dat doet niets af aan het door hem geschetste ideaalbeeld voor opvoeden. Hij laat in het boek zien hoe kinderen zich zouden moeten ontwikkelen om moreel hoogstaand te blijven. 'Ze mogen niet het slachtoffer worden van indoctrinatie en “bedoelingen” van de (toenmalige) samenleving.'

Rousseau wil kinderen niet corrumperen met bestaande regels en normen maar wil kinderen zelfstandig moreel besef bijbrengen in de hoop dat ze daarmee 'optimaal burger' worden in het type samenleving dat Rousseau voor ogen heeft. Op een congres over Rousseau waar Koops eerder dit jaar was, werd zelfs gesteld dat de Émile het culminatiepunt is van al het eerdere werk dat Rousseau heeft voortgebracht: zijn opvattingen over politiek en mensenrechten zijn allemaal medebepalend voor hoe je kinderen wilt opvoeden, en welk doel je daarbij voor ogen hebt. Dat doel wordt vaak vergeten. 'Overigens betekent dit niet dat Rousseaus utopie weer de norm zou moeten zijn.'

Wat zou Rousseau van het fenomeen'tiger moms' vinden?
In Émilekomt Rousseaus wantrouwen tegenover 'het gezin' naar voren. Opvoeders die bloedverwant zijn, zouden volgens hem te veel belangen en vooroordelen hebben om het kind zich autonoom te laten ontwikkelen. Wat Rousseau wil, is dat een wijsgeer met kennis van de kinderlijke ontwikkeling en een idee van idealen over de samenleving zich over het kind ontfermt. Die neemt het kind niet bij de hand maar laat het op slimme wijze zichzelf ontwikkelen.

Weer een tegenstelling in Rousseaus gedachtegoed volgens Koops: 'In andere boeken en opstellen schrijft hij regelmatig dat het kerngezin het uitgangspunt is van waaruit de samenleving gedacht moet worden en dat het de belangrijkste plek is voor opvoeding. Het idee dat er dit soort tiger moms zouden kunnen bestaan is voor Rousseau alleen maar een extra argument om een tutor, een wijsgeer bij een kind neer te zetten en die tutor is bij voorkeur Rousseau zelf.'