Tv-series ontleed
De Telegraaf publiceerde vorige week een artikel met een opmerkelijke vraag: “Kan een moeder wel premier zijn?” De aanleiding van deze vraag is de recente aanstelling van Belgiës eerste vrouwelijke minister-president Sophie Wilmès. De krant vraagt de lezer of moeder- en premierschap met elkaar te combineren zijn. “Wordt het in Nederland ook tijd voor een vrouwelijke minister-president?”
“Stel de vraag eens andersom, kan je wel vaderschap en premierschap combineren? Dat vragen jullie toch ook niet!” reageert een lezer. Ook Madeleijn van den Nieuwenhuizen, oprichter van de mediakritische Instagrampagina ‘Zeikschrift’, deelt deze mening. Ze kaatst provocerend de vraag terug: “Kan een seksist wel een eindredacteur zijn?”. Ze laat zo zien dat in een vraagstelling een norm verborgen kan zitten. De vraag van de Telegraaf is een ‘leidende vraag’ en duwt de lezer al een richting op. De Telegraaf insinueert hier dat er iets inherents aan het moederschap is dat premier-zijn in de weg staat, wat allesbehalve neutraal of onschuldig is, stelt Van den Nieuwenhuizen.
Door te insinueren dat iets wel of niet mogelijk is als vrouw, houd je het idee van “doing gender” in stand. Socioloog prof. dr. ir. Tanja van der Lippe (UU) vertelt over het effect hiervan op de werkvloer in de lezing ‘Tv-series ontleed: Mad Men’. “Doing gender” is het fenomeen waarbij mannen of vrouwen typerend gedrag voor hun gender vertonen. Dit kan alleen als er eerst een norm wordt geformuleerd over sociaal acceptabel gedrag. Zo is voor het voor vrouwen niet geaccepteerd om zich als een leider te gedragen, omdat leiderschap als iets typisch mannelijks wordt gezien. Van vrouwen wordt dan wél weer verwacht dat ze thuisblijven en voor de kinderen zorgen. Vrouwen of mannen gaan zich hier vervolgens daadwerkelijk naar gedragen en dit gedrag toepassen of juist vermijden. Afwijken van de gendernorm wordt namelijk afgestraft, terwijl we conformerend gedrag juist belonen, volgens Van der Lippe.
Door een vraag zoals die van de Telegraaf te stellen leer je vrouwen dat zij niet in een bepaalde beroepstak thuishoren. Dit kan verklaren waarom Rutte aangeeft dat hij moeizaam vrouwen kan vinden voor dit soort functies: hen wordt aangeleerd dat ze dit niet kunnen. Ook zet een krantenkop vraagtekens bij de enkele vrouw wél een hoge functie in een ‘mannelijk’ beroep weet te verkrijgen, zoals Sophie Wilmès. Is een vrouw als minister-president wel wenselijk? Hoort zij wel op deze plek?
Of je genderideeën in een zogenaamd neutrale vraag of een stelling verpakt, maakt voor de normatieve boodschap weinig uit. Wat vind jij: kan een man wel journalist zijn?