En er was licht
“Zelfs het witste wit is donkerder dan het licht.” Het is een uitspraak van kunstenaar Jan Andriesse, besproken door Joost Zwagerman in zijn laatste boek, De Stilte van het Licht. Andriesse probeerde het vormloze licht van de regenboog te schilderen, maar kwam tot de onvermijdelijke conclusie dat hij niet anders kon dan de regenboog donkerder te maken dan dat hij is. Want verf is nu eenmaal altijd donkerder dan licht, “zelfs het witste wit”.
Andriesses worsteling met licht is misschien wel een van de oudste in de beeldende kunsten. Hoe beeld je licht uit? De grootste kunstenaars hadden zo hun eigen manier. Denk aan het daglicht dat door de ramen op Vermeers melkmeisje valt, de schaduw in Rembrandts zelfportretten, of het kleurrijke licht dat weerspiegelt in Monets waterlelies. In de tweede lezing in de serie En er was licht spreken kunsthistoricus dr. Ghislain Kieft en curator Eelco van der Lingen over hoe kunstenaars door de jaren heen met licht hebben geëxperimenteerd. De vrijheid die ze nemen is groot, maar noodzakelijk beperkt—“het licht zelf schilderen,” stelt Zwagerman, “is misschien even onmogelijk als de zon zelf schilderen”.
Caravaggio
Een van de bekendste “meesters van het licht” is misschien wel de 17e-eeuwse Italiaanse kunstschilder Caravaggio. Door extreem versterkte donker-lichtcontrasten die typisch zijn voor de chiaroscuro of clair-obscur, bereikt hij een groot dramatisch effect. Volgens Kieft is de duisternis op de achtergrond van Caravaggio's voorstellingen daarbij minstens zo belangrijk als het licht op de voorgrond. Zoals we zien in het portret van Amor licht het figuur op tegen het donker. Het lichaam dringt zich zo aan de kijker op en confronteert hem/haar met iets wat hij/zij liever niet wil zien. Een bijna unheimische ervaring dus. Mag ik wel naar dit jonge lichaam kijken? In die zin, vindt Kieft, is Caravaggio eerder meester van de duisternis dan van het licht.
Caravaggio's invloed reikt ver voorbij zijn eigen tijd en het genre van de schilderkunst. De Italiaanse cinematograaf Vittorio Storaro, bijvoorbeeld, liet zich voor films als Francis Ford Coppola's Apocalypse Nowen Bernardo Bertolucci's Il Conformista inspireren door Caravaggio's spel met licht en schaduw. Dat is goed te zien in dit shot van Kolonel Kurtz uit Apocalypse Now.
Toch is dat nabootsen moeilijker dan het lijkt. Kieft laat een aantal foto's zien van fotografen die het licht van Caravaggio zo precies mogelijk hebben geprobeerd te kopiëren. In alle gevallen schieten ze tekort. De vrijheid van de kwast is niet gelijk aan die van de cameralens. En hoewel de schilderkunst de fotografie en de film zeker beïnvloedt, is lichtgebruik tegelijkertijd zeer mediumspecifiek. Zo ook in de muziek. Dat laat pianiste Sylvie Klijn horen aan de hand van een compositie van Willem Jeths: boventonen geven licht aan donkere grondtonen.
Veranderend licht
Van der Lingen gaat verder in op de spanning tussen lichtgebruik in 'nieuwe' en 'oude' media. Pas vanaf de Renaissance wordt licht een belangrijk element in de kunst. De platte vlakken die we kennen van de Middeleeuwen krijgen ineens diepte door schaduw en perspectief. Licht als middel om ruimte te duiden. Maar schilders hebben daarbij altijd een handicap: ze kunnen het licht zelf niet schilderen. Ze kunnen alleen de suggestie wekken van licht door het ergens op te laten vallen, zoals de muur in Vermeers melkmeisje.
De fotografie heeft deze beperking niet. De allereerste foto, stelt Van der Lingen, is het eerste kunstwerk dat gemaakt is met licht zelf. Met de opkomst van de fotografie zien we dat het lichtgebruik in de schilderkunst ook langzaam verandert. De zoektocht naar realiteit valt uit elkaar. Natuurgetrouwe weergave maakt plaats voor impressie, gevolgd door expressie en eindigt, zo zouden we kunnen zeggen, in het zwarte vierkant van Malevich.
In de tentoonstelling Lekker licht in het Centraal Museum brengt Van der Lingen diverse genres en media bij elkaar, zodat we een goed overzicht krijgen van de verschillende manieren waarop licht in de beeldende kunst wordt gebruikt. Zo maakte de hedendaagse kunstenaar Oscar Santillon een steen van precies 2.5 kg, de massa van al het zonlicht op aarde. Het kunstwerk wijst dus op een niet zo vanzelfsprekende eigenschap van licht: licht uitgedrukt in gewicht.
Licht en donker
De rol van licht in de beeldende kunst is constant in beweging, niet in de laatste plaats door de ontwikkeling van nieuwe technieken. Maar één ding blijft hetzelfde. Op zoek naar het zachtste, felste, of scherpste licht kan ze nooit zonder het donker. Dat zag ook Joost Zwagerman, die door zijn plotselinge overlijden helaas niet kon komen spreken op deze avond. Zijn heldere observaties over licht en donker in de kunst zijn warm aan te bevelen.
De volgende lezing in de serie En er was licht is op maandag 28 september. Dan spreken dichter Ingmar Heytze en letterkundige prof. dr. Paul Wackers over licht in de literatuur. Wat doet de dichter met licht en donker? En wat was de rol van licht in de 'donkere' Middeleeuwen?
Bekijk ook de animatie over de kunstenaars Caravaggio en Santillon.