De Duiders
Die vragen verkenden we in een gesprek met atoomfysicus prof. Wim Turkenburg binnen onze serie De Duiders. De klimaatcrisis zorgt voor een hernieuwde blik op kernenergie, want er moeten dringend nieuwe methoden voor energiewinning gevonden worden waarbij er geen CO2-uitstoot plaatsvindt. Hoe werkt deze nucleaire energie eigenlijk? “In de natuur vind je uranium, een stof die je in een kerncentrale goed kan splijten,” legt Turkenburg uit. “Bij die splijting ontstaat heel veel energie en radioactief afval in de vorm van brokstukken van de splijting.” Een groot voordeel van deze vorm van energiewinning is dat er geen CO2 vrijkomt bij de splijting, waardoor kernenergie een gunstig en vooral duurzaam alternatief is om aan de nog altijd toenemende energievraag te voldoen. Waar buurlanden als Engeland en Finland volop investeren in kernenergie om hun energiezekerheid voor de toekomst veilig te stellen, vinden er in Nederland weinig ontwikkelingen op dit gebied plaats. Dat is zorgelijk, volgens Turkenburg, omdat de bouw van een kerncentrale al gauw 25 jaar kan duren. “Wij hebben in Nederland een grote kennisachterstand opgelopen op het gebied van kernenergie. Onze industrie kan het niet waarmaken en bouwbedrijven willen het financiële risico niet lopen om te investeren in de bouw van kerncentrales. De overheid telde 2 jaar geleden nog maar 1,5 persoon aan fte die iets wist over kernenergie,” waarschuwt Turkenburg. Een toekomst met kerncentrales die draaien op volle toeren lijkt in Nederland dus ver weg.
Ook in de verkiezingen en aan de formatietafel is kernenergie een hot topic, maar wel één vol misvattingen. Zo wordt er op rechts gesteld dat kernenergie alle problemen kan oplossen. “Zelfs als we vier tot acht kerncentrales laten draaien, kunnen we maar een klein deel van onze energiebehoefte in 2050 dekken. Links van het politieke spectrum wordt er daarentegen beweerd dat deze behoefte volledig vervuld kan worden met energie van de zon, wind en groene waterstof, dat is ook onzin. De situatie is ernstiger dan er in de politiek gedacht wordt en we moeten niet steeds alternatieve opties afwijzen,” aldus Turkenburg.
Kritiek op kernenergie
Twee veelgehoorde kritiekpunten bij de inzet van kernenergie zijn de risico’s en kosten die eraan verbonden zijn. Door ontwikkelingen is de veiligheid van kernenergie echter wel toegenomen. En zo geeft Turkenburg zelf het voorbeeld van hoe de publieke opinie kan veranderen. “In 1972 heb ik zelf voor Milieudefensie een bezwaarschrift geschreven tegen het in bedrijf stellen van een kerncentrale in Borssele, omdat ik vond dat het goedgekeurde risico te groot was,” legt Turkenburg uit. Het ging toen om een risico dat eens in de duizend jaar dat een reactor draait een kernramp à la Fukushima plaatsvindt. Dat komt met bijna 500 reactoren in de wereld neer op een ramp eens in de twee jaar. Maar tijden veranderen en inmiddels is de veiligheid duizend keer groter geworden, waardoor de kans op zo’n kernramp nog maar eens in de miljoen reactorjaar is. “Eenzelfde bezwaarschrift zou ik vandaag niet meer schrijven,” vertelt Turkenburg.
Ook het kostenplaatje van kernenergie wordt besproken, want het zou volgens tegenstanders de duurste alternatieve energiebron zijn. Toch pleit Turkenburg ervoor om bij de keuze voor alternatieve energiebronnen niet alleen naar de prijs per kilowattuur te kijken. “Als je puur naar de kilowattuurprijs kijkt, dan is die van zonne- en windenergie lager dan van kernenergie. Maar het probleem hier is dat je alleen zonne-energie hebt als de zon schijnt. Energie heb je vooral in de winter en ’s avonds nodig, maar dan is er minder zon. Als we vol inzetten op zonne- en windenergie kunnen we maar een deel van onze energievraag dekken en dan moet je dus ook echt gaan kijken naar alternatieven.”
Zo lijkt de kritiek op kernenergie door de jaren heen vrijwel onveranderd gebleven: het zou te duur en risicovol zijn en daarnaast te veel gevaarlijk radioactief afval produceren. Toch is de publieke opinie ten aanzien van kernenergie onder druk van de klimaatcrisis en een stijgend energieverbruik aan het veranderen. Het is dus de vraag of en voor hoe lang Nederland blijft toekijken naar hoe de buurlanden gebruik maken van kernenergie, voordat het besluit om zelf meer te gaan investeren in de energiebron.