Paniek om niks?

Sinds de jaren negentig kampen Marokkanen in Nederland met een negatief groepsimago, gebaseerd op een kleine groep die uitblinkt in sociale problemen en criminaliteit. Ze zouden een bedreiging zijn voor de normen en waarden van de Nederlandse samenleving. Cijfermatig is daar geen bewijs voor, en toch maken veel mensen zich druk. Waar komt dat vandaan? En wat voor rol spelen de media en politiek?
Leestijd 4 minuten — Do 10 maart 2022
Science Café Utrecht

In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw kwamen veel Marokkaanse gastarbeiders naar Nederland. Eerst alleen, daarna brachten ze ook hun vrouw en kinderen hiernaartoe. Er ontstond een grote Marokkaanse gemeenschap: in 2008 woonden er ruim 335.000 Marokkanen in Nederland. Tussen 2000 en 2010 vond een aantal ingrijpende incidenten plaats waar Marokkaanse Nederlanders een rol bij speelden. De incidenten hadden allemaal te maken met criminaliteit of radicalisering, en kenden grote maatschappelijke gevolgen. De politiek bemoeide zich ermee en de media deed uitgebreid verslag. Na verloop van tijd kwam het woord ‘Marokkaan’ voor veel mensen in Nederland gelijk te staan aan criminaliteit, extremisme en overlast. Hoe heeft het zover kunnen komen?

Marokkanenpaniek

Criminoloog dr. Abdessamad Bouabid (EUR) deed jarenlang onderzoek naar deze zogenaamde ‘Marokkanenpaniek’. Hij vertelde erover in het Science Café. Bouabid legt uit dat het een vorm van de klassieke moral panic is, naar de theorie van de Britse wetenschappers Stanley Cohen en Jock Young. Zij definiëren morele paniek als een publieke massabeweging. Een wijdverbreide - vaak irrationele - angst dat een individu of groep een bedreiging vormt voor de waarden, veiligheid en belangen van de samenleving. De morele paniek richt zich vaak op minderheden en kan rekenen op bemoeienis van de politiek en media. Ook resulteert het regelmatig in het ontstaan van nieuwe wetten of beleid die zich richten op de bron van paniek. In het geval van de ‘Marokkanenpaniek’ leidde het tot meer sociale controle in Nederland. Daarnaast ervaren veel Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond discriminatie, op de arbeidsmarkt en daarbuiten.

Conducteurs in burgerkleding

Een morele paniek gaat vaak in golven: even is de paniek heel erg en dan ebt het weer weg. In de jaren negentig was er veel angst voor de verdorven invloed van rock- of rapmuziek op tieners. Daar hoor je ouders nu nooit meer over. Het bijzondere aan de ‘Marokkanenpaniek’ is dat het een doorlopende morele paniek is, aldus Bouabid. De paniek wordt gevoed door media en politici. Denk bijvoorbeeld aan de de ‘minder Marokkanen-uitspraak van Geert Wilders in 2014, waarvoor hij in 2020 veroordeeld is. Of de foto die Thierry Baudet begin 2020 op Instagram plaatste, met in het bijschrift: ‘Vanavond zijn twee dierbare vriendinnen ernstig lastiggevallen door vier Marokkanen in de trein. Aangifte doen natuurlijk volstrekt zinloos.’ Na onderzoek door de NS bleek het om een standaard kaartcontrole te gaan door conducteurs in burgerkleding.

Morele panieken verspreiden zich omdat ze passen in een klassieke verhaalstructuur, aldus filosoof Linde van Schuppen (RU) Er zijn allerlei problemen in Nederland, die al begonnen in de jaren 90. Werkeloosheid, te weinig huisvesting en andere onzekerheden. De oorzaak daarvan is complex, maar de Marokkanenpaniek geeft een makkelijk alternatief. Zij zijn ‘slechteriken’, die het land verpesten voor de ‘goeieriken’. “Ze pikken onze banen in en vallen onze vrouwen lastig” is dan een aantrekkelijkere boodschap dan de feiten of cijfers. Die doen er niet meer toe. De onderbuik regeert. Ook Thierry Baudet blijft in dat frame en via social media stookt hij de paniek weer op.

'Het volk denkt van wel'

De sterke rol van verhalen en de onderbuik, en de zwakke kracht van cijfers wordt duidelijk in de vele talkshows die er tegenwoordig zijn. Mediawetenschapper dr. Dan Hassler Forest (UU) laat een fragment zien van Pauw uit 2018 (vanaf 20:18). Advocaat Jan Vlug is te gast, hij heeft het over de dalende criminaliteit in Nederland. De cijfers en bewijzen daarvoor zijn er. Een andere tafelgast, Gerard Joling, is ervan overtuigd dat Nederland steeds onveiliger wordt en er meer inbraken en overvallen worden gepleegd. Op de opmerking van Pauw dat “dat dus niet zo blijkt te zijn”, zegt Joling: “Maar het volk denkt van wel”. Door Vlug en Joling tegenover elkaar te zetten, lijkt het ook alsof hun argumenten even sterk zijn. iets wat vaker op televisie te zien is.

Bewustwording

Bij morele panieken zijn er dus aan de ene kant de statistieken en feiten, en aan de andere kant emoties en angsten. Die lijken met elkaar te botsen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we alert zijn op morele panieken en er niet in meegaan? Van Schuppen geeft het advies om bij jezelf na te gaan of je woede of angst voelt tegenover een persoon of groep die je eigenlijk niet fysiek kent of bent tegengekomen. Volgens Bouabid begint het allemaal bij bewustwording. Als je weet dat morele paniek bestaat, zul je het ook sneller herkennen. Daarnaast benadrukt hij dat de mensen ook daadwerkelijk ergens bang voor zijn en de angst moet dus altijd serieus genomen worden. Voor de invloed op de samenleving maakt het weinig uit of de oorzaak van de morele paniek wel of niet een hersenschim is. Volgens Hassler-Forest is het ook tijd om kritisch naar je eigen mediaconsumptie te kijken: als je de hele dag op Twitter of Facebook zit te scrollen en het nieuws checkt, dan krijg je veel informatie binnen. Misschien wel meer dan je aankan, het is dan ook makkelijker om ergens bang voor te worden.

Wil je meer weten over hoe massahysterie, morele paniek en collectieve angst werkt? Kijk dan naar het Science Café.