We weten allemaal hoe moeilijk het kan zijn de verleiding te weerstaan van een lekker stukje chocola tegenover een gezonder alternatief als een banaan. Je moet dan ook stevig in je schoenen staan wanneer je als ouder inkopen gaat doen in de supermarkt. Uit onderzoek van UNICEF blijkt namelijk dat driekwart van de producten voor kinderen in de supermarkten valt buiten de schijf van vijf. Zo hebben de producten een tekort aan vezels of teveel suikers en vetten. Waar dat toe leidt, legt Unicef-directeur Suzanne Laszlo uit in het Parool: “Kinderen eten te weinig wat goed voor ze is en te veel van wat ze niet nodig hebben. Dat maakt ze vatbaar voor bijvoorbeeld diabetes en overgewicht.” Een gezond voedingspatroon aanleren vanaf jonge leeftijd is een belangrijk kinderrecht, stelt Laszlo. Is het inderdaad een probleem als kinderen regelmatig een uitstapje maken buiten de schijf van vijf?
In de media heeft suiker al langere tijd vet vervangen als de bad guy, omdat het overgewicht zou veroorzaken. Voedingswetenschapper dr. ir. Trudy Voortman (Erasmus MC) legt in het Science Café over Suiker uit dat dit te zwart-wit is: “Als we meer suiker eten en minder van iets anders, dan wordt je er in principe niet dik van.” Het probleem van de kinderproducten is echter dat er vaak toegevoegde suikers in zitten. Bovendien is de combinatie van vet met zoet een gevaarlijk lekkere stimulus voor het brein. Voedingswetenschapper prof. dr. Jaap Seidell (VU) noemt dit het bliss point: de perfecte samenkomst van suiker, zout en vet dat ervoor zorgt dat je sneller overeet. De supermarkten zijn ruimschoots gevuld met een ongezond aanbod voor kinderen. Zijn het dan de ouders bij wie de verantwoordelijkheid ligt om de gezonde keuze te maken voor hun kinderen? Of is er wellicht ook een rol weggelegd voor de supermarkten en de overheid in het creëren van een evenwichtiger aanbod? Leer meer over deze kwestie door de lezing hier terug te kijken of het artikel te lezen.