Waarom alle witte mannen tussen de 25 en 35 een seriemoordenaar kunnen zijn

'Profiling' is populair in Hollywood en wordt gebruikt door échte FBI-agenten, maar een solide wetenschappelijke basis is er niet.
Leestijd 4 minuten — Wo 21 februari 2018
Tv-series ontleed

"Behavior reflects personality. The best indicator of future violence is past violence. To understand the "artist" you must study his "art". The crime must be evaluated in its totality. There is no substitute for experience, and if you want to understand the criminal mind, you must go directly to the source and learn to decipher what he tells you. And, above all: Why + How = Who."

Deze quote komt uit het boek Mindhunter: Inside the FBI's Elite Serial Crime Unit, geschreven door John E. Douglas. Het boek dat de wereld van opsporingseenheden in Amerika ingrijpend veranderde en Hollywood decennialang inspireert. De Netflix-serie Mindhunter is gebaseerd op dit boek en laat zien hoe Douglas, in de persoon van Holden Ford, samen met zijn collega Bill Tench seriemoordenaars interviewt. Zo proberen ze denk- en gedragspatronen te ontdekken, die ze vervolgens willen inzetten om lopende moordzaken sneller op te lossen. In de reeks Tv-series ontleed vroegen we aan forensisch psycholoog mr. dr. Lydia Dalhuisen (UU): is wat Douglas hierboven zegt waar?

Wat maakt een psychopaat een psychopaat?

"When I see a pretty girl walking down the street, I think two things. One part wants to be real nice and sweet, and the other part wonders what her head would look like on a stick"

Ed Kemper oftewel 'de Co-ed Killer' is het meest uitgewerkte personage in de serie en ondanks - of eigenlijk dankzij - zijn verschrikkelijke daden een intrigerend persoon. Hij schept graag op over zijn 'werk' en legt ook uit waarom hij doet wat hij doet.

Volgens Dalhuisen is Kemper een klassiek voorbeeld van iemand met psychopathie, een zeldzame persoonlijkheidsstoornis. Zo'n 1% van de bevolking heeft het, maar in een populatie van criminelen en forensische patiënten kan het tussen de 25 en 30% liggen. Hun stoornis kenmerkt zich door een gebrek aan empathie en berouw, en in het algemeen een veronachtzaming voor de sociale en morele normen. Hun relaties worden gedomineerd door geweld en manipulatie, maar ze zijn vaak charismatisch naar buiten toe. Kemper is een innemende man, hij weet ook wat zijn publiek wil horen. Zelf geeft hij zijn moeder de schuld van zijn gedrag, maar volgens Dalhuisen is het een combinatie van nature en nurture. Er zijn wel aanwijzingen van afwijkende hersenactiviteit en hormoonlevels bij mensen met deze aandoening, maar “niet alle kinderen die psychopathie hebben worden een psychopaat”. De moeder van Ed misbruikte hem en dat is natuurlijk niet bevorderlijk. Dalhuisen: “onveilige hechting in de vroege levensfase is vooral bij jongens een risico”. Interessant: in hoge managementlagen lopen veel mensen (3-4%) met psychopathie rond, de zogenaamde snakes in suites.

Profiling is pseudowetenschap

Tench: It's always the mother. They all have a crazy, angry mother.
Ford: Or an absent father. Benjamin only changed after his father took off. Maybe it has nothing to do with the mother.

Op basis van de interviews met Kemper en nog 35 andere moordenaars en verkrachters, is het hedendaagse profilen gebaseerd. We zien het vakgebied ontstaan in Mindhunter, maar kennen het ook van series Criminal Minds en Profiler, en natuurlijk uit de filmklassieker Silence of the Lambs. Door de plaats delict en het slachtoffer grondig te observeren, zouden deskundigen allerlei conclusies kunnen trekken over de moord en de moordenaar: de mate van planning, of het om een impulsieve actie of een gerichte aanval ging, hoe handig de dader is in het opruimen van forensisch bewijs, en of er tekenen van seksueel sadisme zijn. Dat klinkt te mooi om waar te zijn en dat is het ook. Douglas en zijn collega's hebben veel gepubliceerd over hun onderzoek, maar het is en blijft (net als CSI-achtige praktijken overigens!) pseudowetenschappelijk. Een kwalijke zaak, want ook in het echt gebruikt men de techniek.

Dalhuisen somt een aantal kritische punten op:
• De onderzoekspopulatie van Douglas en consorten was klein en biased: 36 witte mannen, die gepakt waren en erg gewillig waren om te praten.
• Ze zijn allemaal psychopaat: hoe betrouwbaar zijn hun verhalen als je weet dat manipulatie hun handelsmerk is?
• De plaats delict is cruciaal in profiling: maar elke onderzoeker heeft een eigen interpretatie van zo'n plek. Daarnaast kun je je afvragen of gedrag van een dader op deze plek zich laat vertalen naar gedrag in een 'normale' situatie. Als een plaats delict rommelig is hoeft de dader niet per se ook een rommelig huis te hebben.

Uiteindelijk zorgt dit ervoor dat elke profielschets grofweg uitkomt op een witte man tussen de 25 en 35 met een moedercomplex. Een soortgelijke schets leidde ertoe dat in de casus van de 'Beltway Snipers' in 2002, de daders veel later gepakt werden. De schutters waren twee zwarte mannen, een van 17 en een van 40. Zij waren al meerdere malen gespot in de buurt van de crime scenes en zelfs aangehouden, maar de politie was op zoek naar een witte man in een wit busje. Kortom: profiling zorgt voor tunnelvisie.

Hebben we dan echt helemaal niks aan profiling? Dalhuisen legt uit dat zij zelf profielen voor de politie heeft gemaakt van brandstichters. Op basis van interviews en analyses van 600 brandstichters kwam ze tot vijf profielen. Die geven richting aan onderzoek en dat is handig als je zoekt naar een speld in een hooiberg. Maar individuele kenmerken zal ze nooit geven. Mindhunter mag dan gebaseerd zijn op waargebeurde feiten en perfecte imitaties van interviews met serie-moordenaars tonen, we moeten profiling niet te serieus nemen.