Tv-series ontleed
Enkele weken geleden kwam het derde seizoen van Narcos uit. Een goed moment om de twee daarvoor te ontleden. Antropoloog dr. Martijn Oosterbaan heeft de hele zomer zitten bingewatchen. In zijn onderzoek bestudeert hij religie en populaire cultuur in Zuid-Amerikaanse landen en vooral in Brazilië. Maar hij verlegde voor de lezingenreeks Vierkante Ogen zijn focus. Als antropoloog heeft Oosterbaan een unieke blik op de klopjacht op Pablo Escobar, de 'war on drugs' en de rol van tv-series en documentaires in ons begrip van criminaliteit. Het gaat over de rol van overheden in de drugshandel. Wie mag gerechtvaardigd mensen straffen? En hoe kan een meedogenloze psychopaat een nationale volksheld zijn?
Narco drama's
Scarface, Blow, Traffic, Sicario, Breaking Bad... Hollywood houdt van verhalen over het wel en wee rondom drugshandel. Netflix heeft met Narcos dan ook niks nieuws aangeboord. Sterker nog, in Zuid-Amerika bestaat er een heel genre genaamd narco drama. Van soap-series tot liedjes over het leven van drugsbarons, het publiek smult er van. De narcos, oftewel de drugsdealers, zijn ambivalente karakters die, hoewel zij betrokken zijn bij illegale praktijken, sterke sociale en persoonlijke verplichtingen hebben bij lokale gemeenschappen, familieleden en vrienden. De narco drama's gaan voornamelijk over de mogelijkheid van een dragelijk bestaan in een wereld vol bendes, drugs, geweld en armoede. Dat is voor ons ver weg, maar voor veel mensen in Zuid-Amerika de dagelijkse realiteit. De regisseur José Padilha en hoofdrolspeler Wagner Moura van Narcos komen uit Brazilië, waar zij eerder werk maakten dat de tragiek rondom de drugshandel aan de kaak stelt. Vooral de incompentie van de overheid en de politie is een terugkerend thema. De ellende komt dus niet alleen van Escobars kant, maar ook van de Drug Enforcement Agency (DEA) en de agenten die het heft in eigen hand nemen en kartelleden vermoorden.
Escobar is een sociale bandiet
De overheid en politie spelen een andere rol in de meeste Zuid-Amerikaanse landen, dan in Nederland (en deels in Amerika). Corruptie is een groot probleem. Burgers vertrouwen ambtenaren, agenten en militairen niet of nauwelijks. Laat staan dat ze een gevoel van veiligheid creëren. Dit zorgt voor een vacuum én voor een grijs gebied. Wie is een 'good guy' en wie een 'bad guy'? Criminelen zoals Escobar hebben zoals eerder beschreven vaak nauwe contacten met gemeenschappen in bepaalde wijken. Ze brengen orde, doordat ze geweld controleren. Tevens zorgen ze voor werkgelegenheid en brengen ze soms geld naat de bevolking. Ze zetten sociale projecten op. In Narcos wordt dit werk van Escobar nogal uitvergroot, maar hij deed wel degelijk ook 'goede' dingen. Dit kan zeker voor eigen gewin zijn geweest, maar voor sommige Colombianen is dat van ondergeschikt belang. 'Sociale bandieten', zoals ze genoemd worden zijn de Robin Hoods van nu. Het maakt dat ze mythische status krijgen en op bijna religieuze wijze, tot op de dag van vandaag, vereerd worden. De grote sociale ongelijkheid en het gebrek aan stabiele orde zijn hier de oorzaak van. Een thema dat ze in Narcos niet verder uitdiepen. Dat zou leerzaam zijn, want dat een kartelleider vooral arme mensen een gevoel van verlossing en vastigheid kan bieden, is voor Nederlanders nauwelijks voor te stellen, aldus Oosterbaan.
De rol van Amerika
Ondanks de Braziliaanse inmenging is Narcos een Hollywoodproductie. De prominente rol van de DEA word je vanaf het begin af aan opgelegd door de voice-over, het zijn heroïsche Amerikanen die met een 'rechtvaardige oorlog' tegen drugs bezig zijn. Die Colombia zien als mysterieus oord waar "the bizarre shakes hands with the inexplicable on a daily basis” en een land "where dreams and reality are conflated.” Maar de kartels floreren daar echt niet omdat er mystieke krachten aan het werk zijn. Door corruptie is er een klimaat geschapen waarin dit mogelijk is. De Amerikanen hebben echter ook geen schone handen. Ja, de DEA agenten willen Escobar pakken omdat ze denken een 'war on drugs' te voeren. Maar in latere seizoenen blijkt dat de cocaïnehandel mede mogelijk wordt gemaakt door de CIA, in hun strijd tegen communistische groeperingen. Er zijn zelfs aanwijzingen dat toenmalig president George H.W. Bush hiervan wist. Dit zien we niet Narcos, maar wordt beschreven in het boek Cocaine Politics: Drugs, Armies, and the CIA in Central Americaen valt te beluisteren in dit interview met onderzoeksjournalist Robert Parry. Je kunt je dus afvragen in hoeverre de 'war on drugs' echt om drugs gaat. Het blijkt maar weer: there is no business, like blow business.
De powerpoint van Oosterbaan kan je in het geheel downloaden.