Blik op het Westen

Hoe kijkt men in Oost tegen West aan?
Leestijd 3 minuten — Do 17 oktober 2013
Oost west thuis best

Het Westen: een gebied waar individualisme welig tiert, de zeden ver te zoeken zijn en iedereen zoveel mogelijk consumeert. Vrouwen zijn lustobjecten die verleiden tot alles wat God verboden heeft en ouderen stopt men weg in verzorgingstehuizen. Ze werpen een zo hoog mogelijke muur op om te voorkomen dat buitenstaanders in hun weelde delen en zijn enkel bereid zich te bekommeren om een gebied daarbuiten als er olie te halen is. Is dit hoe er in het Oosten over het Westen gedacht wordt? Lang niet door iedereen, zo bleek tijdens de tweede avond Oost west thuis best. 'Dé Arabieren' of 'hét Oosten' bestaat net zo min als 'dé Westerlingen' of 'hét Westen'. Toch valt er een hoop terrein te winnen.

Het beeld van de ander
Arabiste Petra Stienen kwam vaak met varianten van bovenstaande vooroordelen in aanraking. Als alleenstaande, zelfstandige, gescheiden vrouw word je nog wel eens kritische vragen gesteld. Er zijn weinig Arabieren die hun dochter graag zien worden wat Stienen is. Dit is voor Stienen geen reden het gesprek uit de weg te gaan: “Als ik vertel dat voor ons burger- en politieke vrijheden een moreel kompas zijn geworden, dan merk ik verbazing.” Oordelen zijn volgens Stienen niet zo erg, daarover kun je met elkaar praten. Het wordt pas een probleem als je op basis van dat oordeel gaat uitsluiten. Dan vindt namelijk de ontmoeting niet meer plaats en blijft het beeld van de ander ongenuanceerd en eenzijdig onderbouwd.

Gelaagdheid
Dat niet iedere Egyptenaar, Syriër en Iranees hetzelfde denkt over het Westen is duidelijk. Niet iedereen zet het Westen neer als het ultieme kwaad. Dat is eigenlijk niet verwonderlijk, zeker niet als je kijkt naar de geschiedenis van veel landen in het Midden-Oosten. Dr. Robbert Woltering, directeur van het Amsterdam Centre for Middle Eastern Studies, wijst op de geschiedenis van Egypte ter illustratie. In de 19e eeuw vond onder andere daar drastische modernisering plaats. De nieuwe bovenlaag is op het Westen georiënteerd en liberaal. Deze stroming werd opgevolgd door een links-nationalistisch discours dat in het Westen “een kapitalistische, imperialistische uitbuitingscultuur ziet”, zegt Woltering. Op cultureel gebied is er nog niet een heel groot bezwaar tegen het Westen. Dat komt pas met de opkomst van het islamisme vanaf de jaren '70. Zo zie je dat het beeld van de ander bepaald wordt door ideologische motieven.

Al deze stromingen hebben hun sporen nagelaten in de huidige samenleving. Ook Jan Keulen, directeur van het Doha Centre for Media Freedom, wijst op een historisch gegeven: “Persvrijheid was al in het Ottomaanse Rijk aanwezig in 1838. Dit idee komt later terug, zeker in Egypte en Libanon. Er is een rode draad, hoewel deze misschien niet altijd zichtbaar is.”

Verantwoordelijkheid
Ondanks de verschillende houdingen ten opzichte van het Westen, is de negatieve tegenwoordig dominant. Volgens prof. dr. Mineke Schipper, hoogleraar Interculturele Literatuurwetenschap, komt dit omdat de fanaticus het beeld van het Westen kaapt. Ideeën uit het Westen worden afgebrand, of men verbergt hun afkomst. Schipper vertelt over een Iraans filosoof die alleen over het gedachtegoed van Kant en Hegel kon praten zolang hij deed alsof die ideeën uit de Islam kwamen. Een positiever beeld van de ander kan je niet van buiten afdwingen. Schipper: “Iedereen heeft de verantwoordelijkheid om in de eigen groep elkaars ogen te openen.”

Ook de media kunnen hieraan bijdragen. Maar dan moet er wel mediavrijheid zijn en moet men enige 'medialiteracy' hebben, benadrukt Keulen. Het probleem is volgens hem niet het komen aan informatie – internet is veelvuldig aanwezig in de Arabische landen – maar het kritisch ernaar kijken wel. Helaas is het daarmee in veel Arabische landen nog slecht gesteld. Keulen ziet daarom onderwijs als één van de belangrijkste taken van het Doha Centre: “Door kinderen te leren hoe je informatie kan beoordelen, bereik je uiteindelijk zelfs misschien de ouders.”

De ontmoeting
De belangrijkste les van de twee avonden over beeldvorming tussen Oost en West is dat we kennis van elkaar moeten nemen. Net als Stienen wijst Schipper op het belang van het ontmoeten van de ander en het blijven praten met elkaar. Dit geldt op politiek niveau, maar ook voor de 'gewone mensen' zowel off- als online. Lezen over elkaar vergroot de kennis en het inlevingsvermogen. “Wees nieuwsgierig naar elkaar” spoort Stienen aan. Schipper roept daarbij op vooral naar de overeenkomsten te kijken en niet alleen de verschillen te zien. Zo kunnen we van exclusie- naar inclusiedenken gaan.

Wil je de sprekers terugzien? Kijk dan Blik op het Westen terug.