Het gezag van de rechter staat al tijden onder druk.
De Nederlandse Vereniging voor de Rechtspraak maakte onlangs bekend dat 700 van de in totaal 2500 rechters in Nederland vinden dat zij hun werk niet goed kunnen doen. De klachten, die werden vastgelegd in het zogeheten Manifest van Leeuwarden, betreffen vooral de toegenomen werkdruk en de bureaucratie. Toen ook de relatie met De Raad voor de Rechtspraak, het eigen gezagsorgaan, werd bekritiseerd, stelde de Raad direct een onderzoek in naar 'de opstand der vermoeide rechters.' President van de Hoge Raad Geert Corstens schreef eerder in NRC Handelsblad dat de nadruk teveel ligt op kwantitatieve doelstellingen. Door de internationalisering van het recht en nieuwe wetgeving, en jurisprudentie zijn met name in het strafrecht de dossiers omvangrijker geworden.
Een tendens waarin rechters telkens hun gezag moeten blijven bewijzen is duidelijk zichtbaar. Dit is logisch, want de macht van het recht, die zelfs kan leiden tot vrijheidsberoving, vraagt om legitimering. Daarbij mag niet uit het oog verloren worden hoe belangrijk het is dat rechters het gezag van het recht waarmaken, in stand houden. De roep vanuit de rechtspraak om een verschuiving van de huidige focus op efficiëntie en kwantiteit naar een focus op kwaliteit moet daarom absoluut serieus genomen worden. Immers, zonder kwaliteit geen autoriteit, en zonder autoriteit kan de rechtspraak de orde in de samenleving niet handhaven.
Eind februari publiceerde de Groene Amsterdammer een nummer met focus op de nog altijd actuele vraag naar het gezag van de toga. Met de covertitel 'De lijdende rechter' insinueert de Groene Amsterdammer echter al dat het vooral de rechters zelf zijn, die de afkalving van het rechterlijk gezag als probleem ervaren. Want hoe groot is het probleem nu daadwerkelijk?
Hoewel sinds 2005 het aantal strafvonnissen met een kwart is gedaald, zijn de doorlooptijden met een vijfde gestegen en is het budget dat wettelijk is vastgelegd juist toegenomen. In een opiniestuk in NRC Handelsblad verwijt oud-procureur-generaal van het gerechtshof in Leeuwarden, Dato Steenhuis, de collega's uit zijn stad "over het paard getilde professionals te zijn die vergeten dat ze een belangrijke maatschappelijke functie te vervullen hebben. Niet zij behoren centraal te staan, zij moeten de samenleving dienen."
Omdat we weinig boodschap hebben aan autoriteit eisen burgers steeds meer openheid, ook in de rechtspraak. Maar zijn we wel in staat de fouten die hierdoor zichtbaar worden te accepteren? In de Nacht van Descartes Het gezag van de toga stelde Studium Generale de positie van rechters centraal. Verschillende sprekers afkomstig uit het juridisch wezen spraken over de vraag in hoeverre de rechtspraak haar autoriteit verliest. Kunnen de geschiedenis en filosofie van het recht en de vergelijking met de wetenschap het recht helpen haar plaats in onze samenleving te hervinden? Je kunt de lezingen in die serie hier terugzien.