Virussen als heersers van de wereld

De Mexicaanse Griep heeft voor grote onrust gezorgd en doen inzien dat de strijd tegen virussen nog lang niet is gewonnen.
Leestijd 4 minuten — Do 15 oktober 2009
Vergezichten

Behoeft de Mexicaanse griep nog enige introductie? Waarschijnlijk niet. De afgelopen maanden zijn we door de media immers gebombardeerd met aandacht voor deze griepvariant. Hoewel de ergste storm geluwd lijkt, zowel in het nieuws als qua verspreiding van de griep, is de vraag gerechtvaardigd in hoeverre de mens nog veel langer zijn neus op kan halen voor de potentiele verwoestingen die virussen aan kunnen brengen in onze populatie. Het verleden heeft immers geleerd dat besmettelijke ziekten op rampzalige wijze huis konden houden onder de mensheid.

Waar staan we nu in onze strijd tegen virussen, en waar gaat die strijd naartoe? Antwoorden krijgen we van Prof. dr. Marion Koopmans, die als hoofd van de afdeling Virologie van het laboratorium voor Infectieziekten bij het RIVM en bijzonder hoogleraar in de virologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, haar visie op virussen geeft.

Het leven van een virus
Wat is een virus? Koopmans vergelijkt een virus met een postpakketje. Het pakketje beschermt de inhoud, het genetische materiaal. Dit materiaal moet van de ene cel naar de andere cel, waarna het virus functies binnen de cel over begint te nemen en op die manier zowel zijn genetisch materiaal als de envelop vermenigvuldigt waardoor kopieën ontstaan. Daarmee is het 'leven van een virus' samengevat: nakomelingen produceren. (Strikt genomen hoort daar de notitie bij dat virussen officieel niet als levende organismen worden aangemerkt.)

Dat virussen zo succesvol zijn in het infecteren van mensen heeft met verschillende factoren te maken. Zo groeit de bevolking, en daarmee de behoefte aan voedsel. Vlees van vogels blijkt een voorname bron van virussen te zijn, dus neemt de kans op verspreiding toe. De bevolkingsgroei maakt ook dat de bevolkingsdichtheid groeit; in mega-steden staan mensen veel met elkaar in contact, waardoor een geïnfecteerde veel 'slachtoffers' kan besmetten. Vooral omdat mensen steeds meer reizen en zo een virus zich sneller kan verspreiden. Daarnaast wordt de mens steeds ouder (dus heeft hij langer de kans op besmetting), en is de bevolkingssamenstelling veranderd.

Seizoensgriep
Schrik niet, maar we zijn omgeven door virussen. Toch krijgen we vaker niet dan wel een infectie. We hebben immers een immuunsysteem. Als dat systeem in contact komt met een virus dat ons al eerder heeft besmet, treedt het snel en krachtig op tegen het virus. Door hun genetische inhoud te veranderen (muteren of combineren met virussen die bij dieren voorkomen) verandert het materiaal van het virus, wordt de indringer niet als bekend aangemerkt door het immuunsysteem, en kunnen we er opnieuw ziek van worden. Op deze manier kunnen we elk jaar weer ziek worden van het Influenza-virus en griep krijgen. Hierdoor staat het griepvirus al lange tijd in de belangstelling van de wetenschap. Ook in de winter van 2009 was de wetenschap weer volop gefocused op het Influenza-virus, dat over het algemeen vanuit Azië onze kant op komt. Maar in april bleek dat de blik de verkeerde kant op was gericht, toen de griep uit Mexico kwam...

Uitbraak
In april 2009 doken de eerste tekenen op die duiden op een nieuw griepvirus. In het zuiden van de Verenigde Staten werden kinderen ziek (met dezelfde symptomen) door een bijzonder griepvirus zonder dat er een relatie tussen hen was te ontdekken. Op één factor na: ze waren allen in Mexico geweest. Dat was gelijk een alarmsignaal voor virologen. Destemeer omdat de verspreiding van het virus zeer snel ging. Wat valt er voor landen en organisaties nog te doen als een dergelijke outbreak een feit is en het leed al lijkt geschied?

Het verloop van een outbreak is moeilijk te voorspellen. De Spaanse griep doodde in 1918 naar schatting 40 miljoen mensen. Op het moment dat een zeer besmettelijk virus net is 'ontdekt', valt er in die eerste fase nog weinig te zeggen over het risico en de mate waarin besmetting fataal kan zijn. Overheden en gezondheidsinstellingen hebben met reclamecampagnes, voorlichting en vaccins instrumenten in handen waarmee ze een uitbraak niet kunnen voorkomen, maar wel zo klein mogelijk kunnen houden. Achteraf bezien is er misschien wel teveel aandacht en paniek voor de Mexicaanse griep geweest, en leek het vergezicht dat werd geschilderd door alarmerende instanties misschien wat al te donker. Maar juist door de onvoorspelbaarheid van een pandemie, moeten betrokken instanties vooraf met alle scenarios rekening houden. Dus ook de ergste.

De toekomst
Tot slot laat Koopmans haar licht op de toekomst schijnen. Het klimaat zal hierbij een grote rol spelen, zegt ze. Door de onvoorspelbaarheid van zowel virussen als het klimaat, zullen we het voor nu moeten doen met modellen en voorspellingen. Maar een bepaald scenario schetst dat Europa op den duur geschikt wordt om tropische muggen te huisvesten, als de gemiddelde temperatuur verder stijgt. Deze muggen kunnen allerlei virussen meebrengen, waaronder knokkelkoorts. Daarom is er in onderzoek veel aandacht voor deze ziekteverwekkers. Datzelfde geldt voor de succesvolle relatie tussen virussen en drinkwater dat niet schoon is. Aangezien schoon drinkwater in de toekomst een schaarser goed zou kunnen worden, moeten we nu al maatregelen nemen om een goede toekomst tegemoet te gaan.