Evolutie van taal en bewustzijn

Hoe is bewustzijn te verklaren via taalontwikkeling?
Leestijd 3 minuten — Do 24 september 2009
Het brein

Binnen de lezingenserie Het Brein wordt geprobeerd om in vijf verschillende lezingen een verklaring te vinden voor het bewustzijn. Niet alleen moderne neurowetenschappelijke inzichten, maar ook de filosofie, de geschiedenis en de taalkunde worden betrokken bij de zoektocht naar een verklaring voor bewustzijn. In zijn lezing probeert Rik Smits bewustzijn te verklaren via taalontwikkeling.

Taalontwikkeling is lastig te achterhalen, aangezien er weinig evident bewijs over te vinden is. De plaats van het strottenhoofd bij onze voorouders zegt bijvoorbeeld iets over het spraakvermogen, maar niet over taal. Uit de vorm en de omvang van vroegere schedels is veel informatie te halen, maar er kan niet uit op worden gemaakt hoe hersenstructuur en hersenverbindingen zijn georganiseerd.

Wel is er een grote hoeveelheid minder evident bewijs verborgen in de geschiedenis. Dit bewijs gaat echter gepaard met veel introspectieve beoordelingen, waarbij er grote kans bestaat op denkfouten. Zo is en wordt er nog steeds gedacht dat taal is ontstaan vanuit het dierlijk communicatiesysteem. Bij nadere bestudering blijken er echter haast geen overeenkomsten te bestaan tussen dierlijke en menselijke communicatie. Zo gebruiken mensen vaak maar één communicatiekanaal tegelijkertijd, terwijl dieren meerdere kanalen combineren, zoals geur, uiterlijk en geluid. Bij mensen zijn klanken ook niet gekoppeld aan betekenis. Bij dieren is dit wel het geval. Daarnaast is menselijke taal niet alleen afhankelijk van geluid, maar kan taal ook worden gebruikt via schrift en bijvoorbeeld gebarentaal.

Veel hypothesen zijn in de omloop over het ontstaan van taal. Taal zou afstammen, zoals al geopperd, van dierlijke communicatie of zijn voortgekomen uit communicatieve behoeften. Evolutionair gezien is taal enorm omvangrijk en daarmee erg kostbaar. Achter taalproductie en –perceptie schuilt een enorme hersencapaciteit. Met andere woorden, de voordelen van taal ten opzichte van de energiebehoeften van taalproductie moeten erg groot zijn.

Dierlijke communicatie vergt weinig hersencapaciteit. Het is simpel, maar wel erg effectief. Ook mensen beschikken over dierlijke communicatie. Vanwege de effectiviteit van dierlijke communicatie bestaat er geen noodzaak voor verdere ontwikkeling van dierlijke communicatie naar taal. Het biedt te weinig voordelen ten opzichte van de energie die taal vraagt. Het is daarom onlogisch om te concluderen dat taal afstamt van dierlijke communicatie.

Communicatieve behoeften zouden zijn ontstaan door toegenomen groepsgrootte en complexere generaties. Echter, er zijn geen bewijzen dat leefgroepen groter werden. Wel ontstonden er complexere generaties. Maar taal wint pas aan belang wanneer een kind ouder wordt. Daarnaast is het onlogisch dat een dergelijk probleem wordt opgelost met een systeem dat duizenden jaren kost aan ontwikkeling.

Om tot een verklaring voor taalontwikkeling te komen, moet juist vanuit een ander beginpunt worden gedacht. De beschreven theorieën gaan ervan uit dat hersencapaciteit is toegenomen als gevolg van taalontwikkeling. Misschien is het juist wel andersom. Uit archeologische ontdekkingen is gebleken dat hersencapaciteit al aan het toenemen was ver voordat taal en cultuur tot stand kwamen. Taal is wellicht ontstaan als een gevolg van de toegenomen hersencapaciteit.

Hersengroei gaf meer ruimte voor geheugen en daarmee voor leren. Naarmate de hersengroei verder toenam gingen bestaande herinneringen andere herinneringen activeren, waardoor nieuwe herinneringen ontstonden. Er ontstond een binnenwereld, ook wel bewustzijn genoemd. Als gevolg van een verdere ontwikkeling van deze binnenwereld is taal ontstaan. Taal geeft verdere vorm aan de binnenwereld en deze binnenwereld kan via taal een weg naar buiten vinden.

Smits vat samen dat taal een unieke menselijke eigenschap is. Taal is niet ontstaan vanuit dierlijke communicatie of een vergrote communicatieve behoefte. Taal is een gevolg van de toename van de hersencapaciteit. Deze toename in hersencapaciteit creëerde een binnenwereld, die via taal een weg naar buiten heeft gevonden.