Door Nicole Kaandorp:
ik ben in een war van winterdekens
licht bezweet en vol cynisme wakker geworden
– kutland, kutdag
in mijn droom had ik iets nog vast waarvan ik de zwaarte
‘s ochtends in mijn handpalmen zocht
ik was het kwijt en had het nooit gehad
dus ik heb al het handige laten staan en ben naar kantoor gelopen
het duurde van acht uur veertig tot tien uur zeventien en alles was verregend
de posterpulp onder een wildplakzuil
ik
het gedruis van autobanden over natte wegen
mensen met haast
ik had haast moeten hebben
maar het was me allemaal even ontstegen
kinderlego in een vensterbank
een vermiste hond aan een lantaarnpaal geplakt
reclame voor een nieuw soort chips
voor een stoeltraplift
voor een tweedekamerlid
en toen heel lang stilgestaan
bij het lijkje van een rat
in de smalle berm geschoven
met een pasgeplukte paardenbloem erop
nog vers melkwit uit de stengel
en zo nog wat meer van die tekenen
dat er mensen waren die het nog niet hadden opgegeven