AI: de digitale kaper van kunst en cultuur?

De opkomst van AI betekent een nieuw gevaar voor de kunst- en cultuursector. AI-bedrijven maken bij het ontwikkelen van nieuwe modellen zonder toestemming gebruik van grote hoeveelheden bestaande teksten, beelden en video’s. Mag dat? En in hoeverre zijn computers creatief te noemen bij het genereren van kunst?
Leestijd 2 minuten — Di 25 juni 2024
Wie is er bang voor AI?

Liedjes die klinken als Taylor Swift of Drake, schilderijen in de stijl van Van Gogh en gedichten die lijken op het werk van Shakespeare: de nieuwste generatieve AI kan in een mum van tijd bestaande kunst namaken of zelfs nieuwe werken creëren. Onder artiesten heerst er wereldwijd vooral onvrede: machtige AI-bedrijven zouden hun werk zonder toestemming gebruiken bij het ontwikkelen van generatieve modellen, met als doemscenario dat menselijke artiesten uiteindelijk volledig worden vervangen door AI-creaties. Hoogleraar intellectueel eigendomsrecht Dirk Visser (Universiteit van Leiden) voorziet in gesprek met de Volkskrant een belangrijke rol voor het juridische systeem in het al dan niet toelaten van deze ontwikkeling. “In de VS lopen nu diverse zaken. De rechter moet beslissen wat wenselijk is.” Nieuwe technologische ontwikkelingen krijgen doorgaans de ruimte, stelt Visser. In het verleden zijn er genoeg voorbeelden waarbij de gevestigde orde onder druk kwam te staan. Zo verzette de filmindustrie zich tegen de videorecorder, terwijl diezelfde industrie even daarvoor zelf de wereld van live-entertainment, waaronder musicals, onder druk zette.

Komt er een toekomst waarin computers de creatieve positie van artiesten kapen? Dat hangt af van de definitie van creativiteit. We gingen op zoek naar die definitie met onder meer computerwetenschapper dr. Maarten Lamers op de avond 'Hoe creatief is kunstmatige kunst?'. Lamers introduceert drie benaderingen: exploratieve creativiteit, waarbij nieuwe ideeën binnen bestaande kaders ontstaan, transformationele creativiteit, die helemaal nieuwe ideeën creëert en combinatorische creativiteit, ofwel het combineren van bestaande concepten om iets nieuws te creëren. Lamers ziet dat computers volgens de laatstgenoemde definitie wel degelijk creatief kunnen zijn, omdat ze hun output baseren op het combineren van bestaande patronen. Dat geeft vaak een creatief resultaat. Maar volgens de theorie van de exploratieve creativiteit is bijvoorbeeld Picasso wél creatief, en een computer niet. “Picasso trad buiten de gangbare stijlen en er zijn geen voorbeelden van machines die dit kunnen”, aldus Lamers. Daarnaast kan je je afvragen in hoeverre AI weet hoe het creatieve uitingen moet waarderen en of er wel van kunst gesproken kan worden als dit zonder de invloed van emoties gemaakt is.

Wil je meer weten over de opkomst van kunstmatige kunst en de invloed op onze perceptie van creativiteit? Bekijk het gesprek met onder andere Lamers terug.