De bestuurscultuur lijkt een belangrijk onderwerp te gaan worden bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 22 november, al helemaal sinds Pieter Omtzigt aankondigde een nieuwe partij op te richten. Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt, door velen beschouwd als een boegbeeld voor integriteit, kondigde aan een nieuwe partij te starten: Nieuw Sociaal Contract. Hij pleit voor een nieuwe bestuurscultuur en hervormingen zoals een ander kiesstelsel en een grondwettelijk hof, en benadrukt dat hij niet als premier wil dienen, maar als fractievoorzitter in de Kamer wil blijven. Het lijkt erop dat zijn boodschap aanslaat. Een recente peiling van RTL Nieuwspanel toont aan dat een overweldigende meerderheid van de Nederlandse kiezers (79%) vertrouwen heeft in Pieter Omtzigt. Dit vertrouwen is aanzienlijk hoger dan dat in andere lijsttrekkers. Gaat Omtzigt een omwenteling in de bestuurscultuur teweegbrengen? En klopt het beeld van burgers die het vertrouwen verliezen in de politiek eigenlijk wel?
Dat er massaal wantrouwen in de politiek zou zijn, blijkt genuanceerder te liggen. Politicoloog prof. Tom van der Meer en oud-politicus Niesco Dubbelboer leggen in de talkshow ‘Democratie: geschikt/ongeschikt’ uit dat er ondanks kritiek op de politiek, wel degelijk sterk vertrouwen is in de democratie. Van der Meer benadrukt dat Nederland op veel vlakken goed presteert, zoals corruptiebestrijding, burgerrechten en vertrouwen. Kritiek is er vooral op gevestigde middenpartijen die hun waarden niet duidelijk uitdragen en op hoe partijen achter gesloten deuren akkoorden sluiten, zoals tijdens kabinetsformaties, die niet openbaar zijn. Instrumenten zoals referenda kunnen helpen om burgers te betrekken bij de politiek. Ze leggen verder uit dat de kiezer zich niet vertegenwoordigd voelt omdat het parlement wetten aan kan nemen zonder brede steun van het publiek. Ook het vasthouden aan regeerakkoorden is een mogelijke verklaring voor het verdwijnen van kiezers naar partijen op de flanken.
Hoe kan het vertrouwen in de politiek hersteld worden? Hoe terecht is de kritiek van een ‘baantjescarrousel’? Kijk hier de opname van ‘Democratie: geschikt/ongeschikt’ terug.