Maakbaar geluk

De eerste lentebloemen, zingende vogeltjes, de stralende zomerzon: het zijn de dingen waar we gelukkig van worden. Maar wat is geluk nu eigenlijk? En kun je het wetenschappelijk meten?
Leestijd 3 minuten — Di 20 september 2016

In het eerste Science café van het najaar gaat presentator Mustafa Marghadi in gesprek met vier UU-wetenschappers over het geheim van geluk.

Filosofie van geluk

Aan het begin van de avond legt filosoof dr. Naomi van Steenbergen het publiek de volgende vraag voor: als er een gelukspil zou bestaan, wie zou hem dan gebruiken? Er gaan aarzelend een paar handen omhoog. Volgens Van Steenbergen is het geen toeval dat er zo weinig animo voor is. Als we geluk beschrijven, is de reden vaak namelijk minstens zo belangrijk als het gevoel zelf. Een kunstmatig opgewekt geluksgevoel telt eigenlijk niet echt als geluk, want er is geen legitieme aanleiding: geen eerste lentedag, geen nieuwe geliefde.

Geluk: de reden is minstens zo belangrijk als het gevoel zelf.

Een breed gedeelde opvatting over geluk is dat het een piekervaring is. Een momentopname waarin alles even bij elkaar komt. Maar hoe zit het met geluk op de lange termijn? Voor de stoïcijnen, vertelt Van Steenbergen, was geluk een stabiele toestand. Zij geloofden dat het alleen kan voortkomen uit dingen waar je zelf invloed op hebt. En dat zijn dus geen zaken van buitenaf, zoals geld, kleding of een nieuwe auto, maar je eigen gedachten. Kortom: geluk vind je in jezelf.

Dierengeluk

Waar mensen kunnen aangeven dat ze gelukkig zijn, is dat bij dieren een lastiger verhaal. Gedragsbiologe dr. Claudia Vinke is zich daarvan bewust. We kunnen immers maar op zekere hoogte vaststellen of een dier gelukkig is. Zelfs de standaardindicatoren, een kwispelende hond of een spinnende kat, kunnen bedrieglijk zijn. Kwispelen kan namelijk ook het begin zijn van een aanval. Om het geluk of welzijn van een dier te bepalen kijkt Vinke naar de manier waarop het dier zich in zijn omgeving gedraagt. In een verrijkende omgeving waar het dier actief, en zonder stress, zijn gedragsbehoeften kan vervullen, kunnen we spreken van een gelukkig dier.

Geluk meten

Historicus en econoom prof. dr. Jan Luiten van Zanden benadrukt hoe lastig het is om geluk te onderzoeken, met name doordat de betekenis van geluk subjectief is en cultureel bepaald. Om inzicht te krijgen in het welzijn van de bevolking van een heel land, ontwikkelde Luiten van Zanden samen met collega's een index met verschillende dimensies die van invloed kunnen zijn op het geluksgevoel van mensen, zoals gezondheid en veiligheid. Daaruit blijkt dat geluk wel degelijk van buitenaf versterkt kan worden. Zo maakt geld gelukkiger dan we doorgaans denken, al is het effect van geld op het geluk van Nederlanders kleiner dan in landen waar de inkomens relatief lager liggen.

Een wat minder voor de hand liggende manier om geluk te meten is door te kijken naar geur. Dat er een verband is tussen geur en gemoed bestaat was al langer duidelijk: zo ontdekte wetenschappers dat mensen met een slecht reukvermogen een grotere kans hebben om een depressie te krijgen. Psycholoog dr. Jasper de Groot deed een onderzoek waarin hij testpersonen het zweet van een blij persoon liet ruiken. En wat bleek: ze werden er zelf ook blij van. Toch blijft de precieze relatie tussen geluk en geur mysterieus. De moluculaire code moet nog gekraakt worden, aldus De Groot. “Het is niet helemaal duidelijk in hoeverre een molecuul zich in een plezierige ervaring vertaald.”

Wat uit alle verhalen naar voren komt, is dat geluk in zekere zin maakbaar is. We kunnen het in onszelf zoeken, de juiste geurtjes ruiken, of de samenleving zo vormgeven dat zoveel mogelijk mensen tevreden zijn met hun leven. En dat geeft hoop.