Op naar een perfect leven

We zijn slecht in het doen van toekomstvoorspellingen over technologie
Leestijd 6 minuten — Wo 15 juli 2015
Huisje, boompje, beestje

Acht experts uit verschillende disciplines verkenden in de serie 'Huisje, boompje, beestje' de voorziene en onvoorziene gevolgen van technologische ontwikkelingen. Van de huishoudrobot tot het invriezen van je eicellen: lost technologie problemen op of creëert het behoeften en drang naar controle?

Het menselijk vernuft geeft ons de mogelijkheid onszelf en onze omgeving te vervolmaken. Maar wat is het ideaalbeeld en wie bepaalt dat? In de media horen we over beloftes als de slimme thermostaat, de waterkoker met wifi en de schoonmaakrobot. Het is gissen naar de invloed op ons dagelijks leven: wordt het echt veiliger, aangenamer en krijgen we meer vrije tijd? Door alles te verbinden creëren we een superintelligent netwerk dat het gemak dient. Maar wat gebeurt er met de informatiesporen die we overal achterlaten?

Controle lijkt het sleutelwoord, ook als het gaat om onze gezondheid. Als we biologische processen beter en vaker meten, eicellen eeuwig bewaren en veroudering kunnen stoppen, zijn we dan minder bang voor onvoorspelbaarheid? We gebruiken technologie om te communiceren, maar het zit ook op en ín ons lichaam.

GEBOREN WORDEN

Het begin van nieuw leven, is het begin van technologisch ingrijpen: de planning van het nageslacht. De biologische klok en de carrièreperspectieven van de moderne vrouw lopen niet altijd synchroon. Dat hoeft niet per se problematisch te zijn. Als we de verhalen over Hollywoodsterren mogen geloven is op natuurlijke wijze zwanger raken ver na de 30 heel goed mogelijk - actrice Halle Berry kreeg een tweede kind op haar 46ste (!). Maar volgens gynaecoloog prof. Bart Fauser (Gynaecologie, UMC Utrecht) zijn dit sprookjes, die ver van de dagelijkse praktijk afstaan. Hij legt uit dat de leeftijd van de vrouw bepalend is voor de kwaliteit van de eicel, ook als je op latere leeftijd een IVF behandeling ondergaat. Fauser is oprichter van de eicelbank, hier worden eicellen van jonge vrouwen ingevroren en bewaard voor een later moment. Hij vindt het jammer dat de Nederlandse vrouw niet goed geïnformeerd is over de mogelijkheden. In tegenstelling tot het 'einde van het leven' heeft de overheid 'het begin van het leven' niet zo hoog op de agenda staan.

DATAVERZAMELINGEN

Met het invriezen van jonge eicellen zetten we de natuur naar onze hand, en we proberen nog meer grip te krijgen. Dr. Ingrid Geesink (Rathenau Instituut) vertelde over de digitalisering van het lichaam met lifestyle-apps en armbandjes. Sensoren kunnen niet alleen het aantal gezette stappen meten, maar ook medische waarden. De grenzen tussen ziekenhuis en thuis vervagen: iedereen kan continu patiënt zijn, door het bijhouden van al deze gegevens, en 'echte' patiënten worden actiever. De grootschalige dataverzameling roept vragen op: waar bevinden die data zich, wat kan je er mee en wie heeft er toegang toe? Bij veel apps is het onduidelijk waar de data terecht komen. Hier geldt 'If you're not paying, you're probably the product': voor gratis apps betaal je waarschijnlijk in persoonlijke gegevens. Misschien komen die wel terecht bij commerciële bedrijven terwijl we dat niet willen. Alles valt of staat bij wie de eigenaar van alle data wordt. Dr. Mirko Schäfer (Nieuwe media & digitale cultuur, UU) beaamt dit.

“Onze data laten zien wie bij wie hoort, wie er met wie wanneer en waarover communiceert, en op welke locatie mensen zich bevinden. Dat is op zich geen kwalijke zaak, zolang de informatie maar niet in de verkeerde handen valt.” De Duitse politicus Malte Spitz toonde aan dat vrij beschikbare data ook grote gevolgen kunnen hebben. Hij combineerde telefoongegevens met online activiteiten. Op die manier kan je bijhouden waar iemand is en zelfs voorspellen waar iemand de volgende dag zal zijn. Verschillende instanties maken hier gebruik van, zoals de politie, die dagelijks duizenden openbare berichten natrekt om het gedrag van burgers in de gaten te houden.

ROBOTISERING

De gevolgen van technologie dringen door in alle delen van de maatschappij, o.a. door de intrede van robots. Minister Asscher waarschuwde voor de negatieve gevolgen van de automatisering op de werkgelegenheid. De media berichten gretig over robots die onze banen gaan inpikken. Dr. Anna Salomons (Economie, UU) brengt graag nuance aan in het debat. Robots kunnen niet alles overnemen. Zo zijn eenvoudige taken, zoals schoonmaken of haren knippen, voor robots uiterst complex. Ook het denkwerk van hogeropgeleiden kan lastig overgenomen worden. Het zijn de opdrachten die te vertalen zijn naar programmeerbare logaritmes, zoals het rekenwerk van accountants, die een 'prooi' zijn voor robots. Welk werk gaat de middenklasse straks doen? De polarisatie van de arbeidsmarkt gaat ongetwijfeld voor ongelijkheid zorgen. Iedere ontwikkeling heeft z'n voor- en nadelen. Dit zie je ook terug in een ander segment van de robotica. Spraakonderzoekster dr. Khiet Truong (UT en RUN) ontwikkelt 'sociale robots', die emoties herkennen en daar gepast op reageren. Zij benadrukt dat een robot niet echt begrijpt wat er aan de hand is, maar wel steeds beter kan doen alsof. Interactie vindt vooral plaats tussen robots en mensen uit kwetsbare groepen.

In de ouderenzorg is er de knuffelrobot Paro, die demente ouderen gezelschap houdt en ook autistische kinderen kunnen uit hun isolement worden gehaald met een robot die hen leert gesprekken te voeren. Houden we hen niet een beetje voor de gek? Zij kunnen immers denken dat ze een echt maatje hebben gevonden.

LAAT DE MENS MENS ZIJN

De voorheen strikte scheiding tussen mens en techniek lijkt te verdwijnen. The Internet of Things is een concept waarbij sensoren in mensen, dieren en dingen ervoor zorgen dat alles met elkaar in verbinding staat. Zoals de koelkast met wifi, of een schapenhoeder die via GPS zijn schapen volgt. Al kijkt hij misschien liever in de wei naar zijn dieren en is de koelkast met touchscreen wellicht wat overbodig. “The Internet of Things zit nog in een hype fase, er is van alles mogelijk, maar we moeten zorgen dat de techniek ons blijft dienen en niet andersom”, vindt dr. Egon van den Broek (Informatica, UU). Om diezelfde reden denkt dr. Pim Haselager (Kunstmatige Intelligentie, RUN) dat het zo'n vaart niet zal lopen met superintelligente robots die de dienst gaan uitmaken. Ook dat is weer een door Hollywood gecreëerd beeld. We zullen volgens hem niet snel iets maken dat slimmer is dan wijzelf. Daarvoor moeten we eerst onszelf beter begrijpen. “Het brein is zo complex, maar wij zijn toch ook zo simpel, dat er een bovengrens is aan ons bevattingsvermogen”, legt Haselager uit. Dat betekent overigens niet dat het idee van robots die zich tegen de mensheid keren volstrekt onzinnig is, maar het is niet het meest urgente probleem binnen het vakgebied van de kunstmatige intelligentie. Het tegengaan van vereenzaming en verdeeldheid van mensen in een samenleving vol technologie is volgens Haselager de échte uitdaging.

Ook schrijver Bas Heijne waarschuwt dat een tweedeling in de samenleving dreigt. “Stel wij zitten tegenover elkaar en jij hebt twintig procent meer geheugen en smartpillen genomen, dat merk je wel in zo'n gesprek. Op een gegeven moment zijn er mensen die dat kunnen betalen en dan gaan de rijken zichzelf verbeteren”, legt Heijne in een interview uit. “Het klinkt allemaal nog erg science fiction maar het is een normale, menselijke tendens om jezelf te onderscheiden.”

GEEN 'GOED' OF 'FOUT'

Opvallend is de afwezigheid van morele oordelen door wetenschappers. Technologische innovatie wordt niet besproken in termen van 'goed' of 'fout'. Want dat is voor iedereen anders. Daarbij heeft het mogelijk slechte ook goede neveneffecten. De sprekers benadrukken het belang van publiek debat over innovaties, we beslissen met z'n allen of we iets wenselijk vinden of niet. Juist daarom is het belangrijk dat iedereen goed geïnformeerd is. Toch blijft een groot deel van de discussie rondom technologie speculatie. Uit het verleden blijkt bovendien dat we niet goed zijn in toekomstvoorspellingen, die zeggen meer over de tijd waarin ze gedaan zijn dan waar ze over gaan. Geen enkel gezin vliegt nu door de lucht zoals de Jetsons en voor terminators hoeven we ook nog niet te vrezen. Volgens dr. Anna Salomons moeten we de snelheid van technologische vooruitgang niet overschatten: “Er staat morgen niet ineens een leger aan robots voor de deur”. Aan de andere kant is er het filmpje uit 1999 waarin men gevraagd wordt naar de noodzaak van een mobiele telefoon: “Als mensen mij willen bereiken kunnen ze dat met een brief doen”, of de uitspraak van IBM topman Thomas Watson in 1943: “I think there is a world market for maybe five computers.” Het inschatten van toekomstige technologische behoeftes blijkt zowel voor de leek als de experts een lastige zaak.