In de schoolbanken
Toevallige ontmoetingen leiden soms tot nieuwe inzichten. Terwijl de serieIn de schoolbanken druk aan de gang is ontmoet student-assistent Nienke de Haan tijdens het liften naar Wenen twee Duitse vrouwen. Deze vrouwen blijken zelf een alternatieve school te hebben opgericht. Reden voor Nienke om er een kijkje te nemen.
Ineens stopt een klein blauw autootje met daarin twee kleurrijk geklede dames bij het tankstation. Eika en Susanne heten ze, en ze kunnen ons wel een lift geven. Zelf zijn ze op weg naar een congres van vrije scholen in Dresden. Een jaar geleden richtten ze zelf een school op, en op de bijeenkomst hopen ze gelijkgestemden te ontmoeten om ideeën uit te wisselen. Ik vertel Susanne en Eika dat onderwijs ook in Nederland een 'hot item' is, en dat ik vanuit Studium Generale betrokken ben bij de serie 'In de schoolbanken'. We praten verder over lesmethodes, toetsen en schoolorganisatie en de dames nodigen mijn reisgenoot Emma en mij uit om op bezoek te komen.
De “Freie Schule” die ze hebben opgericht is onderdeel van de alternatieve gemeenschap 'Tempelhof'. De 150 bewoners van het in 2010 opgerichte dorp proberen een ecologische en sociaal rechtvaardigere samenleving te creëren. 60 tot 80% van hun levensmiddelen produceren ze zelf, melk komt van de kudde geiten, en vier varkentjes werken het afval weg. Een deel van de bewoners werkt binnen de gemeenschap en zorgt voor de voedselproductie, een ander deel heeft een baan buiten de gemeenschap. Beslissingen worden samen gemaakt en elke bewoner heeft een veto. “We moeten er allemaal aan wennen, om op een andere manier te denken,” vertelt Eika. Bij een dergelijke nieuwe manier van leven hoorde ook een eigen school, die past bij het vrije denken van de ouders, een jaar geleden kwam die er.
Geen les, geen klas en geen huiswerk
Susanne loopt voor ons uit de school binnen. Aan de muur van het kleine schooltje hangt een plattegrond van het dorp met magneetjes met kindernamen. Ze schuift een aantal magneetjes van het vakje 'Thuis' naar 'School'. “Hierop kunnen de kinderen aangeven of ze er zijn, en als ze naar de gymruimte of één van de werkplaatsen gaan, moeten ze hun magneetje verplaatsen” legt ze uit. Er is geen lesrooster, kinderen bepalen zelf wat en wanneer ze willen leren en alle leeftijden en niveaus zijn gemengd. Alleen voor de heel jonge kinderen is er een aparte ruimte.
“Juf, kan je dit voor mij kopiëren?” vraagt Lotte (12) met een werkboek Duits in haar hand.
“Ben je nu al klaar?” vraagt Susanne verbaasd. “En kan je het niet zelf even kopiëren?”
“Ik heb het druk” roept Lotte, en ze rent alweer achter één van de jongere kinderen aan naar buiten.
“We hebben geen huiswerk, maar Lotte heeft gisteravond alle gekopieerde bladen thuis al ingevuld,” vertelt juf Susanne trots. “Voor sommige kinderen is het heel erg wennen, dat ze alles zelf mogen beslissen. Ze moeten leren dat volwassenen niet bepalen wat interessant is, maar ze hun eigen nieuwsgierigheid moeten volgen.” Eerst gaf Susanne les op een reguliere basisschool. “Ik was de hele dag bezig kinderen te motiveren die niet wilden leren. Dat is heel vermoeiend, voor de kinderen en voor mij als docent.” Als kinderen weten wat ze met kennis kunnen, zijn ze veel gemotiveerder om te leren denkt ze. Zo reist Susanne binnenkort met een groepje leerlingen dat graag Spaans wilde leren naar Spanje. Nog nooit heeft ze de kinderen zo hard zien werken en woordjes zien leren.
Leren concentreren
In de ene hoek van het lokaal is een groepje kinderen bezig met een bordspel, in de andere hoek bouwt een vader met twee meisjes een boot van lego. Susanne legt uit dat ze het belangrijk vinden dat de kinderen een lange tijd geconcentreerd met één ding bezig kunnen zijn. Of dat nou bouwen met lego is, of het doen van een spelletje, dat maakt niet uit. In de rekenhoek zijn twee meisjes samen een tekening aan het maken. “Lisa heeft vorige maand een grote deken gehaakt”, vertelt Susan, wijzend op het ene meisje. “Mooi, zeggen we dan, dat ze in haar eentje zo'n groot project kan doen. Dan zien we haar volgende maand wel weer op school.”
Lang kunnen concentreren op één taak is iets dat er in de huidige maatschappij steeds vaker bij inschiet, waar iedereen altijd een telefoon bij de hand heeft, en multitasken de standaard lijkt. Het aanbod van informatie via digitale media is groot, maar verkleint de tijd die we nemen om eens rustig een boek te lezen. In de serie 'In de schoolbanken' stelde prof. dr. Paul Kirschner dat het een mythe is dat we goed kunnen multitasken. Door meerdere dingen tegelijk te doen, verslechteren onze prestaties en doen we langer over taken. Misschien is het leren concentreren op één taak dan wel één van de beste dingen die je als kind kan leren.
Een goed alternatief?
Zoals het leven in de gemeenschap een nieuwe manier van denken over bezit, hiërarchie en beslissingen vraagt, vraagt ook deze school ons op een nieuwe manier na te denken over onderwijs. De school doet denken aan de Nederlandse onderwijsvernieuwing 'Iederwijs', maar van de 17 opgerichte Iederwijsscholen, bestaat er nog maar één, de rest werd niet goedgekeurd door de onderwijsinspectie. Toch blijft er behoefte aan dergelijke scholen, zegt Erik Reith, de directeur van 'Wonderwijs', de enige overgebleven Iederwijsschool in EenVandaag. In het bedrijfsleven is vraag naar mensen die initiatief nemen, verantwoordelijk zijn en communicatief vaardig, die vaardigheden worden gestimuleerd doordat kinderen zelf de regie hebben over hun onderwijs.
Zal de Freie Schule het redden? Een voordeel voor de kinderen op de Tempelhof is dat de school deel uitmaakt van de gemeenschap. “Voor de vorming van kinderen heb je een heel dorp nodig,” is het motto van de school. Ouders zien waar hun kinderen mee bezig zijn en kinderen kunnen met vragen terecht bij één van de volwassenen uit de gemeenschap, die allemaal hun eigen expertise hebben. Bovendien heeft de school relatief veel leraren op een kleine groep leerlingen waardoor de leraren meer kunnen stimuleren en helpen.
Kijkend naar de kinderen vraag ik me toch af of ze geen sommetjes moeten maken, of leren schrijven. Had ik alles wat ik in de strakke schema's van de schoolbanken leerde, in een veel kortere tijd kunnen oppikken wanneer ik daar zelf aan toe was? En kunnen de kinderen van de Freie Schule over een paar jaar zelf uitvinden welke toelatingsexamens ze moeten doen voor de universiteit, een geschikte docent vinden en de stof leren?