Sneller dan ik hebben kan
“One cannot be innovating forever. I want to create classics!”, zo sprak Coco Chanel over haar modecreaties. Op dezelfde manier kijkt epidemioloog dr. Lenny Verkooijen naar behandelingen tegen kanker. Het is niet alleen belangrijk om nieuwe therapieën in te voeren, je moet ook onderzoek doen naar het effect ervan en of ze daadwerkelijk beter zijn dan het al bestaande aanbod, vertelde Verkooijen tijdens haar lezing in de serie 'Sneller dan ik hebben kan'.
Mediahype
Wie De Wereld Draait Door volgt, kent ze wel: nieuwe behandelingen waarvan een wetenschapper belooft dat ze ziektes als kanker de wereld uit te helpen. Op die manier krijgt een behandeling al bekendheid voor het resultaat in een wetenschappelijk tijdschrift is gepubliceerd en nog in een pre-clinische fase verkeerd: de therapie werkt goed bij muizen, maar is nog niet op mensen getest. In een metastudie naar nieuwe ontdekkingen toonden wetenschappers Begley en Ellis aan dat van de 53 grote studies op het gebied van onderzoek naar kanker, er maar zes reproduceerbaar waren. Wat is zo'n onderzoek dan waard? Je kunt hier geen werkende medicijnen mee ontwikkelen. Maar door de invloed van verschillende media zijn er al hoge verwachtingen geschapen, die in veel gevallen niet realistisch zijn.
Evaluatie van innovatie
Ondanks deze sombere feiten, is het wel zo dat we vergeleken met de periode 1989-1994 kanker tegenwoordig effectiever behandelen. Dr. Verkooijen voegt hier een kanttekening aan toe: we zijn ook actiever op zoek naar bijvoorbeeld borst- en prostaatkanker. Maar wil je alle kleine, soms goedaardige, tumoren vinden en behandelen? Ligt overbehandeling niet op de loer, die mensen soms alleen maar zieker maakt? Vaak zou deze groep 'patiënten' zonder behandeling, zonder besef van een tumor, een betere kwaliteit van leven kunnen hebben.
Dat is precies één van de vier belangrijke vragen die Verkooijen zichzelf stelt wanneer zij een nieuwe techniek evalueert. Wat is 'beter' nu eigenlijk en wat dragen de nieuwe behandelingen daar aan bij? Overigens is de belangrijkste vraag of de therapie veilig is. Dat lijkt een open deur, maar toch gaat het wel eens fout. Zoals bij het medicijn Vioxxin, tegen reumatische arthritis dat als regelmatige bijwerking hartproblemen gaf met soms een dodelijke afloop. Als de veiligheid is gewaarborgd, doet Verkooijen onderzoek naar de effectiviteit van een nieuwe behandeling. Tenslotte wordt de effectiviteit afgezet tegen andere middelen die een soortgelijke tumor behandelen. Is de nieuwe therapie wel beter dan de huidige? Komt op alle vragen een positief antwoord, dan kun je stellen dat een nieuwe behandeling veelbelovend is.
Help, de robots komen!
Een nieuwe serie aan technieken die de laatste decennia zijn intrede in Nederland heeft gedaan heeft betrekking op de robotchirurgie. Zo zou een chirurg met de Da Vinci robot kleinere incisies kunnen maken tijdens het opereren. Dat levert minder complicaties op, waardoor de patiënt het ziekenhuis sneller verlaat. Ook voor de chirurg is er een voordeel. Die hoeft zich niet in allerlei bochten te wringen om goed zicht te houden op het werk: vanachter een console bedient de chirurg de robot en kijken gaat via een camera. En dat valt makkelijker en langer vol te houden. Zeker bij intensieve operaties zou dat een welkome vooruitgang zijn. Daarnaast corrigeert de robot kleine trillingen van de handen, waardoor er minder schade rondom een tumor ontstaat. Met deze robot zou veel beter werk afgeleverd worden dan wanneer een chirurg zonder robot in een mens snijdt. Allemaal mooie beloftes, maar bewijs voor effectiviteit van de therapie is er niet. Patiënten zijn net zo snel en met vergelijkbare complicaties uit het ziekenhuis, terwijl de belasting voor de chirurg niet minder is dan wanneer hij de operatie zonder hulp van de robot zou uitvoeren.
Personalized medicine
Recent opgedane kennis op het gebied van genetica biedt nieuwe mogelijkheden. In het UMC Utrecht startte men twee jaar geleden een onderzoek naar gepersonaliseerde medicatie tegen kanker gestart, in samenwerking met de Erasmus Universiteit en het Anthonie van Leeuwenhoek ziekenhuis. Dit is een belangrijke koerswijziging in de behandeling van kanker. Voorheen was de plaats en de vorm van een tumor allesbepalend voor de behandeling ervan. Door voortschrijdend inzicht weten we nu dat zelfs als plaats en vorm overeenkomen, het genetisch profiel per tumor kan verschillen. Door medicatie voor te schrijven die specifiek weefsel met bepaalde mutaties aanvalt, kunnen gezonde cellen gespaard blijven en substantiële verbetering in behandelingen tegen kanker bewerkstelligen. Al blijft de tumor de therapie vaak te slim af, dus ook hier moeten verwachtingen niet te hoog liggen. Zorgvuldig epidemiologisch onderzoek blijft nodig, zo benadrukt Verkooijen.
Wat wil ik?
Betekent dat ook dat de arts beslist welke behandeling je voorgeschreven krijgt als patiënt? Verkooijen maakt duidelijk dat dat niet het geval is. De patiënt beslist uiteindelijk wat er gebeurt, nu en in de toekomst. Meedenken en meebeslissen zorgt voor een hogere tevredenheid onder patiënten. Uit onderzoek blijkt dat in zeventig procent van de gevallen patiënten een lichtere dosering van een medicijn kiezen, waarbij de kwaliteit van leven tijdens de behandeling hoger is en de kans op genezing iets afneemt. In bijna de helft van die gevallen zou de arts juist wel kiezen voor de volle dosering. Dat levert een interessant antwoord op de vraag wat nu eigenlijk 'beter' is. Mensen kiezen bij de behandeling tegen kanker liever voor een hogere kwaliteit van leven, dan een hogere overlevingskans. Volgens Verkooijen zou kwaliteit van leven al veel meer in een vroeg stadium van de ontwikkeling van nieuwe therapieën meegenomen moet worden. In haar nieuwe onderzoek krijgen patiënten en hun ervaringen meer plaats. Uiteindelijk gaat het niet om zoveel mogelijk innovatie, maar om zo goed mogelijke therapieën te ontwikkelen. Op naar de echte classics op therapiegebied.
Kijk hier de lezing van dr. Lenny Verkooijen in de serie 'Sneller dan ik hebben kan' terug. Volgende week laat dr. ir. Robbert- Jan Beun zien hoe hij omgaat met de feedback van gebruikers van apps, om zo de technologie achter de app te verbeteren waardoor patiënten meer geneigd zijn zich aan een therapie te houden.