Prof. Roberto Bolli is een pionier op het gebied van stamcellen. Hij is de eerste die patiënten met hartfalen hun eigen hartstamcellen toediende om schade aan het hart te repareren. Bolli verwacht een revolutie in de geneeskunde in de komende twintig jaar. Op 10 juni gaf prof. Roberto Bolli een lezing bij Studium Generale. We interviewde hem naar aanleiding van zijn lezing, pionierswerk en baanbrekende onderzoek. “Als deze stamcellen bij veel patiënten en op de lang termijn echt blijken te werken, dan wordt dit de grootste revolutie in mijn leven.”
Wat trok u aan in het stamcelonderzoek?
“Ik heb mijn hele leven gezocht naar manieren om de impact van een hartaanval op het leven van patiënten te verlichten. In Amerika krijgen ongeveer een miljoen mensen per jaar een hartaanval. Dit is de grootste oorzaak van hartfalen. Zo'n twintig jaar van mijn carrière heb ik gespendeerd aan de preventie van het afsterven van hartspierweefsel na een infarct. Dat is weinig succesvol geweest, niet voor mij en niet voor anderen: de schade bleek niet te beperken. Toen de stamcelrevolutie begon, rond de eeuwwisseling, realiseerde ik me dat dit een mogelijkheid was om het probleem van de andere kant te benaderen. Niet de schade beperken, maar repareren. Ik kwam bij hartstamcellen (cardiac stemcells) uit, omdat ik goede collega's ben met de ontdekker van deze cellen: Piero Anversa. Al snel raakt ik geïntrigeerd en begon met hartstamcellen te werken. De vroege resultaten van dierexperimenten gaven hoop. Toen raakte ik ervan overtuigd dat deze cellen effectief konden zijn om hartschade te repareren en ze voor behandeling te gaan gebruiken. Ik deed een fase 1 trial en hopelijk kunnen we in het najaar beginnen met fase 2.
Wat betekende de ontdekking van hartstamcellen voor ons begrip van het menselijk lichaam?
“Het is een belangrijke ontdekking geweest voor de biologie. Niemand dacht dat het hart zijn eigen stamcellen zou hebben. Conceptueel gezien was dat belangrijk en het hielp ons vervolgens de turn-over in het hart te begrijpen. Praktisch gezien was de ontdekking belangrijk omdat het ons een potentiële therapie gaf voor hartfalen. We kunnen de hartstamcellen van een patiënt isoleren, opkweken in het laboratorium en er miljoenen van produceren. Die geven we dan terug aan dezelfde patiënt en dan kunnen we het therapeutisch effect meten. Het zal het kunsthart overbodig maken, net zo goed als de pacemaker en andere 'gadgets'.”
Prof. Roberto Bolli is tot nu toe de enige die hartstamcellen gebruikt voor behandeling bij mensen en een ware pionier op dit gebied. Vanwege het succes krijgt hij dagelijks e-mails van mensen over de hele wereld die lijden aan hartfalen, met de vraag of zij door hem behandeld kunnen worden.
Hoe merken patiënten de vooruitgang na de behandeling?
“Eén van mijn patiënten, Mike Jones, eigenlijk 'the poster child' van deze stamceltherapie, vertelde al meerdere malen in interviews over het opmerkelijke herstel wat hij doormaakte. Toen we begonnen met de behandeling kon hij nog niet naar de toilet lopen zonder buiten adem te raken. Hij was erg beperkt, de hoeveelheid uitgepompt bloed bij een hartslag is normaal 60%, bij hem lag dat rond de 30%. Nu, bijna drie jaar later, is dat 42%. Belangrijker is dat hij weer kan rondlopen, basketbal kan spelen met zijn kleinkinderen en zelfs op zijn boerderij kan werken. Hij voelt zich als herboren. Het belangrijkste is dat we niet alleen verbetering zien van waardes, maar ook van kwaliteit van leven. We volgen patiënten tot twee jaar na de behandeling om dit te inventariseren.”
Wat is de grootste uitdaging op het moment aangaande het onderzoek?
“Om geld te vinden voor een fase 2 trial, dit kost zo'n 50 miljoen dollar. Wanneer je een revolutionaire methode hebt, zoals de hartstamceltherapie is er geen wetenschappelijk probleem meer, maar een financieel probleem. Ik ben geen ondernemer, ik ben een wetenschapper. Ik heb geen idee hoe ik geld moet ophalen!”
In Nederland is er veel discussie over universiteiten die samenwerken met bedrijven of zich laten sponsoren. Zij zeggen wij moeten financiering ergens anders vandaan halen omdat er bezuinigd wordt door de crisis.
“Als je een fase 2 trial doet kan het geld van twee kanten komen: van de overheid of een biomedisch of farmaceutisch bedrijf. De Amerikaanse overheid, dit geldt waarschijnlijk ook voor hier, heeft hier geen geld voor. Dus moeten we ons wel tot bedrijven wenden.”
Toch zouden bedrijven, maar ook de overheid, uiteindelijk veel geld kunnen besparen. Omdat uw behandeling goedkoper is dan reguliere behandelingen.
“Hartstamcellen zijn een gouden kans. Als ik directeur was van Merck, Bayer of Phizer, zou ik het wel weten. Je kunt er geld mee verdienen, zeker. Maar bedrijven zijn terughoudend, conservatief zelfs. Ze willen geen onbekend terrein verkennen, zoals stamcellen, omdat het zo nieuw is en ze bang zijn fouten te begaan.
Is dat dan niet ook een reden voor bedrijven om niet te sponsoren? Ze kunnen immers meer geld verdienen met kunstharten en andere apparaten.
“Ja, dat is dan ook wel weer zo…”
Bestaat er zoiets als Studium Generale in Amerika? Een podium waarbij studenten en het grote publiek gratis kennis tot zich kunnen nemen over allerlei academische onderwerpen, waar ze anders nooit mee in aanraking zouden komen, zoals stamcellen?
“Nee, niet dat ik weet. Het is wel een goed idee, want stamcelonderzoek zou naar een groter publiek gecommuniceerd moeten worden.”
Gebeurt dat nu niet?
In Amerika heersen grote misvattingen over stamcellen. De media, de politiek en bedrijven hebben eerder embryonale stamcellen gepusht. De media maken het grote publiek wijs dat stamcelonderzoek gelijkstaat aan embryonaal stamcelonderzoek. Als wetenschapper weten wij dat dat niet zo is. De gemiddelde Amerikaan niet en ziet dus geen verschil. Maar bij embryonale stamcellen is het risico op tumorformatie én afstoting groot, want de cellen zijn niet lichaamseigen.
Is dit de reden waarom embryonale stamcellen nog geen klinische toepassing hebben?
“Precies, bijwerkingen zijn absoluut uit den boze bij stamceltherapie. Als er ook maar één negatief effect te vinden is, bij één muis of bij één patiënt, is het voorbij. In mijn ogen is het onmogelijk bij embryonaal stamcelgebruik om tumorformatie compleet uit te sluiten en dus zie ik er, hoewel je nooit weet wat er kan gebeuren, geen toekomst in. Maar toch zijn er media, bedrijven en politici die dit onderzoek naar voren schuiven.
Overigens hebben we nu een bedrijf gevonden, ik mag de naam nog niet noemen, dat de fase 2 trial met onze hartstamcellen voor de helft wil sponsoren. We moeten nu op zoek naar de andere helft, maar dat komt wel goed denk ik. Ik hoop in het najaar van 2013 te kunnen beginnen.”
Dr. Roberto Bolli is optimistisch over de toekomst van stamceltherapie en over alle scepsis aangaande stamcelonderzoek heeft hij maar één ding te zeggen:“The best judge of scientific value is time.”
Dit interview verscheen ook als bijdrage in het Studium Generale Magazine.