De cultuursector is al luid en duidelijk aanwezig en gaf de aftrap door ludieke acties op het Binnenhof - zij hebben er dan ook voor geleerd, zou je zeggen, om ons te vermaken. De wetenschap volgde trager en vraagt liever de aandacht via een manifest, opgesteld samen met de werkgeversorganisaties. Eens was dit een middel om de arbeidersrevolutie te eisen, maar inmiddels een communicatiemiddel waar - zo is mij al eerder opgevallen - ook de werkgevers zich graag van bedienen. Best schattig. Maar zijn deze acties nou succesvol? Zullen ze cultuurliefhebbers, studenten, docenten, onderzoekers en de wereld als geheel veel opleveren? Afgaand op mijn ervaring als consumentenvoorvechter zou ik zeggen, neen. De twee basisprincipes van campagnevoeren worden vergeten: To be popular and at the same time principled. En daarbij de regels 'Verwijt een ander nooit barbarij en gebruik nooit de taal van degene die jou in de hoek wil zetten.' Dat gaat niet goed in de huidige lobby terwijl het algemeen belang groot is, want de toekomst van kunst en wetenschap gaat iedereen aan.
Popular and principled was de titel van mijn campagnehandboek. Hiermee brachten mijn collega's en ik in de internationale consumentenbeweging het consumentenbelang wereldwijd onder de aandacht, van locale winkeliers tot WTO-afgevaardigden. Principled staat voor 'blijf bij je principes' en popular betekent: zorg 'dat je principes verbindt met het algemeen belang'. Je kunt wel gelijk hebben, maar je moet laten zien waarom dat zo is voor meer mensen dan jij zelf. Funest is het om de moral high road te bewandelen. Je vervreemdt mensen van jouw standpunt.
Dat ging bij de demonstranten voor cultuur meteen mis. Zij verweten het kabinet barbarij. Maar waarom is dit kabinet zo populair? Door barbarij te omarmen. Juist door niets elitairs te roepen winnen ze steun. Mensen voelen zich dan niet onzeker. Je afzetten tegen de gevestigde orde werkt altijd. Fortuyn deed het door politici en journalisten belachelijk te maken, maar ook in reclame wordt de autoriteitsfiguur, de moeder of een wetenschapper die een nog schoner wassend middel aanprijst altijd licht tot zwaar belachelijk neergezet. Geen mens wil betutteld worden, dus de draak steken met degenen die wijzer of verfijnder lijken dan wij lucht enorm op. Congressen van reclamemakers zijn het erover eens, maar ook de communistische partij in de Sovjet-Unie leerde dat door schade en schande. Propaganda die mensen maant tot net gedrag leidt nooit tot dat gewenste gedrag. Er moet altijd een subversief element in zitten. Daarmee zijn serieuze kunst en wetenschap, hoe subversief ze zichzelf ook mogen vinden en hoe ludiek ze het ook aanpakken, een makkelijke prooi. En door even popiejopie terug te doen als de opponent verliezen ze hun principes, namelijk verantwoordelijk zijn voor het grotere belang. Die subsidie was er omdat er een algemeen belang werd verondersteld en dat je daaraan bijdraagt moet je dus steeds laten zien.
Dat is nu eenmaal het verschil tussen de marketing van pindakaas of populistische politiek en wetenschap en kunst. Volgens mij zullen kunst en wetenschap hun principes opnieuw moeten definiëren, maar dan wel in termen die iets betekenen voor iedereen. Zeker voor wetenschap is dat niet makkelijk, want een academische opleiding is niet voor iedereen weggelegd. Waarom onderwijs aan enkelen toch een bijdrage is aan de samenleving, ga dat maar eens uitleggen. Ook zal er discussie moeten zijn, intern binnen de universiteiten, waarbij de persoonlijke vrijheid van de wetenschapper niet als gegeven wordt beschouwd. Die vrijheid is belangrijk daar ben ik van overtuigd, maar de belastingbetaler niet zondermeer. Naast vrijheid is het begrip verantwoordelijkheid van belang, zonder dat er een kookboek is van wat wel en niet mag. Veel onderzoekers zijn allergisch voor de vraag wat hun onderzoek oplevert en spreken van intrinsieke waarde. Toch zullen er termen voor gevonden moeten worden om anderen dit duidelijk te maken en sympathie te winnen, zonder het publiek naar de mond te praten (be principled).
Met die nieuwe termen komen we op een tweede punt dat sterk naar voren komt in mijn campagnehandboek. De kracht van taal. Ook dat gaat onmiddellijk mis in de cultuurcampagne. De als belediging bedoelde en onduidelijke term 'linkse hobby' - wat is nu weer links en rechts - werd in de kwaliteitskranten iedereen in de mond gelegd van Fokke en Sukke tot Martha Nussbaum . Niet slim. Zoals de historicus en activist Tony Judd het zei, die vorige week te zien was in een postume documentaire: we moeten benoemen wat belangrijk is aan het publieke domein. We hebben het zolang voor gegeven aangenomen dat het goed ging dat we vergeten zijn te benoemen wat ons bindt. Dat geldt ook voor universiteiten. De universiteit zal het belang van onderwijs en onderzoek moeten definiëren in eigen termen. Woorden als innovatie en valorisatie op zich zijn prima, maar onvoldoende eigen aan de wetenschap. Ze komen van anderen en vragen wetenschap haar eigen belang in die termen te gieten. Er is meer over wetenschap te zeggen dan dat. Het verzoek van onder andere NWO enkele maanden geleden om de overheid geen deel meer te laten uitmaken van het innovatieplatform, kwam op mij over als 'we willen ons niet legitimeren'. De huidige eis in het manifest om wetenschap onder te brengen bij economische zaken en innovatie versmalt het belang van wetenschap tot innovatie. 'We zijn onszelf kwijt', is de boodschap. Doe je verzoek op eigen termen! Tijdens de beurscrisis hebben we kunnen zien hoe gevaarlijk het is om het algemeen belang te zien als niet meer dan wat efficiënt of productief is in economische zin.
Bij Studium Generale doen we ons best om het belang van wetenschap te tonen, vaak impliciet door rolmodellen aan het woord te laten. Stukje bij beetje loskomen van de 'wasmiddeluitvinder' die het imago van wetenschap domineert. Maar ook expliciet besteden we aandacht aan de waarde van wetenschap. Zo is er woensdag 27 oktober discussie met Jan Staman van het Rathenau Instituut over de vraag of het niet gevaarlijk is het nut van wetenschap alleen in meetbare grootheden te definiëren. Kom in actie en discussieer mee. Iedereen is welkom. Kijk voor tijd en plaats op www.sg.uu.nl.
Toch ook nog even een ongevraagd advies aan het kabinet. Net zo goed als wetenschap is ook regeren geen marketing van pindakaas. Al doen de dierenpolitie en het 130 rijden dat nu even vermoeden en zit het akkoord communicatief goed in elkaar. De politiek kan niet alleen populair zijn. Ze zal ook principieel moeten benoemen wat de publieke zaak is, anders lusten wij de politiek straks niet meer. De cynische, populistische houding holt het draagvlak alleen verder uit. Voor de marketeers onder u: dat hoort bij het 'product' politiek net zo goed als bij het 'product' 'wetenschap en onderwijs'. Tijd voor actie dus, maar die begint voor ons in Utrecht en niet in Den Haag. Reinvent yourself, become popular while staying principled.