De Grote Stadsdebatten
Toch moet we ook naar ons eigen land en onze eigen stad kijken, voor we de blik over de grenzen richten. Er verscheen een kritisch EU-rapport over racisme en de Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer zei afgelopen zondag nog in Buitenhof dat de Nederlandse politiek "populistisch en nationalistisch" is geworden en dat dit leidend is in negatieve stemming tegen vreemdelingen. Is Nederland nog wel zo tolerant?
Hier komt bij dat met de decentralisatie en bezuinigingen sociale en economische verworvenheden onder druk komen te staan. Bepaalde groepen zijn extra kwetsbaar: ouderen die leven van een AOW, alleenstaande ouders, laag opgeleide vrouwen en mensen met een handicap of chronische ziekte. Ook het risico op armoede groeit door de huidige veranderingen. Doordat de centrale overheid verschillende taken op het gebied van sociale zekerheid, zorg en arbeidsparticipatie overdraagt aan de gemeenten, liggen er ook kansen om de leefbaarheid te vergroten met mensenrechten. Tijdens het tweede Grote Stadsdebat keken we 'door een mensenrechtenbril' naar de stad Utrecht met prof. dr. Barbara Oomen, burgemeester Aleid Wolfsen en directeur van Amnesty International Eduard Nazarski. Zij kwamen tot de conclusie dat hier kansen liggen om van Utrecht een 'best practice' te maken, maar dan moet er een coalitie worden gevormd tussen gemeentelijk bestuur, bedrijven, NGO's én burgers. Want mensenrechten gaan ons allemaal aan.
Stad van mensenrechten
Utrecht wil graag een mensenrechtenstad zijn. Waarom? Ten eerste zit het in het dna van de stad, aldus prof. Oomen. In 1948 kreeg Eleanor Roosevelt een eredoctoraat van de UU uitegreikt in de Aula van het Academiegebouw voor haar werk op het gebied van mensenrechten. Ten tweede wonen steeds meer mensen in stedelijk gebied waar rechten sneller geschonden worden. Dat je het beleid dan op mensenrechten ent is daarom geen gek idee. Grote steden gingen Utrecht al voor: San Francisco (willen het vrouwenverdrag in de praktijk brengen, iets wat de overheid niet doet), Barcelona (uitgesproken beleid tegen polarisatie en discriminatie) en Graz, dat een mensenrechtenraad oprichtte die gemeentelijk beleid toetst. Gemeenten kunnen zich beroepen op de mensenrechten als zij een socialer beleid willen voeren dan de nationale overheid. Utrecht deed dit al door uitgeprocedeerde asielzoekers toch opvang te bieden ondanks het feit dat 'Den Haag' illegaliteit strafbaar stelde. Hetzelfde gebeurde bij de campagne 'Geen kind op straat'. Jong, oud, illegaal, blank, gekleurd, homo of hetero: iedereen heeft mensenrechten. Of een stad mensenrechten belangrijk vindt, ligt voor een groot deel enthousiastelingen in het maatschappelijk middenveld: burgers, ambtenaren, wethouders of een burgemeester moeten energie leveren.
Enthousiaste burgemeester
De burgemeester van Utrecht Aleid Wolfsen is zo'n enthousiasteling. Hij zag dat de gemeente al eerder een impliciet mensenrechtenbeleid voerde, maar dat dit expliciet moest worden. Verder is hij blij dat hij niet de enige is met hart voor de zaak; Utrecht stikt van de initiatieven en burgers die het een belangrijk onderwerp vinden. Maar hoe kunnen die initiatieven gebundeld worden? De gemeente dacht aan het vormen van een mensenrechtencoalitie en organiseerde een diner afgelopen 20 september om deze mensen bij elkaar te brengen. Zij kunnen het beleid versterken en bijvoorbeeld helpen in de scholing van mensen die er uitvoering aan moeten geven, maar ook aan scholing van kinderen op het gebied van mensenrechten. Vervolgens is het zaak, benadrukt Wolfsen, om het gemeentelijk beleid steeds te toetsen. Misschien is een mensenrechtenraad zoals Graz die heeft een idee? Barbara Oomen gaat binnenkort naar Graz en zal verslag doen.
Eigen huis op orde
Eduard Nazarski is directeur van Amnesty International en vaak in het buitenland, daar ligt immers de focus van de organisatie. Toch krijgt hij regelmatig te horen 'wat doen jullie in eigen land?' Amnesty publiceerde het rapport 'The Netherland protecting human rights at home' waarin het concludeerde dat er op het gebied van de mensenrechten nog veel te verbeteren valt en constateerde het 'ontbreken van strategie van ministeries en gemeenten'. De 'Ik schaam me diep'-campagne volgde, een petitie waarin je je kon uitspreken tegen het inhumane vreemdelingenbeleid in Nederland. Amnesty legt aan gemeenten uit dat je door een mensenrechtenbril kunt kijken naar gemeentelijk beleid en issues in de stad. Voorbeelden hiervan zijn in Utrecht: spreekkoren in het stadion van FC Utrecht, rolstoeltoegankelijk van openbare gebouwen, maar ook het preventief fouilleren in de Breedstraat (zie ook de brochure 'Goed bezig'). Bij dat laatste kun je je afvragen: wie en waarom wordt er gefouilleerd? Is dat privacyschending? Als blijkt dat er sprake is van schending van de mensenrechten moet er iets veranderen.
Utrecht doet het al goed, maar er kunnen zeker dingen verbeterd worden. Een mensenrechtenraad zou een optie zijn, in de zaal zaten al geïnteresseerden. Heb jij ideeën of zou je in dergelijk raad willen plaatsnemen, mail dan naar laura.mol[at]sg.uu.nl. Kijk voor meer inhoudelijke informatie en de discussie het debat 'All human rights are local' terug. Op 18 november is het laatste debat, dan gaan we het hebben over hoe we Utrecht gezonder kunnen maken.