Roseboom is gefascineerd door het concept dat de vroege omgeving de groei en ontwikkeling van de foetus beïnvloedt en daarmee de latere gezondheid bepaalt. Haar laatste boek, De eerste 1000 dagen, is een pleidooi voor het stimuleren van een goed begin van een mensenleven. In deze eerste 1000 dagen ontwikkelt een kind snel en deze periode vormt mensen tot wie ze zijn. Vanuit zowel biologisch, medisch en maatschappelijke perspectieven legt Roseboom uit dat we moeten investeren in een goede start. Volgens haar is dit de slimste investering die we kunnen doen vanuit menselijk, maatschappelijk en economisch perspectief.

Haar onderzoek naar de gezondheid van mensen die in de Hongerwinter werden geboren, is inmiddels wereldberoemd. Uit dit onderzoek bleek dat ondervoeding van de moeder blijvende negatieve gevolgen heeft voor de gezondheid van haar kind. Zo blijkt dat veel voorkomende ziekten zoals hart-, vaat-, long- en nierziekten, maar ook borstkanker en depressie hun oorsprong hebben in de baarmoeder. In 2010 verscheen het boek Babies van de Hongerwinter: de onvermoede erfenis van ondervoeding met resultaten van haar onderzoek.

Roseboom streeft naar betere zorg voor en adviezen aan zwangere vrouwen, in zowel ontwikkelde als in ontwikkelingslanden. Ze richtte het Healthy WOMB Study Center op dat onderzoek doet naar de manier waarop de omgeving van het zich ontwikkelende kind in de baarmoeder de groei en ontwikkeling beïnvloedt, en welke gevolgen dat heeft voor de gezondheid. Daarnaast is ze verbonden aan het Moore Institute of Nutrition and Wellness van de Universiteit van Portland, Oregon in de VS en vertegenwoordigt ze Europa in de raad van de International Society of Developmental Origins of Health and Disease.