In het door aardbevingen geteisterde Turkije waren twee aardbevingen, met een kracht van 7,8 en 7,5 op de momentmagnitudeschaal, de sterkste in de recente geschiedenis. Hoewel de ligging van Turkije zorgt voor een continu aardbevingsgevaar, zijn niet alle gebouwen hierop ingesteld. In Turkije verhuisden in de jaren ’90 veel mensen van het platteland naar de stad. In de steden werden in die tijd daarom veel nieuwe flats gebouwd, maar de overheid controleerde weinig op de veiligheid van deze hoogbouw.
Doordat deze gebouwen niet aardbevingsbestendig waren, ging het al eerder gruwelijk mis. In 1999 verloren meer dan 17.000 mensen het leven door een zware aardbeving in de buurt van Istanbul. Hierna werd de regelgeving voor nieuwbouw aangescherpt, maar veel gebouwen die nu rond Gaziantep zijn ingestort waren van vóór de eeuwwisseling.
Een grote ramp zoals deze ontstaat dus niet alleen door het natuurgeweld - de aardbeving zelf -, maar er zijn veel meer factoren die een rol spelen. Hoogleraar humanitaire hulp en wederopbouw prof. Thea Hilhorst (EUR) stelt dat natuurgeweld slechts leidt tot een ramp wanneer het gepaard gaat met kwetsbaarheid, vaak als gevolg van ongelijkheid, corruptie, armoede, en/of een gebrek aan kennis.
Wil je meer weten over hoe een natuurfenomeen een humanitaire ramp wordt, en hoe wederopbouw vaak gestuurd wordt door politieke belangen? Kijk de lezing ‘Wie grijpt de macht in noodsituaties?’ met prof. Hilhorst hier terug.