CZ Colleges
De diepzee is een mysterieuze plek; we weten meer over het maanoppervlak dan over het leven op de zeebodem. De diepzee zijn de zeegebieden die minstens 200 meter diep zijn, waar het gemiddeld vier graden is, de druk hoog is en geen zonlicht binnendringt. Lange tijd werd gedacht dat in deze extreme omstandigheden geen leven mogelijk was. Tegenwoordig kunnen we met moderne technologieën de zeebodem steeds beter in kaart brengen en zijn we erachter gekomen dat de diepzee een diversiteit aan ecosystemen kent. De spons speelt een belangrijke rol in het behouden van deze kwetsbare ecosystemen, stellen marien ecologen dr. Anna de Kluijver (UU) en Martijn Bart, MSc (UvA) in de lezing 'Een duik in de diepzee'.
Sponzen
Sponzen zijn de oudste meercellige dieren op aarde. Er zijn veel verschillende soorten en ze komen in vrijwel alle wateren voor: van tropische zeeën tot de Amsterdamse gracht. De meeste soorten komen echter voor in de diepzee. En waar sponzen zijn, zijn ook veel andere dieren. Veel vissen, anemonen en andere dieren zijn afhankelijk van de sponzen voor onder andere hun voedsel.
Sponzen filteren het water om hen heen. “Een spons kan 50.000 keer zijn eigen volume filteren per dag, wat er op neerkomt dat een spons zo groot als een basketbal een zwembad per dag filtert,” zegt De Kluijver. “Het is dan niet moeilijk om je in te denken dat sponzen een grote invloed hebben op hun omgeving.”
We weten nu dus dat sponzen een belangrijke rol hebben in het behouden van de biodiversiteit in de diepzee, maar er zijn ook nog veel onbeantwoorde vragen. Wat doen de verschillende soorten sponzen? En wat bepaalt waar ze voorkomen?
Onderzoek in de diepzee
“Er is veel praktisch veldwerk nodig om deze vragen te beantwoorden,” stelt Bart. Samen met De Kluijver werkt hij mee aan het SponGES project, een groot Europees onderzoeksproject naar sponzen in de diepzee. Het doel van het project is om meer kennis te verzamelen over de sponzen en deze kennis te gebruiken om beleidsplannen voor het behoud van de biodiversiteit in de diepzee te stimuleren.
Voor het onderzoek naar sponzen in de diepzee worden onbemande onderzeeërs gebruikt die beelden maken van het leven op de bodem. Ook worden er sponzen mee naar boven genomen om ze in het laboratorium te bestuderen. Zo kan er worden onderzocht hoeveel zuurstof ze uit het water opnemen en wat er gebeurt met de hoeveelheid bacteriën in hun omgeving. Sinds kort kunnen dezelfde experimenten ook op de zeebodem zelf uitgevoerd worden.
Bedreigingen
Dit is een positieve ontwikkeling, want de biodiversiteit in de diepzee moet zo min mogelijk verstoord worden. “Het leven in de diepzee ontwikkelt zich namelijk langzaam, maar stabiel,” legt De Kluijver uit. “Sponzen blijken erg gevoelig voor verstoring van de bodem en herstellen zich erg langzaam.” En dit is waar we voorzichtig moeten handelen, want de zeebodem is interessant voor de mens. Zo wordt er veel gevist met sleepnetten, waarbij onbedoeld ook veel sponzen mee naar boven worden genomen. Ook ligt de zeebodem vol met kostbare grondstoffen, en de delving ervan is schadelijk. Bij het delven komt sediment (kleine deeltjes zand of klei) vrij in het water, en doordat de sponzen grote hoeveelheden water filteren raken ze snel verstopt. “Het zijn reële bedreigingen, maar we weten nog niet goed hoe groot de impact is voor de diepzee-ecosystemen,” aldus De Kluijver. “De diepzee is een schatkist, zowel voor de wetenschap als voor de maatschappij. We moeten er zuinig op zijn.”