"Europa is niet op weg om 'Parijs' te halen", zo luidt het in het NRC van afgelopen vrijdag. De EU heeft afgesproken om in 2030 40 procent minder broeikasgassen uit te stoten dan in 1990, maar om de doelen van het klimaatakkoord te halen moeten we eerder denken aan een afname van 50 tot 60 procent.
Met steeds meer zonnepanelen op al onze daken en de opmars van elektrische auto's lijkt het alsof we in Nederland goed op weg zijn. Toch verstookt Nederland op dit moment meer fossiele brandstoffen dan in 1990. Pieter Boot, hoofd van het Planbureau voor de Leefomgeving, voorspelt in het NRC-artikel dan ook slechts een verbetering van 24 procent. En dat is zorgwekkend.
Waar is de winst te behalen? Driekwart van de CO2-uitstoot van de Nederlandse industrie is afkomstig van slechts twaalf bedrijven. De vervuilende industrie vergroenen is een relatief goedkope optie en zou daarom een goede stap zijn om de uitstoot drastisch te reduceren. In zijn lezing 'Duurzaam sturen' legt econoom en voormalig staatssecretaris prof. dr. Rick van der Ploeg echter uit dat dit soort bedrijven enorme gevestigde belangen hebben. Bovendien hebben bedrijven die bijvoorbeeld fossiele brandstoffen produceren middels hun lobbyactiviteiten een flinke vinger in de pap van de overheid gekregen. "Geen wet gaat door de Kamer zonder dat Shell daar zijn rubberen stempel op heeft gezet", aldus Van der Ploeg.
Volgens hem is er een te nauwe band tussen de politiek en het bedrijfsleven waardoor echte veranderingen uitblijven. Er is daarom behoefte aan een maatschappelijke beweging waarin burgers meer druk uit oefenen voor bijvoorbeeld een CO2-tax voor bedrijven. Zoals Van der Ploeg het zelf verwoordt: "Het klimaat is te belangrijk om aan politici over te laten.''
Meer horen van Van der Ploeg? Kijk de lezing 'Duurzaam sturen' terug in ons archief.