Identiteit onbekend
Van levenscoach tot mindfulness, en van yoga tot filosofisch zelfhulpboek: steeds meer mensen hebben assistentie nodig in de zoektocht naar identiteit. En dat terwijl er geen makkelijkere opdracht lijkt dan 'wees jezelf'. Filosoof en schrijver dr. Stine Jensen legt in de derde lezing van de reeks Identiteit onbekend uit dat er vele manieren er zijn om je 'ik' te definiëren. Die keuzevrijheid brengt stress met zich mee.
Als een volwassene aan iemand moet vertellen wie hij of zij is volgt er een vast scenario: naam, leeftijd en daarna vaak het beroep. Vrouwen benoemen vaak hun relatiestatus en als ze moeder zijn, het feit dat ze kinderen hebben (mannen vergeten dat nog weleens…). Ondanks dit voorstelpatroon bestaat er in de huidige tijd een grote vrijheid in het creëren van identiteit. Tijdens de verzuiling was er weinig keuze: je hoorde bij een bepaalde kerk, vrouwen waren moeder en mannen gingen qua werk hun vader achterna. Nu ontwerp je je eigen identiteit: waar en wat je gaat studeren, welke kleding je draagt en welke muziek je draait. Deze vrijheid gaat gepaard met een verantwoordelijkheidsgevoel. Als het niet lekker loopt, voelt het daardoor ook eerder als falen. Dat begint al jong: de tienerburn-out en de quarterlife crisis zijn de voorlopers van de bekende midlifecrisis.
Ik heb geen baan, geen kinderen, geen vriend en geen huis, ben ik wel?
Samen met Rob Wijnberg schreef Jensen het boek 'Dus ik ben'. Daarin formuleerden zij 12 definities van identiteit. Eén daarvan is 'ik werk, dus ik ben'. Werk is heel belangrijk voor onze zelfdefinitie. In het voorstelscenario staat het op nummer drie. Maar wat als je werkeloos bent? Jensen vertelt over een vrouw die zichzelf na het noemen van haar naam als volgt introduceerde: "Ik heb geen baan, geen kinderen, geen vriend en geen huis, ben ik wel?" Mensen om haar heen gingen op zoek naar oplossingen en droegen ideeën aan voor het vinden van werk. In onze westerse samenleving moeten mensen bezig zijn. Dan pas draag je iets bij aan de maatschappij. Maar de werkidentiteit is niet zo stabiel: we hobbelen van baan naar baan en er zijn meer zzp'ers dan ooit.
Uiteindelijk streven velen ernaar te kunnen zeggen 'ik ben mezelf'. Maar wat is dat dan? Zoals we al eerder hoorden in de lezing 'Iedereen beroemd' van dr. Dan Hassler-Forest hebben we meerdere persona's of rollen. Het ligt aan de context waarin je je bevindt wie je speelt. Wanneer de rol of het uiterlijk vertoon het meest rijmt met diegene die jij als de echte 'ik' ziet, dan ben je jezelf. Dit zou je kunnen zien als authenticiteit. Jensen benadrukt overigens dat dat niet betekent dat je daarmee ook onderscheidend bent van de massa. Je bent dan jezelf, authentiek, maar niet uniek.
De echte 'ik' vinden is geen sinecure. We zoeken er hulp voor van coaches en psychologen. Na een emotioneel moment hoor je soms de frase: 'ik was even mezelf niet' of 'ik verloor mezelf'. Alsof je dat stukje even buiten jezelf kan plaatsen. Daarnaast is de vraag hoe autonoom je echt bent. Er zijn beperkingen aan het worden van jezelf, bijvoorbeeld door de economische crisis. Misschien voel je je van binnen kunstenaar maar lukt het niet daar je brood mee te verdienen. Daarnaast zijn we overgeleverd aan de grillen van de connecties in ons brein. En ook onze aankopen worden gestuurd door reclames en de algoritmes van Google. En door bezuinigingen is het aanbod van cultuur eenheidsworst geworden. Tegenwoordig stelt tv-programma DWDD vast welke boeken en muziek we moeten kopen, en welke films de must-sees zijn. Ook daar wordt je beperkt en geleid in je keuzes.
De maakbaarheid van identiteit maakt moe. Soms verlangen mensen naar een moment om niet zo bezig te zijn met het 'ik'. Ze willen gewoon even 'zijn' en wenden zich tot mindfulness, yoga en spiritualiteit. In Oosterse culturen heersen andere denkbeelden over identiteit, daar zijn geen 12 definities, maar is het gewoon 'ik ben'. Punt.
De vraag is dus of we blij moeten zijn met de nieuwe vrijheden. Niet iedereen is er bij gebaat. Voor mensen die goed weten wat ze willen is het een feest. Maar voor diegenen die twijfelen en onzeker zijn, kan het een zware last betekenen.
Kijk de lezing 'Zoektocht naar identiteit'. Volgende week nemen we rare trekjes onder de loep. Dan geeft prof. dr. Ingrid Robeyns (Ethiek Instituut, UU) de lezing Gewoon abnormaal. Zij legt uit dat de samenleving mede bepaalt wanneer iemands gedragingen als normaal of abnormaal gezien worden. Maar is het wel terecht om het onderscheid tussen normaal en niet-normaal zo zwart-wit voor te stellen? En waarom doen we dat? En wat als je afwijkende gedrag onderdeel is geworden van je identiteit? Aan de hand van autisme laat Robeyns zien dat er verschillende manieren zijn om hierover na te denken.