Wat is de wetenschap achter vriendschap? Student-assistent Iris Korvemaker gaat op zoek naar de veranderingen in vriendschap door de tijd heen.
Sommige mensen vind ik gelijk aardig, zonder dat ik daarmee gepraat heb. Anderen personen kan ik niet uitstaan, hoe hard ik het ook probeer. Hoe kan dit? Bepalen genen met wie wij bevriend raken? En hebben wij alleen deze vriendschapsgenen, of kunnen apen net zo goed BFF's worden?
Samen het alcohol-gen
Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat we veel op onze vrienden lijken. Socioloog prof. dr. ir. Vincent Buskens gaf in een eerdere lezing bij Studium Generale al aan dat afkomst, gender, leeftijd, opleidingsniveau, maar ook eigenschappen als overgewicht, geluk en zelfs lengte zijn voor mensen binnen een netwerk in sterke mate overeenkomstig zijn. Maar ook als we ín ons lichaam kijken, blijken we meer overeen te hebben met mensen in onze vriendenkring dan daarbuiten. Dr. James H. Fowler (Medische Genetica, USCD) heeft samen met zijn Amerikaanse collega's gevonden dat vrienden bovengemiddeld vaak dezelfde genvariant beschikken van het gen DRD2. Dit gen zegt onder andere iets over je impulsiviteit en je verslavingsgevoeligheid voor bijvoorbeeld alcohol. Als jij zelf impulsief bent, dan kies je waarschijnlijk ook vrienden die impulsief zijn. Opvallend is dat je vrienden waarschijnlijk een andere variant hebben van het gen CYP2A6 dan jij. Iemand met de variant van het gen dat zorgt voor extraversie is bovengemiddeld vaak bevriend met iemand die juist de variant die zorgt voor introversie.
Kunnen apen ook beste vrienden zijn?
Niet alleen mensen lijken echte vriendschappen te hebben, ook dieren lijken te weten wat vriendschap is. Uit onderzoek blijkt dat jonge Bonobo apen meer met elkaar knuffelen als één van de apen net een gevecht heeft gehad. Uit een ander experiment blijkt dat mensapen (maar ook olifanten) in staat zijn tot samenwerking, zelfs als één van de apen daar niks aan heeft. Maar kun je dit vriendschap noemen?
Prof. dr. Jan van Hooff (Gedragsbiologie, UU) en prof. dr. Frans de Waal (Gedragswetenschappen, UU) vertellen in een interview dat we voorzichtig moeten zijn om te spreken van 'vriendschap' tussen dieren. Gedrag zegt niet per se iets over de bedóelingen van een dier. Een dier kan wel emoties tonen, maar het gaat te ver als wij de betekenissen van die emoties gaan invullen. Er is nooit bewezen dat een olifant denkt over een andere olifant: 'Kijk, dat is nou mijn vriend'. Van Hooff: “Wij mensen hebben de neiging mentalistische verklaringen te geven: we denken dat anderen 'weten' en 'willen'. Maar het kan heel goed zijn dat die mentalistische tussenstap niet noodzakelijk is. De vraag is met welk benúl een dier zich op een bepaalde manier gedraagt.”
Ik kan niet zonder je
Dit betekent niet dat dieren nooit iets voor elkaar doen. De Waal: “Bij diersoorten die moeten samenwerken, zie je wederkerig altruïsme. Het 'als jij mij helpt dan help ik jou'-principe geeft een duidelijk voordeel voor de overlevingskansen. Hoewel deze vorm van altruïsme misschien uiteindelijk egoïstisch is, brengt het allerlei mooie eigenschappen met zich mee. Gevoeligheid voor de behoeften van een ander bijvoorbeeld. En omdat het helemaal niet zeker is dat de ander jou ook te hulp zal schieten als jij hem hebt geholpen, is de samenwerking afhankelijk van vertrouwen. Degenen die alleen maar ontvangen en niks terugdoen, moeten worden gestraft, anders zou het systeem binnen de kortste keren niet meer werken.”
Egoïstisch
Het lijkt erop dat dieren dus ook (een vorm van) vriendschap kennen. Ze zijn van elkaar afhankelijk en kiezen vriendschappen misschien uit egoïstische motieven, maar doen wij dit stiekem ook niet? Ik heb vriendinnen met wie ik ga stappen, met wie ik ga hockeyen, met wie ik mijn relatieproblemen bespreek, met wie ik vegetarisch ga eten. Dankzij mijn vrienden of vriendinnen hoef ik dit niet alleen te doen.
Het is ook niet verwonderlijk dat vrienden op elkaar lijken. Ik kies mensen uit die dezelfde dingen leuk vinden als ik, anders wordt het lastig samen activiteiten ondernemen. Het is leuker om impulsief te zijn met iemand die zelf ook impulsief is. Anders houd je elkaar alleen maar op. Dat genen van vrienden gemiddeld meer op elkaar lijken, is niet zo gek.
Toch denk ik dat je zelf best een vinger in de pap hebt. Er zijn misschien wel tien mensen in je omgeving met de juiste 'vriendengenen', maar in het vorige blog kwamen we er al achter dat je nooit tien goede vrienden kan hebben. Je kiest dus alsnog zelf met welke van de tien potentiële vrienden je écht goed bevriend wordt.
Voorgaande blogs
> Vriendschap steeds belangrijker (26-05-2015)
> Té veel online contact zorgt voor vereenzaming (02-06-2015)