In het vrouwentijdschrift Viva stond tot voorheen de populaire rubriek 'Anybody'. Hierin toonde verschillende mannen en vrouwen hun naakte lichamen, die zich op vrijwillige basis hadden opgegeven via de website. Het was de bedoeling dat je liet zien trots was op bepaalde lichaamsdelen of juist onzeker. Uit onderzoek van dr. Ignace Hooge (Behavioural Sciences, UU) bleek dat de rubriek de meest gelezen pagina was van het tijdschrift, wat de fascinatie van de lezer voor het lichaam aangeeft. Mollig of dun, grote of kleine borsten, een blanke huid of een gebruind gelaat. Ieder mens is verschillend, maar wat wordt er door de westerse geschiedenis heen gezien als mooi aan het menselijk lichaam? Is dit een constante of is het schoonheidsideaal veranderlijk? En wat doet lichamelijke opsmuk als make up en plastische chirurgie met het schoonheidsideaal? Misschien geeft het antwoord daarop inzicht in universele schoonheid.
Een kleine geschiedenis van smaak
In de prehistorie hield men van ronde vormen: grote borsten, een dikke buik en een flink achterwerk. Het uiterlijk stond in verband met een vruchtbaarheidscultus. Dit weten we door de opgravingen van vruchtbaarheidsbeeldjes van mollige vrouwen. Het schoonheidsideaal veranderde gedeeltelijk bij de Grieken en Romeinen. Zij zagen bij mannen het liefst een gespierde bouw, lange benen en een sterke kaaklijn. Dit mannelijk schoonheidsideaal heerst nog steeds. Voor vrouwen bleef vruchtbaarheid onderdeel van het ideaal. De Grieken en Romeinen gebruikten ook al make-up om het lichaam 'mooier' te maken. In de vroege Middeleeuwen verdween de focus op uiterlijk, in die tijd werd het leven namelijk gezien als iets tijdelijks en hoe je er uit zag was van ondergeschikt belang. In de late Middeleeuwen veranderde dat: hoge borsten, brede heupen en een klein buikje waren de norm. Het bolle buikje verdwijnt in de Renaissance. Een lange hals en hoge taille door een ingesnoerd lijfje is de trend. Na de Renaissance zijn er verschillende schoonheidsidealen te zien die elkaar snel opvolgen: van mollige lichamen naar slanke tailles en een S-lijn (rijkgevormde billen en de borsten). De twintigste eeuw staat bekend als de eeuw waarin vrouwen zich sterk afzetten tegen schoonheidsidealen. Een jongensachtig uiterlijk met kort haar, broeken en wijde truien kwam veel voor. Vrouwen wilden er sportief en slank uitzien. Ook in het begin van de eenentwintigste eeuw is slank zijn een ideaal. Dit verandert echter van een jongensachtig uiterlijk naar een vrouwelijk zandloperfiguur (brede heupen, slanke taille, volle borsten), dit zie je terug bij zangeres Beyoncé of actrice Jennifer Lopez.
Overdreven vertoon
Maar smaken verschillen toch? Niet volgens sociaal psycholoog Tila Pronk (Vrije Universiteit), zij stelt dat wat als aantrekkelijk wordt gezien grotendeels universeel en van nature bepaald is. Uit haar onderzoek blijkt dat mensen tot op zekere hoogte gevoelig zijn voor 'opsmuk', zoals make up of plastische chirurgie. Baby's zijn er minder gevoelig voor dan volwassenen. Wanneer een baby een aantrekkelijk en een onaantrekkelijk gezicht te zien krijgt wordt het getrokken naar het aantrekkelijke gezicht. Hieruit blijkt dat het herkennen van aantrekkelijkheid is aangeboren. Vrouwelijke gezichten met make-up zijn voor baby's, in tegenstelling tot voor volwassen mensen, minder fijn om naar te kijken. Volwassenen vinden dat make-up een vrouw mooier maakt en 'schattige' kinderlijke trekken geeft (zoals volle lippen met rode lippenstift en grote ogen met mascara en eyeliner). Vrouwen met een kinderlijk gezicht zien er jong uit en dat heeft tot gevolg dat mannen hen zien als vruchtbaar. Vruchtbaarheid is dus (onbewust) erg belangrijk voor het schoonheidsideaal. Teveel afslanken, het dragen van weinig verhullende lingerie, hele hoge hakken, te veel make-up en bovenal het toepassen van plastische chirurgie worden niet altijd als mooi gezien. Als iemand te veel afwijkt van een natuurlijke look, dan wordt een standaard uiterlijk (zonder overdreven vertoon) gezien als mooier.
Individuele smaak vs. de mening van een groep
We laten dus graag zien hoe trots we zijn op ons lichaam door het accentueren van bepaalde ('mooie') lichaamsdelen, een fenomeen dat al teruggaat tot in de prehistorie. Van de prehistorie tot en met nu is het schoonheidsideaal van vrouwen sterk veranderd, maar dat van mannen lijkt een constante te zijn. De tijd en cultuur waarin we leven bepaalt dus gedeeltelijk wat we als mooi zien. Toch is dit geen individuele smaak, maar de mening van een grote groep personen. De deelnemers aan de rubriek Anybody laten wel zien dat ook individuele smaak belangrijk is wat het eigen lichaam betreft. Iedereen kan toch altijd wel iets moois noemen aan zichzelf, ook al voldoen ze verder niet aan het schoonheidsideaal.
Ben je geïnteresseerd in het hedendaagse schoonheidsideaal en onze obsessie met schoonheid? Lees dan de blog over Body Dismorphic Disorder of bekijk de daarbij horende lezing over uiterlijke schoonheid van dr. Nienke Vulink (psychiater, AMC). Volgende week: kennen dieren een schoonheidsideaal?
Vorige blogs: