Het Grote Stadsdebat
De finale van het WK van 2010, onze jongens verloren, maar alsnog liepen de mensen uit om ze te huldigen. We kijken niet alleen graag naar voetbal en andere sporten; 5 miljoen Nederlanders sporten ook georganiseerd. 'Sport verbroedert' is een bekend gezegde, maar is dat ook echt zo? 1 op de 3 sporters geeft aan dat ze zelfvertrouwen en vertrouwen in anderen te danken hebben aan sport. Dat klinkt mooi. Leert sport je vaardigheden die je ook buiten het veld kunt gebruiken? Is het misschien dan bij uitstek geschikt om burgerschap skills aan te leren? Maar wat als je niet van sport houdt, is dan een schoolsetting meer geschikt? Hierover ging het tweede Grote Stadsdebat met de titel 'Voetbal is vrede'.
Sport is de spiegel
Prof. dr. Paul Verweel, hoogleraar aan de USBO, maar ook vicevoorzitter van de KNVB, heeft meer met de uitspraak 'Voetbal is oorlog' dan met depacifistische tegenhanger. Binnen de grenzen van de regels doe je immers alles om te winnen, toch benadrukt hij de voordelen die het voetbal biedt. Je leert je te houden aan spelregels, de norm van sportiviteit heerst en het geeft sociaal kapitaal. In principe is voetbal een strijd van gelijken: jongens tegen jongens, meisjes tegen meisjes en er zijn leeftijdscategorieën. Iedereen mag meedoen, maar je moet je wel schikken naar de omgangsvormen en het draait om winnen. Ja, er zijn inclusie- en exclusiemechanismen, maar die zijn er in 'het echte leven' ook. Binnen het veld leer je omgaan met winst, verlies en feedback, maar ook daarbuiten kom je dat tegen. Cor Jansen, werkzaam bij de UU, maar volgens hemzelf vóóral voorzitter van Omni sportvereniging Zwaluwen, vindt de verbindende factor van sport het belangrijkst. Kinderen uit allerlei lagen van de bevolking kunnen bij elkaar in een team komen en samen voor de overwinning gaan. Bij zijn club worden de verschillen niet gecultiveerd en wie dat wel doet kan rekenen op een reprimande van de leiding.
Het belang van dialoog en onderwijs
Studente Carrie van der Kroon geeft mensenrechtentrainingen aan jongeren, in bijvoorbeeld Zeist-West, maar ook leidt zij initiatieven die de dialoog hoog in het vaandel hebben staan. Hierbij kunnen jongeren, die een afspiegeling zijn van de maatschappij, discussiëren over onder andere politieke issues. Zij stelt dat als jongeren zich serieus genomen voelen, ze open staan om te praten en leren over zaken als burgerschap en mensenrechten, maar dat je dat niet zo moet benoemen. Wanneer je deze abstracte thema's niet expliciet maakt, maar er als docent of trainer wel bewust van bent, werkt dit veel beter.
Op de IMC Weekendschool waar Rebecca de Kuijer werkt, komen kinderen in aanraking met allerlei vakgebieden die buiten het curriculum van een basisschool vallen. Lessen, gegeven door hoogleraren, in bijvoorbeeld recht, geneeskunde en politicologie, bieden hen een kans om zich te ontplooien. Ook zijn er buitenschoolse activiteiten, zoals een excursie naar de studio's van RTV Utrecht of naar de GGZ. Ze leren vragen stellen, omgangsvormen en ook hier bouwen ze aan hun zelfvertrouwen. Voor sommige kinderen, vooral meisjes, werkt een schoolse omgeving beter om bepaalde vaardigheden op te doen. Niet iedereen houdt immers van sporten.
Iedereen kan het verschil maken
Uiteindelijk is de vraag of deze initiatieven effect sorteren. Verweel geeft aan dat effecten van geïsoleerde activiteiten bijna niet te meten is. De criminaliteit zal in Kanaleneiland niet dalen omdat er toevallig een voetbalclub zit vol idealisten die straatjongeren onder de hoede nemen. Er zijn zoveel factoren van invloed, het leven is te complex om in termen van oorzaak en gevolg te praten. Al blijkt uit onderzoek dat 26% van de sporters hun mening over andere bevolkingsgroepen positief heeft bijgesteld. Maar leg je op deze wijze niet heel veel druk bij sportclubs of andere initiatieven als je hen maatschappelijke taken gaat geven? Alle gasten van de avond geven aan dat clubs, ouders en vooral individuen verantwoordelijkheid moeten nemen om de omgeving te verbeteren. De overheid kan en moet faciliteren, maar uiteindelijk moet en kun je het zelf doen. Om maar weer een bekend gezegde aan te halen: De maatschappij dat ben je zelf.
Ook volgende week gaan we het hebben over hoe individuen de maatschappij kun verbeteren in het sociaal ondernemen debat. Het identificeren van lokale sociale problemen en daar vervolgens een onderneming voor starten om dat veranderen, dat is wat een sociaal ondernemer doet. Hebben zij de toekomst in een maatschappij waar de staat en markt faalt?
Het 'Voetbal is vrede' debat kunt u hier terug zien. Wat vindt u zelf eigenlijk een ideale fairplay sporter? Welke vaardigheden heeft deze? Vul de app nu in!