Vergeldingsacties en terrorisme zijn volgens dr. Ruud Welten een typisch geval van secundair geweld, oftewel een reactie op eerder gepleegd geweld, zoals de bespotting van de profeet Mohammed door bijvoorbeeld de tekenaars van Charlie Hebdo of makers van anti-Islam films. Denker des Vaderlands, prof. dr. Hans Achterhuis, denkt daar anders over. Hij stelt dat de film niet gewelddadig is, alleen de aanslag. Wat is geweld en wanneer is het geoorloofd? Hierover gingen Achterhuis en Welten met elkaar in discussie tijdens de eerste lezing van de reeks Tegendenkers.
Collateral damage
De tegendenker van de avond was dr. Ruud Welten, filosoof en auteur van onder meer het boek Zinvol geweld en een toneelstuk over de filosofen Jean-Paul Sartre en Albert Camus. Sartre betoogde in 1961 dat terroristisch geweld als een boemerang is: een antwoord op het geweld dat we zelf veroorzaken. Al willen we dat liever niet zien. Welten is het hier mee eens en is van mening dat we in onze huidige samenleving zijn opgehouden onszelf een spiegel voor te houden. Hierdoor zien we niet dat ons eigen geweld vaak de oorzaak was en is, van ander geweld. In het verleden door onze rol als kolonisator en tegenwoordig door structureel geweld in de vorm van buitensluiting, discriminatie en stigmatisering. Hierbij kun je denken aan de slechte behandeling van vluchtelingen, het scannen en screenen van bepaalde mensen op vliegvelden, maar ook het bestempelen van personen die op enige wijze buiten de maatschappij vallen als duur en lastig. In Weltens optiek is dit primair geweld, de slachtoffers hiervan kunnen hierop reageren, vaak met versterkt geweld. Dit verklaart bijvoorbeeld de 'Batman schietpartij' in Colorado of dichter bij huis, de schietpartij in Alphen aan de Rijn. Beide voorbeelden van jongens die buiten de maatschappij vielen en het niet meer aankonden. In onze beleving is de westerse beschaving volmaakt, er is geen utopie meer, wij denken vooral aan onszelf en vinden dat anderen het niet goed doen. Willen we dat veranderen, dan gaan we op 'vredesmissie' naar in onze ogen achtergebleven samenlevingen. Deze missies kennen vaak burgerslachtoffers. Collateral damage, bijkomstige schade, noemt men dat eufemistisch. Filosoof Zygmunt Bauman vindt dat niet alleen het leger, maar onze hele Westerse samenleving een spoor van bijkomstig geweld achterlaat. Van de inrichting van de economie tot onze obsessie met veiligheid. Maar rek je het begrip geweld dan niet te ver op? Wat is dan geen geweld geweld meer? Op die vraag quote Welten de denker Levinas, op wiens werk hij promoveerde. Levinas zei dat we allemaal eens wat vaker “na u” moeten zeggen. Eerst denken aan de ander en dan pas aan jezelf.
Intentioneel geweld vs. structureel geweld
Hans Achterhuis was in zijn jongere jaren fervent aanhanger van Sartres denkbeelden omtrent geweld. Hij schreef in 1975 een filosofische bundel (Filosofen van de derde wereld) waarin hij het geweld van Che Guevara en Mao Zedong positief belichtte. Door de progressieve tijdgeest waren de recensies lovend, maar de Nederlandse filosoof Cornelis Verhoeven verweet Achterhuis dat hij te kritiekloos tegenover gewelddadig activisme stond. De verwijten bleven hangen. Achterhuis begon te twijfelen aan Sartres uitspraak dat “geweld een simpel middel is om een doel te bereiken” en het idee dat structureel geweld onze samenleving kenmerkt. Zijn zoektocht naar de betekenis en rechtvaardigheid van geweld resulteerde in het boek Met alle geweld. Hierin hanteert Achterhuis een beperkte beschrijving van geweld: “het min of meer intentioneel toebrengen of dreigen toe te brengen van schade aan mensen of voorwerpen”. En het zit hem nou net in het woordje 'intentioneel', want dat spoor van bijkomstig geweld wat onze westerse samenleving volgens Welten achterlaat, is niet intentioneel.
Als je een spijkerbroek koopt gemaakt door kinderen in Thailand breng je misschien iemand wel schade toe, maar je doet het zeker niet expres. Nog een voorbeeld: de goedbetaalde directeur van woningcorporatie Vestia speculeerde met geld van het bedrijf en zorgde ervoor dat de renovatie van 40.000 woningen niet doorging. De bewoners bleven in erbarmelijke omstandigheden achter. Is dit geweld? Ja, zegt Welten. Nee, zegt Achterhuis. Voor hem is dit een maatschappelijke misstand, net zo goed als discriminatie of stigmatisering dat is. Wanneer je het geweld noemt, verschaft dat een boze bewoner of een gekwetst individu een vrijbrief om tegengeweld uit te oefenen. Misstanden zijn aan de orde van de dag, daar moeten we mee leren omgaan. De staat heeft het geweldsmonopolie in onze samenleving en dat is maar goed ook, anders krijgen we Middeleeuwse toestanden, waarin iedereen die zich slachtoffer voelt het recht in eigen hand neemt.
Achterhuis benadrukt dat het vooral een kwestie van gevoel is, wat men als gewelddadig beschouwt. De opvatting over geweld is in de loop der tijd veranderd en er is dus geen essentialistische definitie. Een kind slaan was vroeger heel gewoon, tegenwoordig is dat gewelddadig. Welten beaamt dit, maar zegt dat bijkomstig geweld en misstanden als geweld te bestempelen, de ernst van de situatie geduid wordt. Dit is nodig om te zorgen dat wij als maatschappij kritisch naar onszelf blijven kijken en niet alleen maar verontwaardigd kijken naar de gewelddadige buitenwereld.
Op zaterdag 22 september verschijnt in dagblad Trouw een samenvattend stuk over de lezing. Wil je deze nog eens in zijn geheel terug zien dan kan dat hier.
Maandag 15 oktober is de tweede lezing, hierin gaan prof. dr. Hans Achterhuis en tegendenker prof. dr. Margo Trappenburg in discussie over de gezondheidszorg.