On speaking terms
In het kader van de Universitaire Vredesdagen vond gisteren het symposium On speaking terms plaats, dat georganiseerd werd in samenwerking met de Studentenvereniging voor Internationale Betrekkingen (SIB) en Oikos.
Ruimte voor vredeseducatie was er genoeg in het Academiegebouw tijdens de verschillende workshops en lezingen, waarin aan de orde kwam hoe de wetenschap ingezet kan worden voor vrede in plaats van oorlogsvoering. Een van de conclusies is dat deze ruimte er in de samenleving óók moet zijn, als een remedie tegen het geweld en de agressie waar we voortdurend tegen aan lopen. Onderdeel van die ruimte is het erkennen en respecteren van verschillen. Professor Micha de Winter (Pedagogiek, UU) stelde dat dit een cruciaal onderdeel van de opvoeding van kinderen moet zijn: kinderen moeten zich kunnen inleven in anderen en in andere (verschillende) levensinzichten. Naast empathie moeten kinderen het vermogen ontwikkelen kritisch op zichzelf te kunnen reflecteren. Dit zou mede leiden tot het wereldburgerschap zoals Hannah Arendt dat ooit bedacht heeft. Van haar komt ook de uitspraak 'go travelling'oftewel: verbreed je horizon!
Op het Vredesdagen Symposium was ook een lijn te trekken naar de lezingenreeks Populisme van Maarten van Rossem, die momenteel op de dinsdagavond plaats vindt. Zo kwam aan de orde dat het populisme bijdraagt aan dehumanisering en morele uitsluiting binnen de samenleving; factoren die het voor een mens mogelijk maken zonder gewetenskwesties geweld te gebruiken tegen hun medemens. Met voorstellen betreffende een zogenaamde 'kopvoddentax' zou de Partij Voor de Vrijheid hun medemens de vrijheid ontnemen om 'vrij' kledingstukken te dragen. Ook wijst het taalgebruik op een onmenselijke benadering, die verwijst naar het moreel afstand nemen tot een bepaalde groep binnen de samenleving. Natuurlijk is er de vrijheid van meningsuiting en moeten ook boze burgers een stem hebben. Een dergelijke strijd om verschillen moet echter ondergeschikt zijn aan een basis van wederzijds respect en van fundamentele mensenrechten, zoals Micha de Winter stelde. Deze zouden een normatief kader moeten vormen binnen de samenleving.
Ook dat kader moet een plaats hebben binnen vredeseducatie aan kinderen. Verschillen en conflicten bestaan in een democratie - daar is het tenslotte een democratie voor; dit moet worden erkend en ook bespreekbaar gemaakt worden. Op zogenaamde vreedzame scholen wordt dit geoefend door middel van mediationen sociaal-psychologische opdrachten in spelvorm, mét een kritische reflectie waarbij kinderen bijvoorbeeld zelf conflicten moeten oplossen. Dat is niet altijd even makkelijk; de belevingswereld van kinderen verschilt in grote mate van die van volwassenen.
Voor de studenten in de zaal - onder meer van SIB - had Colin Craig een speciale boodschap: als jonge mensen zijn zij nodig voor de toekomst. Daarom moet vrede verkocht worden op een uitdagende manier. Genoeg bedrijven zijn in staat om rubbish te verkopen, eigenlijk moet zoiets fundamenteels als vrede veel makkelijker te doen zijn. Jonge mensen kijken verder dan enkel de nieuwste iPad én hebben idealen. Micha de Winter benadrukte dit ook: de jonge generatie heeft ons idealen te bieden heeft. Daar moeten we zorgvuldig mee omgaan, in plaats van ze proberen weg te nemen. Dat de studenten in de zaal naast idealen ook het vermogen tot kritisch reflecteren hebben, bleek wel uit de interessante discussie met alle sprekers, waarmee dit symposium werd afgesloten.
Op de Vredesdagenpagina zijn opnames en verdere links beschikbaar.