Plug in
In de vierde lezing in de reeks 'Plug in', waarin de sprekers laten zien hoe de zogenoemde social media zich ontwikkelen komt de invloed op charitieve instituten als het Wereld Natuur Fonds als vierde aanbod. Onder de titel 'Wat gaat het Wereld Natuur Fonds doen?' vertelden Piet van Ierland (Chief marketing officer) en Marlou van Campen (Online marketing manager) van het WNF over wat voor impact social media hebben op de manier van werken van het WNF.
Online middelen kunnen de campagnes ondersteunen en de band met het publiek versterken. Het Wereld Natuur Fonds staat voor het beschermen van de rijkdom aan plant- en diersoorten op aarde. Hoe groter het WNF is, hoe beter het daartoe in staat is, ook qua invloed op bedrijven, organisaties en overheden. Het WNF probeert daarom aan te sluiten bij de nieuwste webtrends zoals Hyves en Twitter. En ze wilt vooral op dergelijke netwerksites luisteren naar wat er leeft onder de bezoekers. Zo blijft het WNF steeds bezig met het zoeken en doorvoeren van verbeteringen en het benutten van nieuwe mogelijkheden. Het WNF laat zien dat mensen op een hele nieuwe manier betrokken kunnen zijn bij natuurbescherming.
Van Ierland en Van Campen namen elk een helft van de presentatie tot hun deel. Met de inleiding door Piet van Ierland over het WNF en meer inhoudelijk op social media door Marlou van Campen. Het WNF blijkt de meest gebruiksvriendelijke site te hebben in Nederland. En is het best vindbare doel. 99% van de Nederlanders kent het WNF. Online doet het WNF het dus helemaal niet gek. Van Ierland vertelde onder andere over de drie belangrijkste invalshoeken van het WNF: 1. Leefgebieden beschermen/ herstellen, 2. Aanpakken belangrijke bedreigingen, 3. Nederlandse samenleving bewust maken. Ook vertelde hij dat binnen de driehoek 'Beleid – Mensen – Veld' de mens centraal staat die alle drie kan aansturen. Daarbij kan geholpen worden door: geld, gedrag, groepsdruk en geestdrift. Een aantal acties waar het WNF concreet mee bezig is zijn bijvoorbeeld de viswijzer, actie tegen gloeilampen en meer aandacht vragen voor de bedreiging van de paling. Van Ierland benadrukte dat de kracht vooral zit in het horen van vrienden. Het WNF moet hun boodschap niet direct willen communiceren, juist het via via binnen krijgen van vrienden is sterker en blijkt betrouwbaarder. Want het WNF is ver weg en een vriend dichtbij. Zo vertellen de jonge rangers deur aan deur het verhaal van het WNF en worden de gevaren van overbevissing ook door de sportvisverenigingen verkondigd. Het WNF heeft veel liever 100.000 donateurs die 1 euro geven dan 1 die 100.000 euro geeft. Vooral omdat de geestdrift die in die groep mensen zit veel sterker is dan één grote vis met een zak met geld. En juist de Social Media en het Social networking kunnen de mond-op-mond reclame versterken. Online kunnen grote groepen ook makkelijker bereikt worden. Het is niet meer eenrichtingsverkeer, er is nu ook sprake van een dialoog met die grote groep. En met het voorbeeld 'Earth Hour' laat Van Ierland de kracht van dit machtige medium zien.
Na Van Ierland gaf Van Campen aan hoe binnen WNF gewerkt wordt met social media. Eerst vertelde ze hoe het vroeger ging. Namelijk dat op het moment dat je ergens aandacht voor wilde vragen je een persreis organiseerde waarop de 6 verslaggevers van de landelijke kranten, die zich bezighielden met natuur en milieu, op waren uitgenodigd. Dat was al voldoende om genoeg media-aandacht te genereren. Van Campen gaf aan dat dit nu zo niet meer werkte. Dat eigenlijk iedereen nu journalist is (iedereen heeft een camera) en dat je je nu moet afvragen: waar zitten die journalisten eigenlijk die ik wil bereiken. Dat begint met luisteren. Wat zeggen mensen waar? En dan informeren, terug praten en mee doen. Groundswell: …a social trend in which people use technologies to get the things they need from each, rather than from traditional institutions like corporations…Van Campen benadrukt dat het Luisteren (listening to), Informeren (talking to), Meedoen (energizing), Faciliteren van ambassadeurs (helping tot support itself) en Interne organisatie (embracing) niet perse via eigen kanalen hoeft. Juist het gebruik van bestaande kanalen kan goedkoper zijn en beter werken. Denk aan 'Waarbenjij.nu' waar reizigers worden gesteund met extra ruimte voor foto's van hun reizen wanneer ze lid worden van het WNF; een typische win-win situatie voor beide partijen. Dus als organisatie is het belangrijk om online actief te zijn om naar je klanten te luisteren, ze te informeren, mee te doen met hen, ze te faciliteren en zelf je organisatie hierop in te richten. Het WNF heeft onderzoek gedaan naar waar de fans van het WNF nu eigenlijk zitten. Daaruit bleek dat er bijvoorbeeld meer dan 40-hyves groepen zijn, dat via twitter er 597 followers zijn en 800 groepen op Facebook over WNF/WWF. Een hulpmiddel kan de checklist van Paul Blom zijn: 1. Wat is het doel?, 2. Zelf doen of via bestaande kanalen, 3. Actief of passief, 4. Verplaats je in je fan/ donateur, 5. Vooroplopen of meelopen en 6. Wil je het echt? Daarnaast benadrukt Van Campen ook dat je niet moet gaan afwachten maar actief online mee moet doen. Het doel van de boodschap moet concreet gemaakt en je moet je verplaatsen in de lezer. Zo heeft het WNF geleerd dat Hyves op zich zelf geen doel is maar iets doen met mensen op Hyves wel. Het samenwerken met WNF fans kan ook leiden tot het meer weten en kennis delen en ontwikkelen (het al eerder in de andere verslagen genoemde crowdsourcing). Maar lastig is dat natuurlijk wel want de 'autoriteit' vraagt om input, en ben je dan nog wel de autoriteit?