Prof. dr. Wiljan van den Akker
NeerlandicusProf. dr. Wiljan van den Akker (1954) studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit Utrecht van 1973 tot 1979. In 1985 promoveerde hij aan deze universiteit op een proefschrift over de literatuuropvattingen van de Nederlandse dichter M. Nijhoff (Een dichter schreit niet, 2 delen). In 1985 werkte hij als Visiting Professor aan de Freie Universität Berlin. In 1987 werd hij gewoon hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit Utrecht. In de jaren 1994-2003 was hij Directeur van het OGC (Onderzoeksinstituut voor Geschiedenis en Cultuur) van de Faculteit der Letteren. Van 2003 tot 2006 was hij werkzaam als Directeur Onderzoek bij de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), voornamelijk belast met het leiding geven aan de KNAW-Instituten op het gebied van de Geesteswetenschappen. In 2006 werd hij benoemd tot Decaan van de Faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Utrecht.
Zijn onderzoek richt zich met name op het gebied van de Moderne Westerse Letterkunde en de Literatuurwetenschap, met speciaal accent op de Nederlandse literatuur. Daarnaast heeft van den Akker expertise op het gebied van onderzoeksmanagement (nationaal en internationaal).Momenteel werkt hij in samenwerking met prof. dr. Gillis Dorleijn aan een omvangrijke studie over de geschiedenis van de Nederlandse poëzie tussen 1880 en 1945, waarbij de focus vooral ligt op de institutionele aspecten van de literatuurgeschiedenis.
Wiljan van den Akker is tevens actief op het gebied van de poëzie. Samen met Esther Jansma vertaalde hij gedichten van de Amerikaanse dichter Mark Strand (Gedichten Eten, De Arbeiderspers, 2006). In 2008 debuteerde hij met zijn eigen poëzie onder de titel 'De Afstand' (De Arbeiderspers), waarvoor hij de C. Buddingh' Prijs ontving. April dit jaar werd de nieuwe dichtbundel 'Hersenpap' gepresenteerd.