Valkuilen
De Puttense moordzaak, de Schiedammer parkmoord en natuurlijk de zaak Lucia de B(erk), drie bekende strafzaken waarin grote fouten zijn gemaakt door alle betrokkenen: van de rechter tot de verdachte, van de officier van justitie tot de opgeroepen experts. Zijn deze zaken uitzonderingen? Prof. dr. mr. Herman Philipse stelt in de eerste lezing in de serie 'Valkuilen' dat we dat nooit kunnen weten omdat daar geen cijfers van zijn. Waarschijnlijk komen niet alle dwalingen in het recht aan het licht. Wel merkt Philipse op dat iedereen structurele fouten in het denken maakt. Dat heeft in het dagelijks leven niet altijd grote gevolgen. Maar zoals het motto van de lezing luidde: “Officieren en strafrechters zijn evenzeer als chirurgen in de gelegenheid om iemand leven te vernietigen, zou daar niet een beetje opleiding tegenover moeten staan?” Dit schreef Willem Albert Wagenaar in zijn boek 'Broddelwerk. Over geklungel in het strafrechtelijk onderzoek' (2010). Philipse analyseert dwalingen en drogredenen in het juridisch systeem en komt tot schokkende conclusies.
Dat kan geen toeval zijn
Denkfouten en dwalingen zijn vaak de oorzaak van foute veroordelingen. Een bekend voorbeeld is het 'toevalsargument'. De kans dat iets gebeurd is in sommige gevallen zo klein, dat men denkt dat het geen toeval kan zijn. In de zaak van verpleegster Lucia de Berk bijvoorbeeld: opvallend veel patiënten stierven in haar bijzijn. Dat was verdacht en het ziekenhuis deed aangifte. Een expert stelde vast dat de statistische kans dat De Berk bij al die sterfgevallen betrokken was 1 op 342 miljoen was. Vanaf toen waren allerlei zaken rondom Lucia de B. ineens verdacht. In de Schiedammer parkmoord werd Cees B. in eerste instantie veroordeeld omdat hij ten tijde van de moord in het park was én hij bleek ook een verleden van pedofilie te hebben. Wederom dachten de recherche en het hof: dat kan geen toeval zijn.
Structurele risico's
Philipse haalt met een logische analogie het 'geen toeval-argument' makkelijk onderuit en somt een aantal drogredenen op die in de zaak Lucia de B. prominent aanwezig waren. Want waarom waren er geen alternatieve verklaringen voor het 'toeval' gezocht, misschien was ze gewoonweg een slechte verpleegster? Als er eenmaal een hypothese is ('Lucia de B. is de moordenares') dan gaat men gemakkelijker op zoek naar bewijs dat deze stelling bevestigt in plaats van ontkracht. Dat doen wetenschappers ook, dit heet de confirmation bias. Dat drogredenen en denkfouten niet worden doorzien heeft ook te maken met de opzet van ons rechtssysteem. Zo is de rechter geen expert in waarheidsvinding, daar heeft hij experts voor nodig. Maar hoe en door wie worden die deskundigen gekozen en gecontroleerd? De officier van justitie heeft een duale rol: waarheidsvinding (dus ook als deze ontlastend is voor de verdachte) en aanklagen. Het risico dat de zaak winnen belangrijker is en ontlastend bewijs verdwijnt, is aanwezig. Een advocaat is totaal niet geïnteresseerd in het vinden van de waarheid, tenzij het zijn of haar zaak dient. Dan is er nog de verdachte, als deze (onder hoge verhoordruk) een valse bekentenis aflegt, blijft deze van invloed ook al trekt de verdachte hem in. In geval van arrestatie is zwijgen dus wel degelijk goud.
Terug naar school
De strafrechtelijke dwalingen lijken incidenteel, maar kun je ook aanmerken als symptomen van structurele problemen in het Nederlands strafrechtsysteem. Philipse draagt een aantal oplossingen aan, waaronder het scholen van studenten recht en forensische technici in logica, wetenschapsfilosofie, drogredenen en statistiek. Helaas is daar weinig geld en tijd voor. Ook de hoofdrolspelers in ons juridisch systeem zouden in ieder geval het boek van Ton Derksen 'Lucia de B. Reconstructie van een gerechtelijke dwaling' (2006) moeten lezen. Toen Philipse laatst in zaal vol rechters vroegers wie het al gelezen had, ging er geen enkele vinger omhoog…
Ook in het dagelijks leven trap je vaak in drogredenen van anderen en foute redenaties van jezelf. Benieuwd naar voorbeelden? Je kunt de lezing hier terugzien. Waarschijnlijkheid speelt vaak een belangrijke rol, dat blijkt uit de casus van Lucia de Berk. Maar de uitkomst hangt af van de definitie. Wat is waarschijnlijkheid en welke rol speelt het bij de reconstructie van het verleden? Dat hoor je volgende week.