Is er nog hoop voor ‘narcostaat’ Nederland?

Van liquidaties op klaarlichte dag tot de gestage groei aan drugsvangsten in de Rotterdamse haven: Nederland lijkt de grip te verliezen op de drugshandel en het bijkomende geweld. De roep om een keiharde aanpak wordt luider, maar is dat wel de oplossing?
Leestijd 4 minuten — Do 7 april 2022
Nederland drugsland

Vergismoorden, ontvoeringen, beschietingen en brandstichting: het extreme drugsgeweld in Nederland haalt regelmatig de voorpagina's. Is Nederland getransformeerd tot een heuse ‘narcostaat’? Tijdens deze eerste avond in de serie Nederland drugsland, bespraken criminoloog dr. Damián Zaitch (UU), bestuurskundige prof. dr. Pieter Tops (LEI & Politieacademie) en misdaadverslaggever Jan Meeus (NRC Handelsblad) het Nederlandse drugsgeweld. Hoe effectief is de huidige strategie van de opsporingsdiensten? En waar liggen de oplossingen?

Drugsland Nederland anno 2022

Nederland is een doorvoerland, en helaas niet alleen voor legale goederen. Jaarlijks weet de politie duizenden kilo’s aan cocaïne te onderscheppen in de haven van Rotterdam: in 2021 liepen de aantallen inbeslaggenomen cocaïne op tot maar liefst 72.800 kilo! Hoeveel kilo’s weet men nog meer ongezien langs de Nederlandse grenzen te smokkelen? Dit veelvoorkomende beeld dat de autoriteiten slechts een fractie van de drugs weet te onderscheppen, is volgens Damián Zaitch echter incorrect. “De productie van cocaïne is hard toegenomen, maar ondertussen is de politie de afgelopen jaren veel beter geworden in het vinden van binnengesmokkelde drugs.” Zo wordt in Nederland naar schatting zeker twee derde van de binnengesmokkelde cocaïne in beslag genomen. Zaitch: “De groei van de cocaïneproductie toont eigenlijk het succes van de politie aan. Hoe meer er namelijk wordt geconfisqueerd, hoe meer men moet produceren om aan de gelijkblijvende vraag te kunnen voldoen.”

Ondertussen lijken de gewelddadige incidenten binnen de drugswereld elkaar in hoog tempo op te volgen. Ook deze claim van toenemend drugsgeweld stelt Zaitch enigszins bij: “Het is niet per se het geval dat meer of harder geweld wordt gebruikt. Zo was het aantal liquidaties in 2020 historisch laag, en al jaren zweven de aantallen tussen de twintig tot dertig gevallen per jaar.” Wel ziet Zaitch een verandering in de aard van het geweld. Waar eerder vooral drugscriminelen het doelwit vormden voor liquidaties, zijn steeds vaker mensen buiten het criminele milieu het slachtoffer, zoals advocaten, misdaadverslaggevers en andere burgers. Zaitch: “Daardoor hebben veel Nederlanders het gevoel dat het drugsgeweld erger is geworden, terwijl dat feitelijk niet waar is.” Jan Meeus voegt hieraan toe: “2014 was bijvoorbeeld een extreem gewelddadig jaar, er zijn dat jaar veel hooggeplaatste figuren uit de cocaïnehandel vermoord. Het is rond die tijd dat de Nederlandse politie besefte dat ze iets over het hoofd zien in de aanpak van drugscriminaliteit.”

DSI agenten op de World Port Center Rotterdam (Gerard Lakerveld via Unsplash)

De werkbaarheid van een keiharde aanpak

Hoewel de vervolging van drugscriminelen toebehoort aan de strafrechtsketen, ziet Pieter Tops ook voor het openbare bestuur een rol weggelegd in de aanpak van illegale drugshandel en drugsgeweld. Tops: “Het idee van alleen de keiharde aanpak is een illusie. Er zitten immers ook veel sociale vraagstukken achter de problemen.” Een effectieve aanpak tegen drugsgeweld betekent volgens Tops dat de autoriteiten alle instrumenten in hun takenpakket moeten gebruiken om criminele kopstukken aan te pakken. “De politie heeft via crypto data diepgaand inzicht gekregen in hoe de criminele top in elkaar zit”, aldus Tops. “Vervolging van deze mensen loopt helaas al snel vast bij het OM en de rechtbanken, omdat zij te weinig capaciteit hebben om het te verwerken. Maar wat doe je met de criminelen die lager in de rangorde binnen die netwerken zitten?” Volgens Tops kunnen gemeentelijke programma’s zoals Utrechtse Programma Straatwaarde hierbij inspringen. “Via dit gemeentelijke programma kijken we hoe je die mensen een nieuw perspectief kan bieden. Maar het blijft essentieel om onderscheid te maken tussen een maatschappelijk-gerichte aanpak voor de meelopers en vervolging voor de jongens aan de top”, concludeert Tops.

Oplossingen

Hoewel de overheidsaanpak is verbeterd, stemt de eindeloze ‘war on drugs’ de opsporingsdiensten op den duur moedeloos, vertelt Meeus. “Ik sprak met rechercheurs die hierover zeiden, ‘het is dweilen met de kraan open, maar als je zou stoppen stroomt de boel over’.” Meeus ziet daarom een uitkomst in het legaliseren en reguleren van cannabis, een softdrugs die al grotendeels is genormaliseerd binnen de Nederlandse samenleving. “De nieuwe coalitie in Duitsland schijnt van plan te zijn om over te gaan tot reguleren. Als legalisering slaagt bij een grote Europese partner zoals Duitsland, dan heeft dit zeker gevolgen voor het Nederlandse drugsbeleid.” Ook Zaitch ziet voordelen in de regulering van drugs op de lange termijn. “Repressie rondom drugsgeweld werkt alleen in autoritaire regimes zoals China.” Andere maatregelen kunnen volgens hem op de korte termijn al worden toegepast, zoals misdaadpreventie, contact zoeken met kwetsbare jongeren en een sterker anti-corruptiebeleid. Tops: “Als Nederland een politieke coalitie gaat vormen met EU-lidstaten zoals Duitsland, België en Luxemburg op dit gebied, dan kan regulering binnen een termijn van tien tot vijftien jaar worden geïmplementeerd.” Volgens Tops zijn er wel voorwaarden verbonden aan de regulering van drugs zoals cannabis. Zo is het blijvend terugdringen van drugscriminaliteit van cruciaal belang. “Als je de handhaving laat vallen, drukken criminelen vervolgens de legale drugsproductie uit de markt door goedkopere drugs te produceren.” Voor succesvolle legalisering van cannabis in Nederland blijft forse inspanning van het Openbaar Ministerie en politie dus een vereiste.

Of we het eens zijn met deze toekomstschets rondom regulering of niet, duidelijk is dat de huidige schemerzone van het Nederlands gedoogbeleid onhoudbaar is geworden. Zoals Meeus concludeert: “Het drugsbeleid in Nederland moet veranderen. Want als we deze situatie houden, dan blijven we doormodderen.”