Kernenergie: een keuze tussen goed en kwaad?

Kernenergie is terug van weggeweest in het publieke debat, een beladen onderwerp. Moeten we in de discussie over kernenergie ruimte maken voor emotie?
Leestijd 3 minuten — Ma 12 november 2018

Sinds vorige week staat kernenergie weer op de agenda. Nadat Arjen Lubach in zijn programma een lans brak voor kernenergie, pleitte ook VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff voor meer kerncentrales in Nederland. Het zou volgens hem dé manier zijn om de klimaatdoelen te halen. Hij kreeg direct bijstand én kritiek. Intussen wordt er veel gediscussieerd over de energiebron, in de Tweede Kamer, maar ook daarbuiten. Naast rationele overwegingen worden ook emotionele argumenten naar voren gebracht. Moeten we hier eveneens naar luisteren?

Voor of tegen?

Een kleine meerderheid in de Tweede Kamer is voor kernenergie. De voorstanders verwijzen naar het VN-klimaatpanel IPCC, dat vorige maand stelde dat de klimaatdoelen zonder zware maatregelen niet gehaald worden. We ontkomen niet aan meer kernenergie als we de doelen willen halen, stelden de onderzoekers. Het broeikasgas CO2 moet drastisch worden verminderd, en kernenergie stoot geen CO2 uit. Bovendien raakt de voorraad fossiele brandstoffen uitgeput. Kernfusieonderzoeker prof. dr. Niek Lopes Cardozo is één van de vele experts die kernenergie ziet als een goed alternatief, naast zonne- en windenergie. Dat stelde hij tijdens zijn lezing ‘Energiecrisis: Binnenkort kernfusie?’.

Er zijn echter ook felle tegenstanders, zowel in de Tweede Kamer als onder de bevolking. Zij wijzen op de nadelen, zoals kernafval en het feit dat de bouw van een centrale lang duurt en het een dure energiebron is. Het is een lastige keuze: wanneer we kiezen voor kernenergie zal ons nageslacht de komende 25.000 jaar te maken hebben met afvalstoffen; zijn we tegen kernenergie dan zal het broeikaseffect deel uitmaken van het toekomstplaatje. Naast deze rationele afwegingen hebben mensen volgens Cardozo ook moeite met het accepteren van kernenergie, simpelweg omdat het niet goed te bevatten is wat het precies is. “Met zonne- en windenergie hebben de meeste mensen wel enige affiniteit. De zon is dagelijks te zien en de wind te voelen,” stelt hij. “Kernenergie is minder alledaags”. En vanwege onbekendheid met kernenergie twijfelen veel mensen aan de veiligheid ervan. Het is angst voor het onbekende. De rampen in de kerncentrales van Tsjernobyl en Fukushima helpen ook niet bij het zien van kernenergie als veilige energiebron; de angst voor nucleaire catestrofes is nog altijd springlevend, hoe onterecht ook.

Er kan dan een meerderheid in de Tweede Kamer zijn voor meer kerncentrales, de grote energiebedrijven die ze moeten bouwen zien weinig in kernenergie, stelden ze deze week. Daarbij is het gebrek aan publieke acceptatie een belangrijk argument. Blijkbaar zijn attitudes over kernenergie belangrijker dan rationele overwegingen.

Emotie

Volgens filosoof prof. dr. mr. Herman Philipse is dit een herkenbaar patroon. Het vraagstuk omtrent kernenergie kan volgens hem gezien worden als moreel waardeoordeel. En morele oordelen zijn, zoals hij stelt in zijn lezing ‘Meta-ethiek’, expressies van onze emoties. Uit het huidige hersenonderzoek blijkt dat we met name door emotionele delen in ons brein gestuurd worden wanneer we morele waardeoordelen geven. Ze drukken slechts attitudes uit, en bezitten dus geen kennis over het desbetreffende onderwerp.

De discussie over kernenergie laat volgens Philipse ook zien hoe we meeleven met toekomstige generaties. Het drukt zorg uit. De vraag is alleen of we met zorg en goede bedoelingen de klimaatdoelen gaan halen.