Voorbij de hype

Niet iedereen maakt zich druk over eten. Niet iedereen kan zich dat namelijk permitteren. Hoe groot is de voedselverwarring als je moet leven van een minimum inkomen?
Leestijd 4 minuten — Di 10 januari 2017

Voor haar stage blogt stagiaire Merle Kooijman over voedselverwarring. Zij constateert een ogenschijnlijke toename van kennis over wat we eten.Dit artikel valt onder het dossier Voeding en Gezondheid, met dezeweek: voorbij de hype.

Een kind dat geen idee heeft wat een aubergine is; ouders in achterstandswijken die Fristi aan hun pasgeboren baby geven omdat er 'bosvruchten' in zitten. We kunnen erom lachen, maar een groot deel van Nederland heeft geen idee wat hij of zij eet, krijgt onvoldoende vitamines binnen en heeft overgewicht. Want, foodblogs, #foodporn en het volgen van voedselhypes is niet voor iedereen weggelegd. Als je het goed voor elkaar hebt, is letten op wat je eet de gewoonste zaak van de wereld. Maar hoe moeilijk is het om gezond te eten als je leeft van een minimum inkomen en laag opgeleid bent?

Overgewicht en opleidingsniveau

Mensen met een laag opleidingsniveau hebben vaker overgewicht dan andere groepen. Dit volgt uit de cijfers van de leefstijlmonitor (2015) die werd verricht in samenwerkingsverband van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en Pharos Expertisecentrum Gezondheidsverschillen. Van de proefpersonen die hooguit hun basisonderwijs hadden afgerond, had één kwart last van ernstig overgewicht.Ter vergelijking: slechts zes procent van universitair geschoolden had hier last van.

Ook hoogleraar Voeding en Gezondheid Jaap Seidell (VU) ziet overgewicht als een probleem van mensen met een laag opleidingsniveau. Maar daarnaast onderstreept hij het verband tussen overgewicht en een laag inkomensniveau. Kinderen van welgestelde ouders wonen vaak in buurten waar ze makkelijk naar buiten kunnen en veel bewegen. In een interview met het Parool stelt Seidell hier tegenover: “Veel mensen in achterstandswijken hebben die mogelijkheden niet. Die wonen in een omgeving met veel meer criminaliteit, waar áls er al veldjes zijn, gespuis rondhangt. Dan hou je je kind wel binnen. En dan is de veiligste oppas de televisie.' Armer en minder hoog opgeleid betekent niet per se dikker, maar een achtergestelde sociaal-economische positie vergroot de kans op het ontwikkelen van overgewicht.

Kinderen zitten steeds meer voor de tv om te gamen

Gezond eten is niet makkelijk

Bewegen is misschien moeilijker voor gezinnen met lage inkomens, maar hoe zit het met gezond eten? Dat je als kind een product van je opvoeding bent blijkt uit onderzoek van het CBS (2016). Conclusie: overgewicht van ouders en kinderen gaat vaak samen. Als je ouders zich tegoed doen aan bepaalde voedingsmiddelen zoals suikerhoudende frisdranken en calorierijke tussendoortjes is de kans ook groter dat je dit als kind overneemt. Is vette troep eten niet gewoon een kwestie van eigen schuld, dikke bult? Wetenschapsjournalist Asha ten Broeke liet met een klein vergelijkend warenonderzoek zien dat gezond eten volgens de Schijf van Vijf niet haalbaar is voor een bijstandsmoeder met drie kinderen. Zo'n gezin heeft ongeveer 50 euro per week te besteden aan ontbijt, lunch en avondeten. De reclamefolders werden doorgeploegd en Ten Broeke fietste verschillende supermarkten af om gezond én goedkoop proviant bij elkaar te scharrelen. Helaas bleek de frituur uit de kast trekken een véél goedkoper alternatief. Waar Ten Broeke 58 euro moest afrekenen om de adviezen van het Voedingscentrum op te volgen, volstond slechts 40 euro om een gezin een week te voeden met gefrituurd voedsel. Als je het minimale te besteden hebt, lijkt de keuze daarom snel gemaakt. Door te frituren blijft er tenminste geld over voor koffie, wasmiddel en een rompertje voor de jongste.

Taak van de overheid

De overheid probeert via allerlei voorlichtingscampagnes mensen gezonder te laten eten. Ik noemde de Schijf van Vijf al en het advies 'twee ons groente en twee stuks fruit' is bekend. Maar helpen ze ook? Uit het boek: 'EU@Amsterdam: een stedelijke raad' blijkt dat zulke campagnes het probleem niet oplossen. In 2016 concludeerde ook de gezondheidsraad dat het effect van leefstijlcampagnes minimaal is. Het zou beter zijn voorlichtingscampagnes over gezond gedrag te combineren met concrete maatregelen in de leefomgeving. Laat de omgeving uitnodigen om gezonde keuzes te maken in de sportkantine en op school. De eerste stappen om de daad bij het woord te voegen zijn al gemaakt. Op verpakkingen van koekjes en ontbijtgranen prijken niet langer aandachtstrekkers voor kinderen zoals tekenfilmfiguren Dora the Explorer of Spongebob.

Daarnaast zou het creëren van meer verbinding tussen mens en voedsel een deel van de oplossing kunnen zijn. En laten we dan beginnen bij de jeugd. Zo pleit de Youth Food Movement in dit filmpje voor voedselonderwijs op scholen, zodat ze bewuster kiezen als het op voeding aankomt. We moeten kinderen leren dat ananassen niet in de supermarkt groeien, melk van koeien komt en een aubergine een aubergine heet.

Blogs gemist?

De afgelopen weken blogte ik over voedselverwarring. Ik besprak de populariteit van voedseltrends, de moeilijkheidsgraad van het 'ontcijferen' van etiketten, het wantrouwen van de consument in de voedingswetenschap en hoe woorden onze gevoelens sturen als we praten over eten.

Blog één 'Ik eet Quinoa, dus ik ben?'

Blog twee 'Het etiket als leidraad'

Blog drie 'Voedingswetenschap: een kwestie van vraag en aanbod?'

Blog vier 'Taal is bij eten echt een ding'