Examenstress en toetsgekte

De eindexamenperiode brengt altijd een klachtenregen met zich mee. Van leerlingen tot wetenschappers en opiniemakers: iedereen heeft wat op te merken aan de toetsen en methoden. Is dat terecht?
Leestijd 1 minuut — Ma 9 mei 2016

Het is een spannende tijd voor de middelbare scholieren die deze week aan hun eindexamens beginnen. Het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) verzamelt traditiegetrouw de klachten. Vorig jaar was er een record van 161.000 klachten van deelnemende leerlingen: van computerstoringen en geluidsoverlast, tot inhoudelijke klachten. Er wordt ook geklaagd door mensen die zelf geen examen doen. Taalkundige Rik Smits schrijft in de NRC over vragen en antwoorden aan de hand van een tekst van hem in een examen. Hij was verbaasd toen hij het correctiemodel zag over wat hij wel niet allemaal bedoeld bleek te hebben. Smits heeft kritiek op het Centraal instituut voor toetsontwikkeling (Cito). Waarom moet alles gestandaardiseerd worden? Eenvoudige sommen zijn goed of fout, maar dat gaat niet op voor tekstbegrip. Kritiek op de manier van toetsen en beoordelen is er ook in andere landen. In Amerika haalde komiek en talkshowpresentator John Oliver uit naar het systeem: “standardized testing” is the “fastest way to terrorize any child outside of just whispering the word 'clown.'”

Kinderen worden steeds jonger getest en getoetst en de lat moet steeds hoger. Dat is schadelijk, stelde prof. dr. Sieneke Goorhuis-Brouwer (Early Childhood, Stenden University) in de serie In de schoolbanken. Volgens dr. Cor Sluijter van het Cito, die met haar op het podium stond, zijn toetsen juist een goed hulpmiddel om de vooruitgang van kinderen te meten. Maar zijn we niet doorgeslagen in onze toetsdrift? En wat zou je anders willen meten dan taal of rekenen? Kijk de lezing 'Toetsgekte en prestatiedruk' terug.